34 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2015

Nr. 61 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2015

Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, het werkprogramma 2014 van de Inspectie Veiligheid en Justitie (Inspectie VenJ) aan1.

Toezicht maakt inzichtelijk hoe de toepassing van beleid en regels in de praktijk gestalte krijgt, of beleid en regels bijdragen aan het gewenste effect en welke risico’s zich daarbij (kunnen) voordoen. Hiermee draagt toezicht bij aan het verhogen van de kwaliteit van de taakuitvoering en het lerend vermogen van de ondertoezichtstaande organisaties.

Het toezichtdomein van de Inspectie VenJ is groot en divers. Recent is dit uitgebreid met het toezicht op de vreemdelingenketen, en vanaf 1 januari 2015 voert zij ook nieuwe taken uit in het kader van de nieuwe Jeugdwet. Gezien de ambitie om alleen toezicht te houden waar dat nodig is én in het licht van de beschikbare capaciteit, is de Inspectie VenJ selectief in haar keuzes. Dit geldt zowel voor de programmering als voor de focus, diepgang en intensiteit van haar onderzoeken. Op basis van een risicogestuurde aanpak zet de Inspectie VenJ haar capaciteit gericht in.

Voor de periode 2015 – 2017 heeft de Inspectie VenJ drie dominante thema’s geformuleerd, die betrekking hebben op ontwikkelingen en risico’s die zich in meerdere of alle van haar toezichtgebieden voordoen. Deze thema’s geven de komende jaren richting aan de (risicogestuurde keuze voor de) onderzoeken van de Inspectie VenJ. Het gaat om:

  • de invloed van bezuinigingen en reorganisaties op de kwaliteit van de taakuitvoering;

  • de kwaliteit van de samenwerking in ketens en netwerken; en

  • de kansen en risico’s bij het opslaan en het (vooral ook tussen organisaties) delen van informatie.

Actuele ontwikkelingen, zoals ernstige incidenten, kunnen tot aanpassingen in de programmering leiden. Halverwege het jaar wordt bezien of de voorgenomen programmering nog adequaat is. Indien daar aanleiding toe is wordt u daarover tijdig geïnformeerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven