34 000 Nota over de toestand van ’s Rijks financiën

34 000 IX Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2015

G1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 18 november 2014

De vaste commissie voor Financiën2 heeft op 11 november 2014 de brief van de Minister van Financiën van 11 november 2014 besproken inzake beantwoording vragen ter voorbereiding op de Algemene Financiële Beschouwingen op 18 november a.s.

Naar aanleiding hiervan hebben de leden van de SP-fractie die dag nog aantal nadere vragen gesteld aan de Minister.

De Minister heeft op 14 november 2014 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2014

De vaste commissie voor Financiën zegt u dank voor uw brief d.d. 11 november 2014 inzake beantwoording vragen ter voorbereiding op de Algemene Financiële Beschouwingen op 18 november a.s. De commissie heeft uw brief besproken tijdens haar vergadering van 11 november jl. Ter vergadering is gebleken dat de leden van de fractie van de SP behoefte hebben u enkele nadere vragen voor te leggen.

De eerste vraag heeft betrekking op Tabel 2 in uw brief van 11 november jl. In deze tabel is het jaar 2009 weggevallen. De 8e kolom (2009–2014) geeft abusievelijk het cijfer voor 2010–2014 (hetzelfde geldt voor kolom 7). De leden van de SP-fractie ontvangen graag de gecorrigeerde cijfers voor 2009–2014 (analoog aan de jaren uit Tabel 3).

De tweede vraag betreft een verzoek dat reeds door de leden van de SP fractie is gedaan in de brief van de commissie aan u van 6 november jl. De leden van de SP-fractie zouden het bijzonder op prijs stellen als de regering het CBS zou willen verzoeken, en als de laatste bereid zou zijn, om voorlopige gegevens (dan wel een schatting) over 2013 ter beschikking te stellen voor de gegevens uit tabel 3 uit de brief van de commissie van 6 november jl. (hieronder gereproduceerd). (Het jaar 2013 is het eerste, volledige, jaar met verhoogde btw.) Deze gegevens zullen dan uiteraard als voorlopig, c.q. als schatting, behandeld worden. Indien aan dit verzoek begin december 2014 voldaan kan worden, zouden deze gegevens betrokken kunnen worden bij de behandeling van het Belastingplan 2015 c.a.

Tabel 3. Gemiddelde druk van belastingen (incl.soc.verz.premies) en premie ziektekosten (Zvw) op het bruto inkomen: huishoudens per kwartiel
 

25%-groepen 2010 1

25%-groepen 2013

 

1e 25%

2e 25%

3e 25%

4e 25%

1e 25%

2e 25%

3e 25%

4e 25%

inkomstenbelasting: nettoheffing

3,5%

13,1%

18,9%

27,3%

       

indirecte belastingen

15,6%

10,2%

8,3%

5,7%

       

lokale heffingen

2,8%

1,9%

1,4%

0,9%

       

premie Zvw (nom.- toeslag)

4,3%

3,8%

3,5%

2,3%

       

collectieve lastendruk

26,2%

29,0%

32,1%

36,2%

       

gemiddeld brutoinkomen

€ 16.500

€ 34.400

€ 58.500

€ 115.500

       

kwartielgrens

 

€ 25.300

€ 45.000

€ 74.100

         

Bron 2010: CBS Statline (nov. 2013)

X Noot
1

Data Belastingdruk, CBS Statline: Inkomen en Bestedingen / Belastingen / Inkomstenbelasting; Indirecte belasting; Lokale heffingen / Samenstelling belasting / Kenmerken huishouden / Belastingdruk 25%-groepen.

Data Premie ziektekosten (Zvw): CBS Statline: Inkomen en Bestedingen / Inkomen en koopkracht / Inkomen van huishoudens / Samenstelling inkomen huishoudens / Aandeel van brutoinkomen / Inkomensbestanddelen (uitgebreid) / 12. Premie ziektekostenverzekering / 12.1.4 Premie Zvw huishouden / Kenmerken / 25%-groepen. (Geraadpleegd in november en december 2013.)

De commissie ziet uw reactie zo mogelijk uiterlijk vrijdag 14 november 2014 tegemoet.

Voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, P.H.J. Essers

BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 november 2014

Hierbij stuur ik u de beantwoording van uw nadere vragen van 11 november 2014 ter voorbereiding op de Algemene Financiële Beschouwingen.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Bijlage: Beantwoording nadere vragen ter voorbereiding AFB

De leden van de fractie van de SP vragen naar een aangepaste tabel 2 over de reële BBP-groei voor geselecteerde landen. In Tabel 2 staat de reële BBP-groei voor geselecteerde landen voor de periode 2009 – 2014. Tabel 2 toont ook de gemiddelde groei voor de zes jaren in de periode 2009 – 2014. Bovendien laat tabel 2 de toename van BBP zien tussen 2008 – 2014. Als basisjaar is hierbij 2008 genomen.

Aangepaste tabel 2: Reële BBP-groei geselecteerde landen
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Gemiddelde

Toename 2008–2014

Nederland

– 3,3

1,1

1,7

– 1,6

– 0,7

0,6

– 0,4

– 2,3

België

– 2,8

2,3

1,8

– 0,1

0,2

1,0

0,4

2,3

Frankrijk

– 2,9

2,0

2,1

0,3

0,3

0,4

0,4

2,1

Duitsland

– 5,1

3,9

3,4

0,9

0,5

1,4

0,8

4,8

Verenigd Koninkrijk

– 5,2

1,7

1,1

0,3

1,7

3,2

0,5

2,6

Bron: IMF World Economic Outlook oktober 2014

Naar aanleiding van de vraag van de leden van de SP om het CBS te verzoeken om tabel 3 uit de brief van de commissie van 6 november jl. aan te vullen met voorlopige gegevens (dan wel een schatting) over 2013 is contact opgenomen met het CBS. Hieronder de tabel voor zover het CBS deze op dit moment kan invullen. De cijfers van 2013 betreffen voorlopige cijfers. Daarnaast heeft het CBS de cijfers voor inkomstenbelasting: nettoheffing gecorrigeerd. De toename in het eerste kwartiel wordt voor een deel bepaald door een grondslageffect. In 2013 is de wet Uniformering Loonbegrip ingevoerd. Door deze wet gaan werkgevers de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet direct afdragen aan het Zorgverzekeringsfonds waardoor de bruto lonen dalen.

Het CBS beschikt nog niet over actuele cijfers over indirecte belastingen en lokale heffingen. De cijfers over lokale heffingen zullen in het eerste kwartaal van volgend jaar worden aangevuld met de jaren 2011 en 2012. Het op dit moment onduidelijk wanneer de cijfers over indirecte belastingen worden geactualiseerd. Deze cijfers zijn gebaseerd op het zogenaamde budgetonderzoek (bestedingen). Hiervan is de onderzoeksopzet gewijzigd waardoor bepaalde gegevens ontbreken en een eenvoudige actualisering van de tabel niet mogelijk is.

Tabel A. Gemiddelde druk van belastingen (incl.soc.verz.premies) en premie ziektekosten (Zvw) op het bruto inkomen van huishoudens per inkomenskwartiel
 

25%-groepen 2010

25%-groepen 2013

 

1e 25%

2e 25%

3e 25%

4e 25%

1e 25%

2e 25%

3e 25%

4e 25%

inkomstenbelasting: nettoheffing

7,5%

13,4%

18,0%

24,3%

8,5%

13,1%

17,7%

24,2%

indirecte belastingen

15,6%

10,2%

8,3%

5,7%

.

.

.

.

lokale heffingen

2,8%

1,9%

1,4%

0,9%

.

.

.

.

premie Zvw (nom.- toeslag)

4,3%

3,8%

3,5%

2,3%

4,4%

3,8%

3,6%

2,4%

collectieve lastendruk (som)

30,2%

29,3%

31,2%

33,2%

.

.

.

.

gemiddeld brutoinkomen 2)

€ 16.500

€ 34.400

€ 58.500

€ 115.000

€ 16.600

€ 34.700

€ 59.800

€ 120.900

kwartielgrens

 

€ 25.300

€ 45.000

€ 74.100

   

.

.

.

 

X Noot
1

De letter G heeft alleen betrekking op 34 000.

X Noot
2

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), Essers (CDA) (voorzitter), Sylvester (PvdA), Terpstra (CDA), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Reuten (SP), Knip (VVD), Backer (D66), De Boer (GL), Van Boxtel (D66), Bröcker (VVD), Ester (CU), De Grave (VVD) (vice-voorzitter), Hoekstra (CDA), De Lange (OSF), Postema (PvdA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Vos (GL), Van Beek (PVV), Kok (PVV), Bruijn (VVD), Van Zandbrink (PvdA)

Naar boven