33 980 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving

L VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 juni 2019

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft kennisgenomen van de brief van de Minister voor Medische Zorg en Sport van 13 mei 2019 waarmee het wetsvoorstel Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving (33 980) wordt ingetrokken.1

Naar aanleiding hiervan is op 29 mei 2019 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 24 juni 2019 gereageerd.

De commissie2 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Minister voor Medische Zorg en Sport

Den Haag, 29 mei 2019

De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft kennisgenomen van uw brief van 13 mei 2019 waarmee het wetsvoorstel Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving (33 980) wordt ingetrokken.3 Met interesse hebben zij vernomen dat u tevens voornemens bent om een nieuw, verbeterd wetsvoorstel met de door u gewenste aanpassingen, in procedure te brengen.

Tijdens de plenaire behandeling van het inmiddels ingetrokken wetsvoorstel is toegezegd om de verschillen tussen ongecontracteerde zorg, waarbij toestemming van de verzekerde nodig is, en gecontracteerde zorg, waarbij geen expliciete toestemming nodig is, in beeld te brengen, teneinde zicht te

krijgen op het nut van dossiercontrole.4 De commissie meent dat een dergelijk inzicht ook ten behoeve van het nog in te dienen wetsvoorstel nuttig kan zijn en gaat ervan uit dat de uitkomsten van het onderzoek worden meegenomen bij de uitwerking daarvan. De commissie ziet het door u aangekondigde wetsvoorstel met belangstelling tegemoet. De toezegging zal in afwachting daarvan als openstaand geregistreerd blijven staan.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J.T. Martens

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2019

Naar aanleiding van vragen van de leden Ganzevoort en Nooren bij de plenaire behandeling van wetsvoorstel 339805, heb ik toegezegd na te gaan of de verschillen tussen controles bij ongecontracteerde zorg en bij gecontracteerde zorg in beeld kunnen worden gebracht. De verzekeraars hebben voor controles bij ongecontracteerde zorg de expliciete toestemming van de verzekerde nodig6, en niet voor controles bij gecontracteerde zorg.

Daarop ben ik nagegaan of er bruikbare informatie bestaat over de verschillen tussen de hiervoor genoemde controles. Desgevraagd hebben de zorgverzekeraars aangegeven dat zij geen sluitende administratie bijhouden van de verschillen tussen controles bij gecontracteerde zorg en ongecontracteerde zorg met betaalovereenkomst en bij ongecontracteerde zorg zonder betaalovereenkomst.

De signalen die Zorgverzekeraars Nederland wel van haar leden heeft gekregen zijn dat tenminste een aantal zorgverzekeraars het aantal verzoeken voor toestemming aan verzekerden voor inzage in het medisch dossier bij ongecontracteerde zorg zonder betaalovereenkomst sterk heeft beperkt omdat de respons van verzekerden op deze vragen zeer laag is.

Uit voorgaande maak ik op dat er helaas niet voldoende informatie bestaat om daaruit harde gevalideerde conclusies te kunnen trekken. Dat laat uiteraard onverlet dat bruikbare ervaringen van zorgverzekeraars die er wel zijn op dit vlak en waar we met hen over in gesprek blijven, zullen worden meegenomen.

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft mij gevraagd wat het intrekken van het wetsvoorstel 33980 voor gevolgen heeft, mede in het licht van het in mijn brief van 13 mei jongsleden7 aangekondigde wetsvoorstel. Ik zal u separaat een afschrift van de beantwoording van die vraag toezenden.

De Minister voor Medische Zorg en Sport, B.J. Bruins


X Noot
1

Kamerstukken I 2018/19, 33 980, K.

X Noot
2

Samenstelling:

Ganzevoort (GL), Bruijn (VVD) (vice-voorzitter), Gerkens (SP), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Koole (PvdA), Bredenoord (D66), Teunissen (PvdD), De Bruijn-Wezeman (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Adriaansens (VVD) (voorzitter), Beukering (FVD), Van der Burg (VVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Van Huffelen (D66), Van Pareren (FVD) (vicevoorzitter), Pouw-Verweij (FVD), Prins (CDA), Vendrik (GL), Verkerk (CU), Van Wely (FVD).

X Noot
3

Kamerstukken I 2018/19, 33 980, K.

X Noot
4

Toezegging T02676 (Handelingen I 2018/19, nr. 12, item 2, p. 5 en 24).

X Noot
5

Het bij koninklijke boodschap van 30 juni 2014 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving (Kamerstukken 33 980).

X Noot
6

Expliciete toestemming is nodig bij ongecontracteerde zorg zonder betaalovereenkomst en niet bij ongecontracteerde zorg met betaalovereenkomst en gecontracteerde zorg.

X Noot
7

Eerste Kamer, vergaderjaar 2018–2019, 33 980, K.

Naar boven