Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2015
Tijdens het plenaire debat over het initiatiefwetsontwerp inzake de regelgeving voor
kredietunies op 19 maart jongstleden (Handelingen II 2014/15, nr. 65, item 5), heeft de Minister van Financiën toegezegd dat ik een schriftelijke reactie zal
geven op de motie van de leden Groot en Omtzigt (Kamerstuk 33 949, nr. 16). De motie verzoekt de regering te bezien hoe aan beginnende kredietunies de eerste
paar jaar een gericht opstartkrediet in de vorm van een achtergestelde lening kan
worden verstrekt.
Het is voor mkb-bedrijven moeilijk om aan financiering te komen. Het kabinet ondersteunt
daarom nieuwe aanbieders van mkb-financiering. Dit doen we onder andere door bij te
dragen aan de opzet en uitbouw van kredietunie initiatieven.
Zo heb ik in 2012 subsidie verstrekt voor een pilot om de eerste kredietunies op te
zetten en in 2013 om gezamenlijke activiteiten door en voor kredietunies te bekostigen.
Dankzij deze bijdrage kunnen op dit moment 7 kredietunies daadwerkelijk kredieten
verstrekken. Deze kredietunies hebben dankzij de subsidies ook alle benodigde documentatie
en systemen ontwikkeld die nodig zijn om een kredietunie op te zetten. Deze voorzieningen
zijn nu beschikbaar voor nieuwe kredietunies en reduceren de opstartkosten van een
kredietunie aanzienlijk. Verder heb ik de borgstellingsregeling voor het mkb (BMKB)
opengesteld voor niet-banken, zoals kredietunies. Onder de BMKB kunnen geaccrediteerde
kredietunies een gedeeltelijke overheidsgarantie krijgen op verstrekte kredieten.
De tot nu toe gestarte kredietunies zijn opgezet door enthousiaste en gedreven mensen
uit branches en regio’s. Dit enthousiasme en het netwerk van deze mensen is een belangrijke
succesfactor voor de start van een kredietunie. Nieuwe kredietunies kunnen daarbij
gebruik maken van de met mijn steun ontwikkelde kennis en voorzieningen. Voor zover
aspirant kredietunies nog een extra impuls nodig hebben ligt het voor de hand dat
brancheorganisaties of lokale overheden een steuntje in de rug geven in de vorm van
een lening of subsidie.
Op dit moment worden door kredietunies nog maar in beperkte mate kredieten verstrekt.
Daarom is het van belang dat de reeds actieve kredietunies snel hun kredietverlening
kunnen uitbreiden. Mijn beleid richt zich in deze fase daarom primair op het versterken
van actieve kredietunies.
Ik ben bereid om actieve kredietunies te ondersteunen bij het bereiken van een adequate
omvang door extra middelen beschikbaar te stellen voor kredietunie-overstijgende activiteiten.
Gedacht kan worden aan activiteiten ter vergroting van de bekendheid bij bedrijven
die financiering zoeken en bij (potentiële) investeerders. Ook activiteiten ter verbetering
van het kredietproces en de organisatie van kredietunies kunnen in aanmerking komen
voor ondersteuning. Dit stelt kredietunies vervolgens in staat om een beroep te doen
op de borgstellingsregeling voor het mkb, zodat kredietunies een duurzame en substantiële
kredietverlening aan het mkb kunnen realiseren. Over de concrete invulling van genoemde
maatregelen ben ik in gesprek met reeds actieve kredietunies. In het licht van bovenstaande
zie ik geen toegevoegde waarde in het idee van een startkrediet en ontraad ik de motie
van de leden Groot en Omtzigt.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp