33 961 Aanpassing van het sanctiemechanisme voor decentrale overheden van de Wet houdbare overheidsfinanciën

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1

Vastgesteld 13 april 2015

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel aanpassing sanctiemechanisme voor decentrale overheden van de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof). Deze leden menen dat het van belang is dat het sanctiemechanisme daadwerkelijk wordt vervangen door een correctiemechanisme en hebben over het wetsvoorstel nog de volgende vragen.

Hoe verhoudt naar het oordeel van de regering de vervanging van het sanctiemechanisme zoals thans opgenomen in de Wet Hof door een correctiemechanisme middels het wetsvoorstel zich tot handhaving van de mogelijkheid tot het opleggen van sancties (boetes, kortingen) aan de decentrale overheden?

Past een sanctie (boete of korting) in een correctiemechanisme?

Hoe verhoudt een dergelijke eenzijdige sanctie (boete of korting) zich naar het oordeel van de regering tot artikel 124 van de Grondwet?

Acht de regering het denkbaar dat decentrale overheden de rijksoverheid een sanctie (boete of korting) opleggen in geval er sprake is van structurele overschrijding van het EMU-saldo uit hoofde van het tekort op de rijksbegroting?

Is het in het kader van onderhavig wetsvoorstel denkbaar dat de rijksoverheid decentrale overheden een sanctie (boete of korting) oplegt zonder dat er sprake is van een door de Europese Commissie opgelegde sanctie (boete of korting)? Zo nee, accepteert de regering dan de strekking van het ingediende amendement-Koolmees c.s.2 dat regelt dat decentrale overheden alleen een sanctie kunnen krijgen als de Nederlandse staat een sanctie krijgt op grond van Europese regelgeving ten aanzien van de normering van het EMU-saldo en de EMU-schuld? Is de regering in dat geval bereid aan de mogelijkheid tot het opleggen van een sanctie (boete of korting), zoals thans in het wetsvoorstel ligt besloten, via een algemene maatregel van bestuur géén invulling te geven?

De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de reactie van de regering – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Essers

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), Essers (CDA) (voorzitter), Sylvester (PvdA), Terpstra (CDA), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Reuten (SP), Knip (VVD), Backer (D66), De Boer (GL), Van Boxtel (D66), Bröcker (VVD), Ester (CU), De Grave (VVD) (vice-voorzitter), Hoekstra (CDA), De Lange (OSF), Postema (PvdA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Vos (GL), Van Beek (PVV), Kok (PVV), Bruijn (VVD), Van Zandbrink (PvdA)

X Noot
2

Kamerstukken II 2014–2015, 33 961, nr. 7.

Naar boven