33 996 Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand

Nr. 21 AMENDEMENT VAN HET LID VAN TOORENBURG

Ontvangen 21 juni 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel I, onderdeel C, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

Indien een vergunninghouder sponsor is van een sportvereniging, sportteam of een of meerdere individuele sporters, is het de vergunninghouder niet toegestaan kansspelen aan te bieden gerelateerd aan de prestaties van die sportvereniging, dat sportteam of die individuele sporter of sporters. Onder sponsor wordt verstaan een onderneming of een natuurlijke persoon die financiële of andere bijdragen verstrekt, welke verstrekking geheel of gedeeltelijk tot doel heeft de verspreiding van een merknaam of een productnaam naar het algemene publiek of een deel daarvan te bevorderen of mogelijk te maken.

Toelichting

De indiener herkent de zorgen die vanuit alle ketenpartners wordt gedeeld, in het bijzonder de sportbonden, over de integriteit van de sport in relatie tot het wetsvoorstel Kansspelen op afstand. Een daarvan betreft dat door de voorgestelde online legalisering van sportweddenschappen sprake zal kunnen zijn van beïnvloeding of enige andere vorm van belangenverstrengeling die ertoe kan leiden dat uitslagen gemanipuleerd kunnen worden. Het aanbieden van lucratieve sponsorcontracten aan sportbonden, clubs of individuele spelers zou hiertoe een serieus middel kunnen zijn.

De indiener meent dat het risico reëel is dat (een aantal) kansspelaanbieders er niet voor zal terugdeinzen om op een dergelijke wijze de sport kapot te maken, ten gunste van de eigen financiële belangen. Een belangrijke indicatie daarvoor vormt de wijze waarop sommige grote buitenlandse kansspelaanbieders de afgelopen jaren – ondanks het verbod hierop – hebben gepersisteerd in hun aanbod naar de Nederlandse markt. Ook is inmiddels daadwerkelijk gepoogd middels het aanbieden van een lucratieve sponsorcontract naar een sportbond de besluitvorming rondom de kansspelbelasting in onderhavig wetsvoorstel te beïnvloeden. Ook dat doet – behoudens financiële belangen – weinig goeds vermoeden voor de toekomst mocht onderhavig wetsvoorstel worden aangenomen.

In dat kader meent indiener, in tegenstelling tot de regering1, dat niet al te veel verwacht mag worden van het «integriteitsbeleid» dat de vergunninghouders verplicht zijn te hanteren. Ook stelt indiener grote vraagtekens bij de wijze waarop de Kansspelautoriteit in de toekomst dit integriteitsbeleid toetst alvorens een vergunning te verlenen.

Door diverse sportbonden is gewezen op het risico van strijdige belangen. In een hoorzitting over onderhavig wetsvoorstel is daartoe onder andere aangevoerd dat de invloed van kansspelaanbieders op teams of sporters niet samengaat met het aanbieden van sportweddenschappen op die teams of sporters.2 Een uitwerking hiervan vormt onderhavig amendement, namelijk dat het aanbieden van sportweddenschappen op teams of individuele sporters, waar de aanbieder invloed op uit kan oefenen, moet worden verboden. Daarom zou een kansspelaanbieder die een team of sporter sponsort hier geen sportweddenschappen op mogen aanbieden. Ook de regering heeft erkend dat sportwedstrijden op individueel niveau kwetsbaar zijn voor matchfixing.3

Blijkens de MvT wil de regering belangrijke onderdelen van dit wetsvoorstel – uitwerken in lagere regelgeving; zij verwijst hier meer dan 110 keer naar. Indiener vindt bovengenoemd punt echter zo essentieel voor het vertrouwen en plezier in de sport dat zij bovengenoemd idee hiertoe wil vastleggen in onderhavig wetsvoorstel.

Het «sponsor zijn van» als bedoeld in het voorgestelde artikel 5a dient ruim uitgelegd te worden. Zo valt bijvoorbeeld ook de sponsoring van een stadion dat als thuisstadion door een sportvereniging, sportteam of individuele sporter wordt gebruikt binnen de reikwijdte van dit artikel, evenals het sponsoren van evenementen die worden georganiseerd door de sportvereniging, het sportteam of de individuele sporter.

Een sponsor hoeft niet de enige sponsor of de hoofdsponsor te zijn voor toepassing van dit artikel.

De bepalingen uit dit artikel gelden als een beperking als bedoeld in artikel 5, vierde lid, onderdeel c (nieuw). Bij niet-naleving kan de vergunning worden ingetrokken.

Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door toevoeging van een nieuw artikel 5a aan de Wet op de kansspelen.

Van Toorenburg


X Noot
1

Nota n.a.v. het nader verslag, Kamerstukken II 2015/16, 33 996, nr. 12, blz. 58.

X Noot
2

Hoorzitting Wet op de Kansspelen, commissie V&J, d.d. 21 mei 2015.

X Noot
3

Nota n.a.v. het nader verslag, Kamerstukken II 2015/16, 33 996, nr. 12, blz. 59.

Naar boven