De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorberei-dend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Zij willen de regering graag nog enkele vragen stellen.
Het is de leden van de VVD-fractie opgevallen, dat het wetsvoorstel oorspronkelijk
enkel zag op het herstel van wetstechnische gebreken en leemten. De leden van de VVD-fractie
constateren dat de eerste nota van wijziging vooral zag op wetstechnische aanpassingen
en taalfouten. In de tweede nota van wijziging staat dat door de aanname van de Rotterdamwet,
de wijzigingsopdracht in artikel III onuitvoerbaar is. Wat zijn de gevolgen van deze
nota van wijziging voor de uitvoering van deze wet? Blijft het doel in de praktijk
ongewijzigd, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van wet. Zij hebben
de volgende vragen. Zij lezen in de artikelen XX en XXIII dat de Woningwet en Wabo
zodanig worden gewijzigd dat de grondslag voor het stellen van parkeernormen voortaan
alleen via het bestemmingsplan kan geschieden. Deze leden horen graag een nadere toelichting
op nut en noodzaak van deze wijziging. Deze leden vragen dit mede in het licht van
de aanstaande omgevingswet, waarmee veel meer flexibiliteit in bestemmings-plannen
mogelijk wordt.
De leden van de SP-fractie hebben het wetsvoorstel met belangstelling gelezen. Zij
hebben naar aanleiding hiervan nog een enkele vraag die betrekking heeft op Onderdeel
I in de artikelsgewijze toelichting.
Artikelsgewijze toelichting
Onderdeel I
De leden van de SP-fractie vragen of de regering in kan gaan op de kritiek van de
Kiesraad die deze uit in zijn advies naar aanleiding van de gemeente-raadsverkiezing
en de verkiezing Europees parlement 2014. Die kritiek behelst de voorgestelde oplossing
rondom het conflicteren van de artikelen 17 en 19 van de Kieswet die naar de mening
van de Kiesraad de verwarring nog niet helemaal wegneemt. De Kiesraad stelt dat nog
niet helemaal duidelijk wordt wat precies openbaar wordt gemaakt. Deelt de regering
deze kritiek van de Kiesraad of is zij van mening dat met de voorgestelde wijziging
de benodigde duidelijkheid wel wordt geschapen? Zo ja, waarom?
De voorzitter van de commissie, Berndsen-Jansen
De waarnemend griffier van de commissie, Hendrickx