33 996 Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand

Nr. 38 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN TOORENBURG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 37

Ontvangen 29 juni 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

Indien de houder van een vergunning sponsor is van een sportvereniging, sportteam of een of meerdere individuele sporters, biedt die vergunninghouder geen kansspelen aan op de prestaties van die sportvereniging, dat sportteam of die individuele sporter of sporters. Onder sponsoring wordt verstaan het al dan niet rechtstreeks verstrekken van financiële of andere bijdragen door een vergunninghouder, welke verstrekking geheel of gedeeltelijk tot doel heeft de verspreiding van een merknaam of een productnaam naar het algemene publiek of een deel daarvan te bevorderen of mogelijk te maken.

Toelichting

De indiener herkent de zorgen die vanuit alle ketenpartners wordt gedeeld, in het bijzonder de sportbonden, over de integriteit van de sport in relatie tot het wetsvoorstel Kansspelen op afstand. Een daarvan betreft dat door de voorgestelde online legalisering van sportweddenschappen sprake zal kunnen zijn van beïnvloeding of enige andere vorm van belangenverstrengeling die ertoe kan leiden dat uitslagen gemanipuleerd kunnen worden. Het aanbieden van lucratieve sponsorcontracten aan clubs of individuele spelers zou hiertoe een serieus middel kunnen zijn.

De indiener meent dat het risico reëel is dat (een aantal) kansspelaanbieders er niet voor zal terugdeinzen om op een dergelijke wijze de sport kapot te maken, ten gunste van de eigen financiële belangen. Een belangrijke indicatie daarvoor vormt de wijze waarop sommige grote buitenlandse kansspelaanbieders de afgelopen jaren – ondanks het verbod hierop – hebben gepersisteerd in hun aanbod naar de Nederlandse markt.

In dat kader meent indiener, in tegenstelling tot de regering1, dat niet al te veel verwacht mag worden van het «integriteitsbeleid» dat de vergunninghouders verplicht zijn te hanteren.

Door diverse sportbonden is gewezen op het risico van strijdige belangen. In een hoorzitting over onderhavig wetsvoorstel is daartoe onder andere aangevoerd dat de invloed van kansspelaanbieders op teams of sporters niet samengaat met het aanbieden van sportweddenschappen op die teams of sporters.2 Een uitwerking hiervan vormt onderhavig amendement, namelijk dat het aanbieden van sportweddenschappen op teams of individuele sporters, waar de aanbieder invloed op uit kan oefenen, moet worden verboden. Daarom zou een kansspelaanbieder die een team of sporter sponsort hier geen sportweddenschappen op mogen aanbieden. Ook de regering heeft erkend dat sportwedstrijden op individueel niveau kwetsbaar zijn voor matchfixing.3

Met de term sponsoring en sponsor wordt aangesloten bij het begrip sponsoring in de Mediawet 2008. Het begrip «sponsor zijn van» of «sponsoring» dient overigens ruim uitgelegd te worden. Zo valt bijvoorbeeld ook de sponsoring van een stadion dat als thuisstadion door een sportvereniging, sportteam of individuele sporter wordt gebruikt binnen de reikwijdte van dit artikel, evenals het sponsoren van evenementen die worden georganiseerd door de sportvereniging, het sportteam of de individuele sporter. De indiener benadrukt dat de sponsoring van een sportbond (zoals de KNVB of de KNSB) niet onder dit verbod valt. Het is indiener uitsluitend te doen om het voorkomen van ongewenste beïnvloeding en belangenverstrengeling door een aanbieder die rechtstreeks verbonden is aan een vereniging, team of een speler waar de aanbieder tegelijkertijd kansspelen op aanbiedt.

Een sponsor hoeft niet de enige sponsor of de hoofdsponsor te zijn voor toepassing van dit artikel.

Het verbod in onderhavig amendement is niet van toepassing op sponsoring van activiteiten door vergunninghouders die geen sportwedstrijden zijn. Te denken valt aan de sponsoring van concerten en beurzen in sportaccommodaties zoals stadions. Het ligt voor de hand dat de Ksa nadere beleidsregels opstelt ter beoordeling of deze sponsoring buiten de reikwijdte van het in dit amendement neergelegde verbod valt.

Het in artikel 5a opgenomen verbod om kansspelen aan te bieden op sporters, teams of verenigingen die de vergunninghouder sponsort is een voorwaarde waaronder de vergunning wordt verleend. Bij niet naleving kan de vergunning van de betrokken kansspelhouder worden ingetrokken.

Van Toorenburg


X Noot
1

Nota n.a.v. het nader verslag, Kamerstukken II 2015/16, 33 996, nr. 12, blz. 58.

X Noot
2

Hoorzitting Wet op de Kansspelen, commissie V&J, d.d. 21 mei 2015.

X Noot
3

Nota n.a.v. het nader verslag, Kamerstukken II 2015/16, 33 996, nr. 12, blz. 59.

Naar boven