34 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2015

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2015

Inleiding

Eerder bent u geïnformeerd over de OESO Ministerial Council Meeting (MCM), die op 3 en 4 juni onder Nederlands voorzitterschap plaatsvond (Kamerstuk 34 000 V, nr. 63). De Minister-President en de Ministers van EZ, BHOS en I&M waren aanwezig. Hierbij treft u een verslag van deze bijeenkomst aan.

Algemeen

De bijeenkomst heeft, zeker voor Nederland, tot mooie uitkomsten geleid. De beleidsprioriteiten hebben veel aandacht gekregen. Zo werd het belang van ruimte in wet- en regelgeving voor innovatieve start-ups onderstreept en zijn het Policy Framework for Investment en de OESO Water Principles aangenomen. Verschillende Ministers benadrukten de verbanden tussen hulp, handel en investeren in de vergadering en de OESO gaat hier meer onderzoek naar doen.

De opkomst was goed. Er was een groot aantal Ministers uit ruim veertig verschillende landen aanwezig. De Franse president gaf een toespraak en nam deel aan een vragensessie met de Nederlandse Minister-President. Daarnaast waren ook de aanwezige niet-OESO landen bijna allemaal vertegenwoordigd op ministerieel niveau. Dat zijn de zogenaamde key-partners van de OESO als China, Brazilië, India en Indonesië. Tevens waren enkele andere landen speciaal uitgenodigd voor deze bijeenkomst zoals Senegal, Marokko, Peru en Myanmar.

Nederland heeft zich sterk gemaakt voor een vernieuwende en interactieve vergadering. De geïntroduceerde vergadervormen (scenario-based policy discussion, breakout groups) hebben goede discussies tot stand gebracht, en hier zal in toekomstige vergaderingen op worden voortgebouwd. Daarnaast is Nederland geprofileerd als sustainable urban delta; visuele panelen toonden innovatieve Nederlandse projecten op het gebied van voedselzekerheid, energie en watermanagement.

Economic Outlook

De Economic Outlook met nieuwe ramingen voor de wereldeconomie werd gelanceerd. De hoofdboodschap was dat de mondiale economische groei geleidelijk aantrekt en de arbeidsmarkt langzaam herstelt. Echter, door de afgezwakte groei in het eerste kwartaal van 2015 en de teleurstellende productiviteitsontwikkeling krijgt de wereldeconomie van de OESO het cijfer B-. Om naar een A te gaan is het van belang om de investeringen weer aan te wakkeren. Als we dat niet doen, zal de economische groei volgens de OESO laag blijven. De OESO spoort landen daarom aan om structurele hervormingen door te voeren om de productiviteit te verhogen en markten concurrerender te maken, als onderdeel van een goede beleidsmix met monetair beleid en begrotingsbeleid.

Na de presentatie van de Economic Outlook nam de Minister van Economische Zaken deel aan een paneldiscussie. Daar werd besproken hoe structurele hervormingen investeringen kunnen verhogen ter ondersteuning van duurzame economische groei. Tijdens deze paneldiscussie benadrukte de Minister het belang van structurele hervormingen om het groeipotentieel van economieën te versterken. Ook benadrukte hij dat overheden beter gebruik dienen te maken van bestaande financiële fondsen, kennis en ideeën. Daarvoor verwees hij naar verschillende Nederlandse voorbeelden als de Nederlandse Investeringsinstelling, de Topsectorenaanpak en het belang van ruimte bieden aan vernieuwing door het wegnemen van belemmeringen in de regelgeving.

Unlocking growth: the role of investment, innovation and business climate

Tijdens de middagsessie vond discussie plaats over de hoofdvraag: hoe kunnen investeringen, innovatie en een gunstig ondernemersklimaat duurzame en inclusieve groei aanjagen, werkgelegenheid creëren en internationale samenwerking bevorderen om mondiale uitdagingen aan te pakken? De Minister van Economische Zaken was voorzitter van deze sessie. De discussies richtten zich met name op de ontwikkeling van investeringen in het algemeen en de oorzaken van de gedaalde investeringen. Daarnaast gingen de Ministers in op het belang van een aantrekkelijk investeringsklimaat en de vraag hoe overheidsbeleid effectief private investeringen kan verhogen (bijvoorbeeld via publiek-private partnerschappen). Er werd veel aandacht gevraagd voor de positie van het MKB en het belang van een gediversifieerd financieringslandschap.

Verder werd uitgebreid gesproken over de OESO-richtlijnen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en de positie van de Nationale Contactpunten. Een aantal Ministers benadrukte dat MVO een solide business case vormt. In dit licht werd afgesproken de nationale contactpunten te versterken en dat de OESO zal onderzoeken of het mogelijk is de richtlijnen toegankelijker te maken.

De Minister van Economische Zaken sloot deze middagsessie plenair af met concluderende opmerkingen. Daarin gaf de Minister aan dat overheden zich moeten richten op een goede balans tussen monetair beleid, begrotingsbeleid en structurele hervormingen. Bij structurele hervormingen is het in de huidige economische context vooral van belang te kijken naar maatregelen die een impuls aan de economische groei geven op zowel de korte als lange termijn. Daarbij benadrukte de Minister het belang van productiviteit voor onze toekomstige economische groei en de rol die innovatie, skills en concurrerende markten hierbij spelen.

Uit de Innovation Strategy Update van de OESO blijkt namelijk opnieuw dat de productiviteitsgroei bij de meest productieve bedrijven doorgaat, maar dat de diffusie naar minder productieve bedrijven afneemt. Door samenwerking te stimuleren in innovatiebeleid, zoals Nederland met het topsectorenbeleid doet, kan de diffusie van kennis worden vergroot.

Klimaat en Water

Het MCM diner stond in het teken van de klimaatconferentie COP21. In zijn inleiding gaf de Franse Minister Fabius als voorzitter van de COP21 aan naar een ambitieus akkoord te streven. De Ministers spraken hierover informeel aan verschillende tafels verder.

Onder leiding van de Minister van Infrastructuur en Milieu is in verschillende break-out groepen gesproken over beleid dat nodig is voor de overgang naar een «koolstofarme en klimaatweerbare economie» en de benodigde financiering daarvoor. Er was overeenstemming dat het nodig is meer financiering voor een koolstofarme en klimaatweerbare economie te mobiliseren, o.a. door gerichte belastingheffing en het inzetten van publieke financiering om meer private investeringen mogelijk te maken, o.a. voor infrastructuur in steden, transport, landgebruik, water en energie. Hiervoor moet beleid beter worden afgestemd en de juiste prikkels geven om te investeren. Perverse prikkels moeten worden afgeschaft. Zo biedt bijvoorbeeld de lage olieprijs een kans om subsidies op fossiele brandstoffen af te schaffen. Daarnaast pleiten veel Ministers voor adequate beprijzing van koolstof, net als het bedrijfsleven onlangs heeft gedaan. Gegeven de belangrijke rol van water in klimaatadaptatie en de water-voedsel-energie nexus bespraken Ministers hoe waterbeheer op kosteneffectieve en efficiënte wijze kan bijdragen aan het vergroten van klimaatweerbaarheid en het veiligstellen van de watervoorraden. De door NL bepleitte pro-actieve en integrale lange-termijnrisicobenadering werd breed gesteund. De MCM nam de OESO Principles on Water Governance aan en verzocht de OESO te komen met integrale aanbevelingen over water. Daarnaast is de OESO aangemoedigd het werk op groene groei voort te zetten.

OESO externe betrekkingen

Tijdens de MCM werden de externe betrekkingen van de OESO besproken. De belangrijkste punten van dit overleg waren de start van een accessietraject door Litouwen en Costa Rica. De voortgang van Colombia en Letland, landen die al in een traject zitten, werd ook besproken. In het geval van Colombia overheerste een kritische stemming, over de voortgang van Letland is men over het algemeen tevreden. Het toetredingstraject voor beide landen duurt in ieder geval nog tot 2016.

Handel en investeringen

Nieuw op de MCM was een gecombineerde sessie over handel, investeringen en ontwikkeling. zat deze sessie voor. Het ontstaan van mondiale waardeketens maakt dat hulp, handel en investeringen steeds meer samengaan en elkaar versterken. Daar werd deze vergadering expliciet aandacht aan besteed. De OESO gaat onderzoeken hoe de verbanden tussen handel en investeringen beter in kaart kunnen worden gebracht en wat hiervan de beleidsimplicaties zijn.

Er werd benadrukt dat mondiale waardeketens het tegengaan van handelsbelemmeringen nog belangrijker maken. Dat gaat niet alleen over traditionele importtarieven, maar ook over belemmeringen voor de dienstenhandel. Het werk van de OESO laat zien dat het tegengaan van deze belemmeringen veel potentie heeft om handel en groei te bevorderen.

Ook werd de steun voor de WTO Doha ronde en het zo spoedig mogelijk implementeren van de trade facilitation agreement herbevestigd. Tevens werd besproken hoe maatschappelijk verantwoord ondernemen via handel en investeringen wereldwijd kan worden uitgedragen. Tot slot was er aandacht voor de internationale investeringsarchitectuur. De OESO zal onderzoeken hoe deze kan worden versterkt.

Ontwikkeling

Eveneens onder voorzitterschap van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is gesproken over de post-2015 ontwikkelingsagenda, in het bijzonder over de ontwikkelingstoppen die dit jaar plaatsvinden: de top over Financing for Development in Addis Abeba en de Summit on Sustainable Development Goals in New York. De vraag die hierbij centraal stond is de ondersteunende rol die de OESO en haar leden kunnen spelen bij de totstandkoming en vervolgens de uitvoering van de post-2015 agenda. Bijvoorbeeld door de modernisering van ODA, de ontwikkeling van additionele maatstaven voor ontwikkelingsfinanciering, het mobiliseren van private investeringen en het effectief innen van belastingen in ontwikkelingslanden. Zo werd ook het Policy Framework for Investment (PFI) aangenomen, een OESO-instrument om het ondernemingsklimaat in (voornamelijk) ontwikkelingslanden in kaart te brengen. In dit vernieuwde PFI is voor het eerst expliciet aandacht voor de rol van maatschappelijk verantwoord ondernemen bij duurzame ontwikkeling. Ook werd duidelijk dat de OESO een uitbreiding van het Tax Inspectors Without Borders initiatief voorziet. Ministers benadrukten het belang van beleidscoherentie voor (duurzame) ontwikkeling, maar ook van partnerschappen zoals het Global Partnership for Effective Development Cooperation en speciale aandacht voor ODA, met name in de minst ontwikkelde landen.

Tot slot

Volgend jaar komt de Ministerial Council Meeting bijeen onder voorzitterschap van Chili. Wij verheugen ons op het vooruitzicht dat Chili zal voortbouwen op het Nederlandse voorzitterschap van de MCM.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven