34 000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2015

B MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 8 december 2014

Met veel belangstelling heb ik kennis genomen van de opmerkingen en vragen die zijn gemaakt en gesteld.

De leden van de fracties van de PvdA en de PvdD vragen wat de regering gaat doen aan het gebrek aan handhaving in de praktijk bij gemeenten, bijvoorbeeld ten aanzien van de Drank- en Horecawet, de Visserijwet. Zij vragen of de regering de praktijk herkent dat gemeenten niet de benodigde capaciteit hebben om te handhaven, deze zorg van deze leden deelt en wat de regering hieraan gaat doen. Zij vragen tevens of de regering bereid is om nader onderzoek te doen naar de handhaving van wet- en regelgeving in de praktijk door gemeenten, en of de regering vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek oplossingsrichtingen ziet.

Naleving van wet- en regelgeving is van groot belang en daar draagt een effectief toezicht en een effectieve handhaving in hoge mate toe bij. Gemeenten zetten zich stelselmatig in om toezicht en handhaving effectief in te richten en te organiseren. Belangrijke onderdelen van het gemeentelijk handhavingsbeleid zijn een heldere planning, inzicht in de risico’s en risicogebieden, een adequate gebruikmaking van de verschillende handhavingsinstrumenten én een bestuurlijk gedragen prioritering.

Ik onderken dat het aantal regels waarvoor de gemeenten belast zijn met de zorg voor een goede handhaving, omvangrijk is. De vraag, of hier sprake is van een té grote last en of dit tot zorg zou moeten leiden, kan met de huidige kennis van zaken moeilijk algemeen en actueel worden beantwoord. Daarom deel ik de wens van de leden van de fractie van de PvdA om hier nader onderzoek naar te doen. En zal ik in het eerste kwartaal van 2015 in overleg met gemeenten een dergelijk onderzoek entameren. Parallel aan het inrichten van een dergelijk onderzoek zal ik overleg voeren met de VNG, om te bezien of vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek het gebruik van reeds bestaande handreikingen en vergelijkbare instrumenten, voorlichting en overlegkaders kan of moet worden geïntensiveerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven