33 997 Vliegramp MH17

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE, VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2014

Hierbij bieden wij u, mede namens de Minister-President, een overzicht aan van de laatste stand van zaken met betrekking tot de ramp met Malaysia Airlines vlucht MH17. In deze brief zal onder andere worden ingegaan op de toezeggingen uit het Algemeen Overleg van 13 november jongstleden met betrekking tot het verzoek om informatie over de evaluatie en het aantal vliegtuigen en helikopters dat voor 17 juli in het Oekraïense luchtruim is neergeschoten. In de brief wordt tevens ingegaan op het verzoek van het lid Bontes van 9 december tot het beantwoorden van openstaande vragen (Handelingen II 2014/15, nr. 34, Regeling van werkzaamheden) en het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 26 november.

Zoals bekend zijn de inspanningen steeds gericht op de drie door het kabinet geformuleerde doelstellingen:

  • 1. repatriëring van de lichamen en persoonlijke bezittingen;

  • 2. onderzoek naar de toedracht van de ramp;

  • 3. strafrechtelijk onderzoek.

Interim-missie Kiev en Kharkiv en inspanningen ter plaatse

Zoals reeds eerder gemeld, is in de afgelopen periode een aantal keren – toen de veiligheidssituatie en de op dat moment gunstige weersomstandigheden dat toelieten – door de interim-presentie in klein verband gezocht naar stoffelijke resten van de slachtoffers en persoonlijke bezittingen. Er is gezocht op de aangegeven gebieden en op de burnsites, met uitzondering van het noordwestelijke deel van het rampgebied.

Zondag 16 november is de Combined Joint Interagency Task Force (IP-CJIATF) in opdracht van de Onderzoeksraad voor Veiligheid gestart met de berging van de wrakstukken. Uiteindelijk heeft de interim-presentie door tussenkomst van de OVSE met behulp van de lokale overheden en de SES in zes dagen tijd een hoeveelheid wrakstukken gelijk aan de inhoud van twaalf treinwagons geborgen. Op 9 december zijn de eerste twee konvooien (acht vrachtwagens) met wrakstukken op luchtmachtbasis Gilze-Rijen aangekomen. Het derde en vierde konvooi is op respectievelijk 11 en 12 december in Gilze-Rijen gearriveerd. Alle op verzoek van de OVV geborgen wrakstukken zijn nu in Nederland. In het rampgebied zijn nog wel wrakstukken achtergebleven, die waarschijnlijk niet relevant zijn voor het onderzoek van de Onderzoeksraad. Alle wrakstukken ter plaatse die alsnog geborgen konden worden, zijn op woensdag 17 december met behulp van de SES vervoerd naar en opgeslagen in Kharkiv.

In het bijzonder liggen er nog wrakstukken op de burnsites en mogelijk ook nog stoffelijke resten die kunnen bijdragen aan eventuele identificatie. Bij onderzoek aan de wrakstukken in Gilze-Rijen zijn (minimale) stoffelijke resten aangetroffen. Deze stoffelijke resten worden met gepaste eerbied naar Hilversum vervoerd van waaruit verdere identificatie zal plaatsvinden.

In verband met de weersomstandigheden (met name vorst in de grond) kan het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO) de burnsites op dit moment niet meer forensisch onderzoeken. Voor nader forensisch onderzoek is het afgraven van de grond noodzakelijk. Dat kan niet als de grond bevroren is. Ruiming van de wrakstukken op de burnsites verstoort het forensisch onderzoek teveel, daarom is ervoor gekozen deze wrakstukken vooralsnog niet te ruimen. Dit gebied is derhalve gemarkeerd om zodra mogelijk de werkzaamheden te kunnen voortzetten. Ook in het gebied ten noorden van Petropavlivka liggen wrakstukken. Deze konden in verband met de veiligheidssituatie nog niet worden geruimd. Als de periode van vorst voorbij is, en zoveel eerder als mogelijk en de veiligheidssituatie dat toestaat, zal de repatriëringsmissie haar werkzaamheden op de rampplek hervatten. Met het lokale agentschap voor rampenbestrijding (SES) is afgesproken dat, mochten er nog stoffelijke resten en persoonlijke bezittingen worden gevonden, de SES de missie hierover terstond zal informeren.

Identificatieproces en consulaire zaken

Op 11 december is bekendgemaakt dat in totaal 294 slachtoffers van de ramp met vlucht MH17 zijn geïdentificeerd. De vier slachtoffers die nog niet zijn geïdentificeerd, hebben allen de Nederlandse identiteit.

Het is mogelijk dat van de vier vermisten waar nu nog geen bruikbaar DNA-profiel van is, alsnog informatie beschikbaar komt aan de hand van de stoffelijke resten die in Hilversum aanwezig zijn. Of en wanneer die informatie beschikbaar komt, is op dit moment nog niet te zeggen.

Op 17 november zijn 88 overlijdensakten ontvangen van Oekraïne. Deze overlijdensakten worden op dit moment vertaald en doorlopen nu een procedure (apostillering/legalisatie) om ze rechtsgeldig te maken. Het is lastig in te schatten hoe lang dit zal duren, maar de overlijdensakten worden hopelijk binnen enkele weken overhandigd. Op 25 november heeft het LTFO elf nieuwe Medical Statements aangeleverd, omdat er nieuwe personen zijn geïdentificeerd. Deze Medical Statements worden op dit moment vertaald naar het Oekraïens.

Veiligheidsbeeld Oost-Oekraïne

De veiligheidssituatie in Oost-Oekraïne blijft fluïde en fragiel. De gevechten gaan door, waarbij nog vrijwel dagelijks doden en gewonden vallen. Ondanks dat een bestand is overeengekomen begin december voor delen van Oost-Oekraïne tussen de Oekraïense autoriteiten en de pro-Russische separatisten, blijven beide partijen hun posities versterken langs de Line-of-Contact. De intensiteit van de gevechten is sinds 9 december afgenomen. Het is onzeker of een staakt-het-vuren gezien de vele schendingen stand zal houden.

Rond Debaltsevo, gelegen in de directe omgeving van de rampplek en van essentieel tactisch belang voor beide partijen, is nog altijd sprake van artilleriebeschietingen en kleinschalige gevechten gericht op het verbeteren van militaire posities. Het vliegveld van Donetsk is de afgelopen maanden een symbool geworden in de strijd tussen de Oekraïense autoriteiten en separatisten. Beschietingen over en weer houden aan. De intensiteit van de gevechten rond de rampplek en het vliegveld van Donetsk is de afgelopen dagen afgenomen.

Geen van de strijdende partijen beschikt waarschijnlijk over voldoende gevechtskracht om een beslissende militaire overwinning te forceren. De strijdende partijen zullen naar verwachting wel trachten lokaal hun uitgangspositie te verbeteren. Rond de verschillende hotspots (ten noorden van Marioepol, Donetsk, Gorlivka, Debaltsevo, Loegansk) zal het gedurende de winter mogelijk onrustig blijven. Indien deze situatie niet wijzigt, blijft in en rond het door separatisten beheerste gebied een significante dreiging bestaan tegen Nederlands personeel en de uitvoering van de missie.

Vermeende poging tot aanslag

Op 18 november jl. berichtten verschillende media dat een aanslag zou zijn verijdeld op de Nederlandse delegatie die een bezoek bracht aan Oekraïne. De berichtgeving was gebaseerd op informatie van de Oekraïense veiligheidsdienst SBU (Sluzhba Bezpeky Ukraiyny). Volgens deze dienst zou de vermeende poging tot de aanslag hebben moeten plaatsvinden tijdens het bezoek van de delegatie aan de Malisjev-fabriek in Kharkiv waar de geborgen stoffelijke resten en persoonlijke bezittingen van de slachtoffers van vlucht MH17 verzameld worden met het oog op vervoer naar Nederland.

In de regio is sprake van gewapende ondermijnende activiteiten, ook in de periode van het bezoek. De aanslagen die in de omgeving van Kharkiv hebben plaatsgevonden, waren gericht tegen de lokale infrastructuur of tegen pro-Kiev doelen. En marge van de OVSE-ministeriële op 4 en 5 december jl. heeft de Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken aangegeven dat het onderzoek naar deze vermeende poging tot een aanslag op de Nederlandse delegatie nog loopt.

Winterperiode

Gedurende de vorstperiode zal de interim-presentie van de IP-CJIATF in omvang worden teruggebracht. De bevroren grond bemoeilijkt het uitvoeren van onderzoek en maakt de kans dat er vondsten worden gedaan uiterst beperkt. Vertegenwoordigers van de Nationale Politie, het Ministerie van Defensie en de ambassadestaf zullen vanuit Kiev de noodzakelijke contacten onderhouden. Daarnaast zullen de Head of Mission, de speciale militaire adviseur en de commandant van de IP CJIATF en diens plaatsvervanger zes-wekelijks een bezoek brengen aan de nationale en lokale overheden, met name aan de Minister van Binnenlandse Zaken, de gouverneur van Kharkiv en diens speciaal voor de ramp met MH17 toegevoegde staflid. Maandelijks zal ook een korte inspectie plaatshebben van het opgeslagen materieel in de hangar van het vliegveld in Kharkiv. Er blijft materieel (met name voertuigen) in Oekraïne aanwezig, waarmee in voorkomend geval de repatriëringsmissie direct kan worden voortgezet om eventueel gevonden stoffelijke resten en persoonlijke eigendommen op te halen. Ook kan de lokale bevolking melding blijven maken en eventuele vondsten overdragen aan Nederland via het lokale agentschap voor rampenbestrijding (SES). Een team zal hiervoor op een korte reactietijd worden gezet om vanuit Nederland snel te kunnen reageren op de ontwikkelingen in Oekraïne. Zodra de omstandigheden dat weer toelaten zal een Fact Finding missie worden georganiseerd om te onderzoeken wat de condities en mogelijkheden zijn voor een kleinschalige hervatting van de operatie in 2015.

Internationale contacten en inspanningen

Minister-President Rutte bracht van 5 tot 7 november jl. een bezoek aan Maleisië en Australië in het kader van de nasleep van de ramp met vlucht MH17. Hij voerde gesprekken met de regeringsleiders en hulpverleners. Zowel Maleisië als Australië sprak dank uit voor de wijze waarop Nederland direct na de ramp en in het vervolg daarop leiding had gegeven aan de repatriëringsmissie en het onderzoek naar de toedracht van de ramp. Afgesproken werd de nauwe samenwerking voort te zetten. Maleisië gaf aan een volwaardig lidmaatschap van het JIT (Joint Investigation Team) na te streven. Minister-President Rutte zegde toe dat Nederland zich hiervoor zou inzetten.

Minister Koenders bezocht op 7 en 8 november respectievelijk Kharkiv en Kiev. In Kharkiv woonde hij de vertrekceremonie bij van de recent op de crashsite geborgen stoffelijke resten en bezocht hij met gouverneur Baluta de transfer facility. In de gesprekken met de Oekraïense premier en Minister van Buitenlandse Zaken werd het belang van een compleet en transparant onderzoek naar de oorzaak en de schuldvraag beklemtoond en werd de Oekraïense regering bedankt voor de medewerking tot nu toe. In het gesprek met de OVSE-missie ter plaatse sprak de Minister dank uit namens het Nederlandse kabinet voor het faciliteren van toegang tot de rampplek, een boodschap die hij tijdens de OVSE-ministeriële op 4 en 5 december jl. herhaalde.

Er is regelmatig contact geweest met de Maleise en Australische ministers van Buitenlandse Zaken over de nasleep van de ramp met vlucht MH17.

Namens het JIT heeft de hoofdofficier van het landelijk parket Maleisië inmiddels een volwaardig lidmaatschap aangeboden. Maleisië heeft dit aanvaard. Ook het Ministerie van Defensie heeft regelmatig contact met Australië en Maleisië. De samenwerking in het strafrechtelijk onderzoek verloopt goed. Op alle niveaus is nog steeds regelmatig overleg. De Maleise en Australische Ambassadeurs in Den Haag worden regelmatig door het Ministerie van Buitenlandse Zaken geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen.

En marge van de ASEM-top en de OVSE-ministeriële is in bilaterale contacten met Rusland ook MH17 aan de orde geweest. Toen is beklemtoond dat de lopende onderzoeken onafhankelijk en objectief zijn. Aan beide zijden werd bevestigd dat alle beschikbare informatie dient te worden meegenomen.

VN-Veiligheidsraad

Binnen de Veiligheidsraad blijft brede steun bestaan voor de berging van de stoffelijke resten, het onderzoek naar de toedracht en de vervolging van de schuldigen, en de Nederlandse rol. Alleen Rusland heeft zich een aantal keren kritisch uitgelaten over de zorgvuldigheid van het onderzoek, maar tegelijkertijd ook zijn vertrouwen uitgesproken in de Nederlandse onderzoeken. Het is van belang dat deze brede internationale steun behouden blijft. Dit is relevant voor het verkrijgen van toegang tot de rampplek, maar eveneens voor internationale medewerking aan de onderzoeken van de OVV en het OM, en de uiteindelijke berechting van de daders. De Veiligheidsraad is het belangrijkste internationale forum waar deze steun kan worden vastgelegd, zoals is gebeurd in resolutie 2166. Het kabinet informeert de Veiligheidsraad daarom regelmatig over de vorderingen met betrekking tot repatriëring en onderzoeken op momenten dat de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven. Op 16 december stuurde het kabinet voor het laatst een brief aan de Veiligheidsraad met daarin de laatste ontwikkelingen. Deze brief is opgenomen in de bijlagen1.

Nederland overlegt regelmatig met Veiligheidsraadsleden om steun voor repatriëring en het onderzoek met betrekking tot MH17 te behouden en het onderwerp op de agenda te houden. Speciale aandacht en waardering gaan daarbij uit naar de nauwe samenwerking met Australië, dat per 31 december 2014 de Veiligheidsraad verlaat. De samenwerking met Australië en Maleisië is goed en is van groot belang geweest voor het mobiliseren en vasthouden van de internationale steun voor de leidende Nederlandse rol in de nasleep van de ramp met vlucht MH17, onder meer via de aanname van resolutie 2166. Per 1 januari 2015 treedt Maleisië aan als tijdelijk lid van de Veiligheidsraad. Het kabinet is en blijft in nauw contact met Maleisië – en andere leden van de Veiligheidsraad – om de internationale steun en de onafhankelijkheid van de onderzoeken te bewaken.

Nabestaanden

De Stichting MH17 is namens nabestaanden en in samenwerking met Slachtofferhulp Nederland opgericht. Tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Stichting MH17 vindt deze week overleg plaats. Dan wordt onder andere gesproken over de wijze waarop schadevergoedingen en vergoedingen van uitvaarten tijdig verkregen kunnen van Malaysian Airlines. Het kabinet draagt de stichting een warm hart toe en ondersteunt waar het kan.

Nazorg nabestaanden

In aanvulling op het Informatie Verwijs Centrum (IVC) is er voor nabestaanden ook een mogelijkheid om in contact te komen met stichting Arq. Dat contact wordt tot stand gebracht via medewerkers van Slachtofferhulp Nederland. De stichting Arq biedt een luisterend oor en kan in een telefoongesprek of mailwisseling meedenken met de nabestaanden of hun directe hulpverlener over de mogelijkheden van (psychosociale) ondersteuning of begeleiding en wie voor hen de aangewezen hupverlener zou kunnen zijn. Sinds medio november is dertien keer contact opgenomen via telefoon en email en zijn er drie e-consults ontvangen. De stichting Arq heeft eveneens contact gelegd met het Nederlands Huisartsen Genootschap en de Landelijke Huisartsenvereniging om het Nazorg Contact Punt onder de aandacht te brengen bij de huisartsen. De familie rechercheurs blijven beschikbaar, maar gaan in de loop van 2015 overdragen aan slachtofferhulp.

Herdenkingsbijeenkomst

De 298 slachtoffers van vlucht MH17, waaronder 196 van Nederlandse nationaliteit, zijn maandag 10 november 2014 herdacht tijdens de Nationale Herdenking MH17 in de Amsterdam RAI. Ruim 1600 nabestaanden woonden het herdenkingsprogramma bij. Voorts waren de landen van alle slachtoffers van niet-Nederlandse nationaliteit vertegenwoordigd op ambassadeursniveau. Het programma bestond naast de rechtstreeks uitgezonden herdenkingsceremonie uit een voorontvangst en een aansluitend programma waar ruimte was voor ontmoeting. Hierbij waren ook Zijne Majesteit de Koning, Hare Majesteit Koningin Máxima, de Minister-President, een vertegenwoordiging van de ministerraad alsmede de voorzitters en een vertegenwoordiging van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal aanwezig. De uitzending is live op televisie uitgezonden. Ook alle nationale en diverse regionale radiozenders besteedden aandacht aan de herdenking.

Website voor nabestaanden

Het Informatie en Verwijs Centrum (IVC) Vliegramp Oekraïne, de website voor nabestaanden, biedt ook in 2015 (en een lange periode daarna) nog een centrale plek voor informatie en advies aan nabestaanden en mensen in de directe kringen daaromheen.

Voor nabestaanden is er een besloten gedeelte op de website waarin zij elkaar online kunnen ontmoeten om verhalen te delen en vragen te stellen. In deze omgeving wordt door Slachtofferhulp Nederland, de rijksoverheid en andere betrokken partijen, nog voortdurend informatie gedeeld die alleen bestemd is voor de directe nabestaanden. Aan de website is een nieuwsbrief gekoppeld die op dit moment nog drie keer in de week wordt verstuurd.

Veiligheid luchtruim en informeren passagiers

Neergeschoten helikopters en vliegtuigen

In antwoord op de vraag van het lid Omtzigt tijdens het algemeen overleg van 13 november is toegezegd uw Kamer te rapporteren over het aantal neergeschoten vliegtuigen en helikopters boven Oost-Oekraïne voorafgaand aan de ramp op 17 juli. In de periode van 15 april tot 17 juli 2014 zijn mogelijk elf vliegtuigen en acht helikopters boven Oost-Oekraïne neergekomen. Hierbij is niet alleen het aantal maar ook de oorzaak onduidelijk. In een aantal gevallen claimen separatisten vliegtuigen/helikopters te hebben neergeschoten, maar is het bewijsmateriaal (filmbeelden) aantoonbaar gemanipuleerd. De Oekraïense autoriteiten spreken een aantal van deze claims ook tegen. Waarschijnlijk zijn niet alle vliegtuigen en helikopters neergeschoten. Onvoldoende training en ervaring van de bemanningen en de slechte staat van onderhoud hebben waarschijnlijk ook hun tol geëist.

Task Force on Risks to Civil Aviation arising from Conflict Zones

Bij brieven van 2 september (Kamerstuk 33 997, nr. 15) en 18 november (Kamerstuk 31 936, nr. 232) heeft de staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu uw Kamer geïnformeerd over het werk van de Task Force on Risks to Civil Aviation arising from Conflict Zones (TFR CZ) en waarvan het werkprogramma op 27 oktober jl. door de ICAO Council is goedgekeurd. Op 1 en 2 december heeft de derde en tevens laatste bijeenkomst van de TF RCZ plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst is de voortgang van het werkprogramma besproken. Hierbij is onder meer ingegaan op het voorstel van een team van internationale experts inzake richtlijnen voor het maken van risicoanalyses voor het vliegen boven conflictgebieden. Deze richtlijnen kunnen zowel door luchtvaartmaatschappijen als staten worden gebruikt. Voorts is tijdens de TF RCZ verder gesproken over een centraal systeem waarin informatie over conflictgebieden kan worden gedeeld. Het centraal uitwisselen van relevante en betrouwbare informatie wordt gezien als een belangrijk element om de risico's van vliegen over conflictgebieden te mitigeren. De ICAO zal tijdens de High Level Safety Conference (HLSC) in februari 2015 een prototype van dit systeem presenteren waarbij gebruik wordt gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan in Europees verband. Ook ten aanzien van de overige onderdelen van het werkprogramma is het belang van verdere uitwerking aangegeven. Onderdeel van dit werkprogramma is het ontwikkelen van richtlijnen voor «good practice» door de sector wat betreft informatievoorziening aan passagiers in relatie tot het vliegen over conflictgebieden. Zoals ook reeds door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu is aangegeven tijdens het AO luchtvaart van 26 november 2014 heeft Nederland in de TF RCZ er op aangedrongen dat dit onderdeel in het werkprogramma werd opgenomen. Dit aspect zal door de International Air Transport Association (IATA) worden opgepakt. Over de voortgang hiervan zal de Kamer worden geïnformeerd.

Ten slotte zullen de bevindingen van de voorzitter van de TF RCZ door tussenkomst van het ICAO Secretariaat worden voorgelegd aan de HLSC met het verzoek om de uitkomsten te steunen en in te stemmen met de verdere uitwerking en implementatie van het werkprogramma.

Onderzoek naar toedracht

Het onderzoek naar de toedracht van de ramp met Malaysia Airlines vlucht MH17 is in volle gang. Nu de vier konvooien met wrakstukken op luchtmachtbasis Gilze-Rijen zijn aangekomen, kan ook het onderzoek aan de wrakstukken beginnen.

Daarnaast is de Onderzoeksraad van plan om voor het onderzoek naar de oorzaak en het verloop van de crash een reconstructie te maken van een deel van het toestel. Dat is een ingewikkeld proces, dat nog maanden in beslag kan nemen.

Strafrechtelijk onderzoek

Joint Investigation Team

Op 4 december jl. heeft een tweede grote coördinerende bijeenkomst bij Eurojust plaatsgevonden, waarin vertegenwoordigers van de getroffen landen informatie hebben gedeeld over de voortgang van het strafrechtelijk onderzoek en de identificatie van de slachtoffers. Alle aanwezige landen deelden de wens dat voortgegaan moet worden op de ingeslagen weg van gecoördineerd internationaal strafrechtelijk onderzoek. Verder is toen overeengekomen dat Maleisië als lid toetreedt tot het gemeenschappelijke onderzoeksteam (het JIT).

Informeren door OM

Op 5 november jl. heeft een vertrouwelijke briefing plaatsgevonden door het openbaar ministerie. Zoals op 13 november aan uw Kamer toegezegd, zal waar nodig en passend in het onderzoek een eventuele nadere briefing begin 2015 kunnen plaatsvinden.

In overeenstemming met de wettelijke verplichting om nabestaanden in een strafzaak te informeren over de stand van zaken, zal het OM de nabestaanden van de slachtoffers van de MH17 ramp deze week schriftelijk informeren over de voortgang van het onderzoek.

Mogelijkheden strafvervolging en berechting

Het strafrechtelijk onderzoek is in volle gang en het is van het grootste belang dat dit in alle rust kan blijven plaatsvinden, zonder dat het OM voor de voeten wordt gelopen. Over de mogelijkheden voor vervolging en berechting van verdachten zal ik uw Kamer informeren, zodra dat – mede gelet op het onderzoek – mogelijk is, zoals wij dat tijdens het AO van 13 november hebben aangegeven.

Evaluatie nationale crisisbeheersingsorganisatie vlucht MH17

In het algemeen overleg van 13 november is toegezegd uw Kamer meer duidelijkheid te verschaffen over de contouren en het tijdpad van de evaluatie. Het WODC is hier inmiddels mee gestart. Het onderzoekskader voor de «Evaluatie nationale crisisbeheersingsorganisatie vlucht MH17» is gevoegd bij deze brief2.

Herdenkingspenning

Aan de betrokken medewerkers van verschillende organisaties die een rol hebben gespeeld bij de afwikkeling van de vliegramp zal een herdenkingspenning namens het kabinet worden uitgereikt vanwege hun bijzondere inzet na de ramp.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven