Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2014
Met deze brief gaat het kabinet in op het verzoek van de Kamer om op korte termijn
te worden geïnformeerd over de aanwezigheid van Russisch militair materieel in Oost-Oekraïne.
Op 12 november jl. sprak de opperbevelhebber van de NAVO, generaal Philip Breedlove,
op een persconferentie in Bulgarije onder meer over de instroom van Russisch militair
materieel en personeel in Oekraïne. Generaal Breedlove sprak daarbij zijn zorgen uit
over de poreuze grens tussen Oekraïne en Rusland.
De Chairman-in-Office van de OVSE, Didier Burkhalter, sprak zijn zorgen uit over de
toename van spanningen in Oost-Oekraïne. De OVSE-missie in Oost-Oekraïne rapporteerde
de afgelopen dagen ook over konvooien met militaire voertuigen, materieel en personeel
in door separatisten gecontroleerd gebied. Zo nam de OVSE op 8 november op vier plaatsen
in de omgeving van Donetsk ongemarkeerde konvooien waar en op 11 november twee konvooien
vlakbij het stadscentrum van Donetsk. De konvooien bevatten verschillende type tanks,
houwitsers, persoonstransportvoertuigen, raketlanceringsinstallaties en munitietransporten,
aldus de berichten van de OVSE. De herkomst van de voertuigen en het materieel was
niet zichtbaar weergegeven. Omdat de konvooien in beweging waren, konden de OVSE-waarnemers
niet controleren wat zich in de voertuigen bevond.
Op 12 november kwam de VN Veiligheidsraad in een spoedzitting bijeen over de situatie
in Oekraïne. De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Luxemburg, Australië
en Litouwen wezen nadrukkelijk op het ondermijnen van het Minsk-protocol door de separatisten
en Rusland. Rusland legde de verantwoordelijkheid voor het aanhoudende geweld en de
gebrekkige implementatie van het staakt-het-vuren bij Oekraïne. Overige leden benadrukten
dat de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne gerespecteerd moeten
worden. Volgens plaatsvervangend ondersecretaris-generaal Jens Anders Toyberg-Frandzen
was geen partij alléén schuldig aan de oplopende spanningen, maar dragen de rebellen
in Oost-Oekraïne een groot deel van de verantwoordelijkheid. De levering van zware
wapens door Rusland is volgens Toyberg-Frandzen één van de grootste problemen.
Rusland ontkent betrokken te zijn bij transporten van militair materieel en personeel
naar Oekraïne. Gezien de nauwe banden tussen Rusland en de separatisten en de eerdere
interventies van Rusland is het echter niet onaannemelijk dat Rusland betrokken is
bij de recente transporten. Dit onderstreept het belang van controle aan de grens
en effectieve monitoring door de OVSE ter plaatse.
Het kabinet is bezorgd over de recente ontwikkelingen en is van oordeel dat Rusland
zijn verplichtingen uit het Minsk-protocol, waaronder het verwijderen van alle wapens
en strijders uit Oekraïne en het herstellen van de controle over de grens, dient na
te komen, en dat alle partijen zich aan het in Minsk overeengekomen staakt-het-vuren
moeten houden. Alleen op die manier is de-escalatie van het conflict mogelijk.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert