Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 33930-X nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 33930-X nr. 3 |
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in:
a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X);
b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastenagentschappen van dit Ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
B1. LEESWIJZER
Budgettair kader
Uit de hiervoor vermelde samenvattende departementale begrotingsstaat blijkt dat ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 de begroting van de uitgaven voor 2013 met € 8,1 miljoen wordt verlaagd en dat het begrotingsbedrag van de ontvangsten voor 2013 met een bedrag van € 16,1 miljoen wordt verlaagd. Met deze mutaties uit de slotwet 2013 leidt dit tot een uitgavenbudget van € 7.702,1 miljoen en een ontvangstenbudget van € 308,5 miljoen. Het bedrag voor de in 2013 aan te gane verplichtingen wordt verlaagd met € 410,4 miljoen tot een bedrag van € 7.549,8 miljoen.
Samenvatting belangrijkste begrotingswijzigingen
Eén van de voornaamste oorzaken die het totale uitgavenbudget beïnvloedt, is de doorwerking van de per saldo lagere ontvangsten van € 16,1 miljoen. Het betreft – € 20,5 miljoen bij de ondersteunende diensten (CDC – € 6,5 miljoen en DMO – € 14 miljoen) en een hogere ontvangst bij de taakuitvoering landstrijdkrachten (€ 6 miljoen).
De totale eindejaarsmarge Defensie bedraagt – € 31,2 miljoen.
Voor HGIS is de eindejaarsmarge vastgesteld op € 58,3 miljoen. Deze eindejaarsmarge is bepaald op basis van de beschikbare budgetten conform de Najaarsnota en de uiteindelijke realisatie over 2013.
De lagere verplichtingen worden vooral veroorzaakt door minder investeringen op het gebied van groot materieel.
Toelichtingen
De mutaties in de slotwet hebben in het algemeen een niet-beleidsmatig karakter en ontstaan door het verloop van de realisatie. Daarnaast is er sprake van twee departementale budgetoverhevelingen. Dit betreft de bijstelling van de bijdrage voor het platform «Rijksoverheid Online« aan het Ministerie van Algemene Zaken (€ 0,4 miljoen) en de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor de inzet van twee KMar liaisons op de locaties Peru (Lima) en Kenia (Nairobi) voor € 0,5 miljoen.
Verder zijn er drie beleidsmatige mutaties op het verplichtingenbudget.
Het verplichtingenbudget van het CDC is verhoogd met € 106,5 miljoen als gevolg van de meerjarige bijstelling van het kostenplafond voor de Nederlandse bijdrage aan het Strategic Airlift Capability (SAC) C-17 programma. Het verplichtingenbudget van het CLSK is naar boven bijgesteld voor F16 opleidingen en trainingen in Tucson USA ($ 149 miljoen voor de periode 2014 tot en met 2018) en door het onderhoudscontract van de Makila 1A2 motoren voor de Cougar helikopters (€ 34,6 miljoen voor de periode 2014 tot en met 2017). Deze mutaties zijn aan de Kamer gemeld in de brief van 28 februari 2014 (TK 2013–2014, 33750-X-43).
Mutaties
Bij de beleidsartikelen worden de mutaties naar oorzaak toegelicht waarbij het totaal van de mutaties sluit op de slotwet zoals die is opgenomen in de tabel voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten.
Baten-lastenagentschappen
In de eerste en tweede suppletoire begroting 2013 zijn bij de baten-lastenagentschappen geen mutaties opgenomen. Voor het verschil tussen de begroting en de eindrealisatie wordt verwezen naar het Jaarverslag 2013.
B 2. ALGEMENE TOELICHTING
In aansluiting op de tweede suppletoire begroting 2013 (samenhangende met de Najaarsnota), vastgesteld bij de Wet van 28 januari 2013, Stb. 38, strekt het onderhavige wetsvoorstel ertoe, op grond van artikel 10, derde lid, onder c, van de Comptabiliteitswet, per begrotingsartikel een positief dan wel negatief verschil tussen het beschikbare begrotingsbedrag en de realisatie op te heffen.
Overeenkomstig de voorschriften zijn de mutaties niet-beleidsmatig en hebben betrekking op boekhoudkundige dan wel uitvoeringstechnische aspecten.
Voor zover de aanpassingen van enige omvang zijn, is daarvan reeds eerder melding gemaakt in de Voorlopige Rekening Defensiebegroting 2013.
In aansluiting op de tweede suppletoire begroting 2013 ontstaat samenvattend het volgende beeld:
A. Uitgaven
Totaal van de verhoging – € 8,125 miljoen
B. Ontvangsten
Totaal van de verhoging – € 16,087 miljoen
Ad A. Uitgaven
Het onderstaande overzicht geeft weer, vanaf de autorisatiebegroting, wat de gevolgen zijn van de mutaties voor de verschillende deelbudgetten en welk bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x € 1 miljoen):
Artikel |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
11 |
12 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Inzet |
CZSK |
CLAS |
CLSK |
CKMar |
Investeringen krijgsmacht |
DMO |
CDC |
Algemeen |
Centraal apparaat |
Geheim |
Nominaal en onvoorzien |
|
Begroting 2013 |
213,2 |
714,1 |
1.135,8 |
663,9 |
317,6 |
1.173,4 |
862,5 |
939,4 |
95,5 |
1.592,9 |
5,3 |
63,4 |
7.777,0 |
Wijzigingen in samenhang met de Voorjaarsnota 2013 |
27,3 |
8,1 |
32,8 |
0,8 |
16,0 |
– 147,1 |
1,9 |
73,5 |
6,3 |
34,5 |
0,0 |
– 43,6 |
11,5 |
Stand Voorjaarsnota 2013 |
240,4 |
722,2 |
1.168,6 |
664,7 |
333,6 |
1.026,3 |
865,4 |
1.012,9 |
101,8 |
1.627,4 |
5,3 |
19,8 |
7.788,5 |
B. Beleidsmatige wijzigingen |
|||||||||||||
Stand Miljoenennota 2014 |
240,4 |
722,2 |
1.168,6 |
664,7 |
333,6 |
1.026,3 |
865,4 |
1.012,9 |
101,8 |
1.627,4 |
5,3 |
19,8 |
7.788,5 |
Wijzigingen in samenhang met de Najaarsnota 2013 |
– 37,6 |
– 11,0 |
– 11,5 |
– 11,4 |
– 2,4 |
– 22,4 |
– 6,7 |
25,7 |
1,5 |
17,3 |
0,0 |
– 19,8 |
-78,3 |
Stand najaarsnota 2013 |
202,8 |
711,3 |
1.157,1 |
653,3 |
331,2 |
1.003,9 |
858,7 |
1.038,6 |
103,4 |
1.644,7 |
5,3 |
0,0 |
7.710,2 |
Nadere wijzigingen: |
– 25,6 |
0,3 |
– 2,0 |
– 2,0 |
– 2,5 |
15,7 |
– 4,7 |
1,4 |
– 2,8 |
14,0 |
0,0 |
0,0 |
-8,2 |
Stand slotwet 2013 |
177,2 |
711,6 |
1.155,1 |
651,3 |
328,7 |
1.019,6 |
854,0 |
1.040,0 |
100,6 |
1.658,7 |
5,3 |
0,0 |
7.702,0 |
opmerking: afrondingsverschillen zijn mogelijk
De belangrijkste posten die de deelbudgetten en/of het defensiebudget beïnvloeden ten opzichte van het financiële niveau van de tweede suppletoire begroting 2013, samenhangend met de Najaarsnota 2013, zijn:
Wijzigingen
1. Eindejaarsmarge
Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting betreffen de minderuitgaven € 8,1 miljoen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de uitsplitsing naar HGIS (minder uitgaven van – € 23,1 miljoen) en defensie (meeruitgaven van € 14,8 miljoen). De meeruitgaven worden verlaagd, omdat de lagere ontvangsten doorwerken op het uitgavenbudget met € 16,1 miljoen. Hiervan heeft € 16,3 miljoen betrekking op Defensie en € 0,2 miljoen op HGIS.
Omschrijving |
Totaal uitgaven |
---|---|
Bijstelling (meer) uitgaven excl. HGIS |
– € 14.889 |
Bijstelling (minder) ontvangsten excl. HGIS |
– € 16.282 |
Totaal eindejaarsmarge Defensie |
– € 31.171 |
Omschrijving |
Totaal uitgaven |
---|---|
Saldo vrijgave tweede suppletoire begroting |
+ € 35.000 |
Bijstelling (minder) uitgaven Crisisbeheersingsoperaties |
+ € 22.858 |
Bijstelling (meer) ontvangsten |
+ € 196 |
Bijstelling (minder) uitgaven Attachés |
+ € 255 |
Totaal eindejaarsmarge HGIS |
+ € 58.309 |
De bijstellingen hebben betrekking op alle defensieonderdelen en worden nader toegelicht onder B3. Artikelsgewijze toelichting.
2. Bijstelling (verrekenbare) ontvangsten
Conform de regels van de budgetdiscipline wordt het uitgavenbudget bij hogere en/of lagere ontvangsten evenredig bijgesteld. Voor 2013 geldt na de tweede suppletoire begroting een bijstelling van in totaal € 16,1 miljoen (inclusief de ontvangsten HGIS van + € 0,2 miljoen). Derhalve wordt het uitgavenbudget met dit bedrag verlaagd. De minder gerealiseerde ontvangsten komen voor bij het beleidsartikel DMO (– € 14 miljoen), het CDC (– € 6,5 miljoen) en het Centraal Apparaat (– € 4 miljoen). De overige bijstellingen hebben betrekking op alle defensieonderdelen en worden nader toegelicht onder B3. Artikelsgewijze toelichting.
3. Overhevelingen overige departementen
Deze post betreft de bijstelling van de bijdrage voor het platform «Rijksoverheid Online« aan het Ministerie van Algemene Zaken (€ 0,4 miljoen) en de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor de inzet van twee KMar liaisons op de locaties Peru (Lima) en Kenia (Nairobi) voor € 0,5 miljoen. Het kas- en verplichtingenbudget is met deze mutaties aangepast.
Ad B. Ontvangsten
Het onderstaande overzicht geeft weer, vanaf de autorisatiebegroting, wat de gevolgen zijn van de mutaties voor de verschillende deelbudgetten en welk (eventueel afgerond) bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x € 1 miljoen):
artikel |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
11 |
12 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Inzet |
CZSK |
CLAS |
CLSK |
CKMar |
Investeringen krijgsmacht |
DMO |
CDC |
Algemeen |
Centraal apparaat |
Geheim |
Nominaal en onvoorzien |
totaal |
Begroting 2013 |
13,7 |
20,2 |
20,5 |
15,3 |
4,7 |
205,5 |
42,7 |
44,3 |
|
6,9 |
|
|
373,8 |
Wijzigingen in samenhang |
|||||||||||||
1. Bijstelling verkoopopbrengsten |
– 73,6 |
– 73,6 |
|||||||||||
2. Bijstelling overige ontvangsten |
– 7,0 |
– 0,1 |
– 0,1 |
– 0,1 |
4,7 |
35,3 |
16,6 |
– 0,2 |
49,2 |
||||
met de Voorjaarsnota 2013 |
|||||||||||||
Stand Voorjaarsnota 2013 |
6,7 |
20,0 |
20,5 |
15,2 |
4,6 |
136,7 |
77,9 |
60,9 |
0,0 |
6,8 |
0,0 |
0,0 |
349,3 |
Stand Miljoenennota 2014 |
6,7 |
20,0 |
20,5 |
15,2 |
4,6 |
136,7 |
77,9 |
60,9 |
0,0 |
6,8 |
0,0 |
0,0 |
349,3 |
Wijzigingen in samenhang met de Najaarsnota 2013 |
|||||||||||||
1. Bijstelling verkoopopbrengsten |
– 17,0 |
– 17,0 |
|||||||||||
2. Bijstelling overige ontvangsten |
– 1,0 |
– 2,0 |
– 1,4 |
2,3 |
– 2,3 |
– 4,4 |
1,0 |
– 7,8 |
|||||
Najaarsnota 2013 |
5,7 |
18,0 |
20,5 |
13,8 |
6,9 |
117,4 |
73,5 |
61,9 |
0,0 |
6,8 |
0,0 |
0,0 |
324,5 |
Wijzigingen in samenhang |
|||||||||||||
met de Slotwet 2013 |
– 0,9 |
0,8 |
6,2 |
1,4 |
0,3 |
0,7 |
– 13,9 |
– 6,6 |
– 4,1 |
– 16,1 |
|||
Stand slotwet 2013 |
4,8 |
18,8 |
26,7 |
15,2 |
7,2 |
118,1 |
59,6 |
55,3 |
0,0 |
2,7 |
0,0 |
0,0 |
308,4 |
Opmerking: afrondingsverschillen zijn mogelijk
Wijzigingen ontvangsten
De per saldo lagere ontvangsten (inclusief HGIS) die, volgens de regels van de budgetdiscipline, eveneens het uitgavenbudget met € 16,1 miljoen verlagen, vinden vooral hun oorzaak bij de DMO, het CDC en het Centraal Apparaat. De overige kleinere (meer) ontvangsten komen voort uit personele en materiële ontvangsten bij de defensieonderdelen (en met bij de CLAS).
Voor alle wijzigingen wordt voor een meer uitgebreide toelichting op de mutaties van de ontvangsten verwezen naar het gestelde in de artikelsgewijze toelichting.
B 3. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Voor het verklaren van verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de standen in de tweede suppletoire begroting 2013 worden op het niveau van (beleids)artikel de verschillen toegelicht die groter zijn dan, of gelijk zijn aan 5 procent (van het begrotingsartikelbedrag) of € 5 miljoen.
Beleidsartikel 1 Inzet
Artikel 1 Inzet (Bedragen x € 1.000) |
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
Stand Slotwet 2013 |
verschil met 2e suppletoire begroting |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
202.829 |
153.728 |
– 49.101 |
Programma-uitgaven |
202.829 |
177.246 |
– 25.583 |
Opdracht Inzet |
|||
– waarvan crisisbeheersingsoperaties (HGIS) |
193.279 |
170.420 |
– 22.859 |
– waarvan financiering nationale inzet krijgsmacht |
2.250 |
2.581 |
331 |
– waarvan overige inzet |
7.300 |
4.245 |
– 3.055 |
Ontvangsten |
5.707 |
4.807 |
– 900 |
Programma-ontvangsten |
|||
– waarvan crisisbeheersingsoperaties (HGIS) |
1.407 |
1.603 |
196 |
– waarvan overige inzet |
4.300 |
3.204 |
– 1.096 |
Verplichtingen
De neerwaartse bijstelling van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 bedraagt € 49,1 miljoen en houdt vooral verband met het budget voorziening HGIS. Deze voorziening is voor nieuwe missies en voor verlenging van lopende missies. Als deze niet worden aangegaan wordt het budget hiervoor (en hiermee ook de verplichtingen) vrijgegeven. Daarnaast zijn er minder verplichtingen aangegaan bij de lopende missies en overige inzet.
Uitgaven
De realisatie van de totale uitgaven van het artikel Inzet wijkt € 25,6 miljoen af ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.
Diverse operaties en contributies (HGIS)
De HGIS realisatie is uitgekomen op een bedrag van € 170,4 miljoen. Het verschil ten opzichte van de tweede suppletoire begroting bedraagt – € 22,9 miljoen. Dit verschil wordt veroorzaakt door minder uitgaven voor de missie in Kunduz en vrijgave van de voorziening HGIS.
Overige inzet
Onder de post «overige inzet» worden de uitzendtoelages (€ 0,8 miljoen) en de Vessel Protection Detachment (VPD’s) verantwoord. Voor de inzet van VPD’s is de realisatie – € 3,9 miljoen lager dan was voorzien met de tweede suppletoire begroting. Er zijn minder inzetten uitgevoerd dan waar rekening mee werd gehouden.
Ontvangsten
De HGIS-ontvangsten komen € 0,2 miljoen lager uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013. De ontvangsten van de rederij voor de vergoeding van de inzet van VPD’s ter bestrijding van de piraterij in Somalië valt met € 1,1 miljoen lager uit als gevolg van minder inzet van VPD’s.
Beleidsartikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten
Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000) |
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
Stand Slotwet 2013 |
verschil met 2e suppletoire begroting |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
711.277 |
697.863 |
– 13.414 |
Totaal Uitgaven |
711.277 |
711.618 |
341 |
Programma-uitgaven |
153.567 |
155.982 |
2.415 |
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK |
153.567 |
155.982 |
2.415 |
– waarvan inzet |
5.360 |
5.610 |
250 |
– waarvan gereedstelling |
53.528 |
53.392 |
– 136 |
– waarvan instandhouding |
94.679 |
96.980 |
2.301 |
Apparaatsuitgaven |
557.710 |
555.636 |
– 2.074 |
Staven |
9.629 |
8.610 |
– 1.019 |
Operationele eenheden Commando ZSK |
548.081 |
547.026 |
– 1.055 |
Apparaat per uitgavencategorie |
557.710 |
555.636 |
– 2.074 |
personele uitgaven |
492.161 |
491.414 |
– 747 |
materiële uitgaven |
65.549 |
64.222 |
– 1.327 |
– waarvan huisvesting en infrastructuur |
4.430 |
4.707 |
277 |
– waarvan ICT |
2.429 |
2.139 |
– 290 |
– waarvan overige exploitatie |
58.690 |
57.376 |
– 1.314 |
Apparaatsontvangsten |
18.044 |
18.882 |
– 838 |
Verplichtingen
De bijstelling van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 bedraagt € 13,4 miljoen en wordt veroorzaakt door minder aangegane verplichtingen binnen het instandhoudingsbudget en overige exploitatie.
Uitgaven
De uitgaven zijn met € 0,3 miljoen boven het budget van de 2e suppletoire begroting gerealiseerd. De instandhoudingskosten zijn € 2,4 miljoen hoger uitgevallen door onder andere de aanschaf van batterijen voor Zr. Ms. Zeeleeuw. De hogere uitgaven worden voor het merendeel gecompenseerd door de lagere apparaatsuitgaven van € 2,1 miljoen door het niet volledig tot realisatie komen van de loopbaanopleidingen en door vertraging in de verwerving als gevolg van reorganisatie.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn met € 0,8 miljoen bijgesteld ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 door de meer ontvangsten voor de vergoedingen van de ingediende zorgdeclaraties.
Beleidsartikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten
Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000) |
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
Stand Slotwet 2013 |
verschil met 2e suppletoire begroting |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.157.060 |
1.175.948 |
18.888 |
Uitgaven |
1.157.060 |
1.155.056 |
– 2.004 |
Programma-uitgaven |
152.716 |
154.992 |
2.276 |
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LAS |
152.716 |
154.992 |
2.276 |
– waarvan inzet |
|||
– waarvan gereedstelling |
94.297 |
87.150 |
– 7.147 |
– waarvan instandhouding |
58.419 |
67.842 |
9.423 |
Apparaatsuitgaven |
1.004.344 |
1.000.064 |
– 4.280 |
Staven |
18.675 |
8.098 |
– 10.577 |
Operationele eenheden Commando LAS |
985.669 |
991.966 |
6.297 |
Bijdragen aan SSO's |
|||
Apparaat per uitgavencategorie |
1.004.344 |
1.000.064 |
– 4.280 |
personele uitgaven |
930.214 |
931.372 |
1.158 |
materiële uitgaven |
74.130 |
68.692 |
– 5.438 |
Apparaatsontvangsten |
20.523 |
26.772 |
6.249 |
Verplichtingen
De realisatie van de verplichtingen is € 18,9 miljoen hoger dan voorzien was ten tijde de 2e suppletoire begroting. De CLAS is in 2013 voor het eerst een meerjarige verplichting aangegaan voor het uitbestede onderhoud voor het project «Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen» (€ 23 miljoen voor een periode van 10 jaar). Daarnaast is als gevolg van de oprichting van het Defensie Grondgebonden luchtverdedigingscommando bij het CLAS de contributie voor de «Nato Missile Firing Installation Patriots» vastgelegd (€ 1,2 miljoen). Het resterende verschil betreft (neerwaartse) bijstellingen van diverse kleine verplichtingen in de overige exploitatie.
Uitgaven
De gereedstelling is met € 7,1 miljoen lager uitgevallen doordat de oefeningen en activiteiten zijn gecombineerd. Hierdoor zijn de uitgaven voor operationele toelages en voeding lager uitgevallen.
De instandhoudingsbudgetten zijn met de tweede suppletoire begroting met € 18,8 miljoen neerwaarts bijgesteld, omdat een verwachte onderrealisatie werd voorzien. Vanwege de invoering van SAP was het de verwachting dat tijdens de «freeze-periode» geen mutaties in de logistieke systemen ingevoerd konden worden. In het laatste kwartaal is het verwervingsproces toch nog goed op gang gekomen, waardoor uiteindelijk € 9,4 miljoen meer gerealiseerd is.
De lagere apparaatsuitgaven van € 4,3 miljoen wordt veroorzaakt door het saldo van de hogere personele uitgaven en lagere materiële uitgaven, waaronder het niet volledig realiseren van het opleidingsbudget.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten van € 6,3 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 betreffen vooral de ontvangsten van de Navo partners voor geleverd materieel (€ 3,5 miljoen meer dan gepland). Verder was er in 2013 een incidentele ontvangst van € 2,2 miljoen voor de afkoopverrekening Schinnen door de Amerikanen. De resterende € 0,6 miljoen is een resultante van diverse hoger of lager uitgevallen ontvangsten ten opzichte van de planning.
Beleidsartikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten
Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000) |
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
Realisatie 2013 |
Verschil 2013 |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
653.266 |
857.262 |
203.996 |
Uitgaven |
653.266 |
651.319 |
– 1.947 |
Programma-uitgaven |
154.689 |
149.516 |
– 5.173 |
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LSK |
154.689 |
149.516 |
– 5.173 |
– waarvan inzet |
|||
– waarvan gereedstelling |
21.087 |
20.538 |
– 549 |
– waarvan instandhouding |
133.602 |
128.978 |
– 4.624 |
Apparaatsuitgaven |
498.577 |
501.803 |
3.226 |
Staven |
21.377 |
16.756 |
– 4.621 |
Operationele eenheden Commando LSK |
477.200 |
485.047 |
7.847 |
Apparaat per uitgavencategorie |
498.577 |
501.803 |
3.226 |
personele uitgaven |
398.998 |
401.910 |
2.912 |
materiële uitgaven |
99.579 |
99.893 |
314 |
Apparaatsontvangsten |
13.827 |
15.256 |
1.429 |
Verplichtingen
De verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 bedraagt € 203,9 miljoen. De hogere realisatie van de verplichtingen is vooral het gevolg van de meerjarige verplichting (voor de periode 2014 tot en met 2018) voor F-16 opleidingen in Amerika ($ 149 miljoen) en het onderhoudscontract van de Makila motoren voor de Cougar helikopters (€ 34,6 miljoen voor de periode 2014 tot en met 2017).
Uitgaven
De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 zijn € 1,9 miljoen lager dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat meer uitgaven (€ 4,6 miljoen) voor de Patriotmissie in Turkije ten laste van het HGIS budget zijn gebracht. Deze uitgaven waren initieel geboekt op het uitgavenbudget van het CLSK. De apparaatsuitgaven zijn met € 3,2 miljoen hoger uitgevallen door het latere omklapmoment van de reorganisatie, waardoor er sprake was van een hogere vulling.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten van € 1,4 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 hebben vooral betrekking op personele ontvangsten en meer ontvangsten voor de vergoedingen van de ingediende zorgdeclaraties.
Beleidsartikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (CKmar)
Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000) |
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
Realisatie 2013 |
Verschil 2013 |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
331.185 |
329.085 |
– 2.100 |
Uitgaven |
331.185 |
328.658 |
– 2.527 |
Programma-uitgaven |
2.285 |
2.252 |
– 33 |
Opdracht Inzet KMar |
2.285 |
2.252 |
– 33 |
– waarvan inzet |
|||
– waarvan gereedstelling |
2.285 |
2.252 |
– 33 |
– waarvan instandhouding |
|||
Apparaatsuitgaven |
328.900 |
326.406 |
– 2.494 |
Staven |
11.622 |
22.883 |
11.261 |
Operationele eenheden KMar |
317.278 |
303.523 |
– 13.755 |
Apparaat per uitgavencategorie |
328.900 |
326.406 |
– 2.494 |
personele uitgaven |
288.385 |
288.490 |
105 |
materiële uitgaven |
40.515 |
37.916 |
– 2.599 |
Apparaatsontvangsten |
6.890 |
7.154 |
264 |
Verplichtingen
De realisatie van verplichtingen is € 2,1 miljoen lager en houden verband met de lagere materiële uitgaven.
Uitgaven
De lagere realisatie binnen de uitgaven van de KMar van € 2,5 miljoen is nagenoeg in zijn geheel toe te schrijven aan de knelpunten in het verwervingsproces, als gevolg van de reorganisatie binnen de defensieonderdelen in het laatste kwartaal van 2013.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten van € 0,3 miljoen ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2013 zijn vooral het gevolg van een verrekening aan derden inzake EUVIS.
Beleidsartikel 6 Investeringen Krijgsmacht
Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000) |
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
Realisatie 2013 |
Verschil 2013 |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.253.893 |
633.007 |
– 620.886 |
Uitgaven |
1.003.935 |
1.019.656 |
15.721 |
Programma-uitgaven |
1.003.935 |
1.019.656 |
15.721 |
Opdracht Voorzien in nieuw materieel |
713.195 |
739.145 |
25.950 |
Opdracht Voorzien in infrastructuur |
136.984 |
142.451 |
5.467 |
Opdracht Voorzien in ICT |
64.184 |
47.460 |
– 16.724 |
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek |
59.201 |
59.166 |
– 35 |
Bijdrage aan de NAVO |
30.371 |
31.434 |
1.063 |
Programma-ontvangsten |
117.358 |
118.077 |
719 |
– waarvan verkoopopbrengsten groot materieel |
103.058 |
98.603 |
– 4.455 |
– waarvan verkoopopbrengsten infrastructuur |
10.000 |
13.736 |
3.736 |
– waarvan overige ontvangsten |
4.300 |
5.738 |
1.438 |
Verplichtingen
De realisatie van het verplichtingenbudget is € 620,8 miljoen lager dan begroot. Dit heeft meerdere oorzaken, die hieronder worden toegelicht.
Medio 2013 is besluitvorming voorbereid voor de nota In het belang van Nederland. Gedurende dit traject is terughoudend omgegaan met het aangaan van verplichtingen. Dit duurde tot medio september. Een andere grote oorzaak van de lagere realisatie van de verplichtingen is de ondervulling van de DMO organisatie en de daarmee samenhangende capaciteitsproblemen binnen de gehele keten van het voorzien-in-proces. Hierdoor was het niet mogelijk om al de geplande verwervingsactiviteiten uit te voeren. De reorganisatie van de defensieorganisatie heeft hier in 2013 een versterkend effect op gehad. In de raming van de verplichtingenstand voor 2013 is hiermee onvoldoende rekening gehouden.
Daarnaast zijn er gedurende 2013 diverse wijzigingen geweest bij een groot aantal projecten die van invloed zijn geweest op de realisatie van de verplichtingen. Zo heeft de beperkte verwervingscapaciteit bij NATO Helicopter Management Agency (NAHEMA) bij het project NH-90 een onderrealisatie van € 31,5 miljoen veroorzaakt. Bij de projecten HV-brillen en Short Range Tactical UAV leidt de vertraging in DMP fase B/C tot een onderrealisatie van respectievelijk € 42,7 miljoen en € 19,2 miljoen. Vertraging bij de totstandkoming van contracten bij het project F-16 zelfbescherming ASE leidt tot een onderrealisatie van € 71,1 miljoen. Het project Chinook, uitbreiding & versterking heeft € 10,0 miljoen aan projectreserve vrijgegeven, waardoor deze niet meer tot realisatie komt.
Ook de aanpassing van de fasering van diverse andere projecten heeft geleid tot een onderrealisatie van € 17,9 miljoen. Daarnaast zijn projecten in voorbereiding met een verplichtingenbudget in 2013 (€ 60,0 miljoen), die nog niet in uitvoering zijn genomen. Tenslotte zijn diverse geplande projecten met een lang aanbestedingstraject tegen verwachting niet in 2013 tot een juridische verplichting gekomen.
Uitgaven
De investeringen (€ 15 miljoen) zijn boven budget gerealiseerd. Dit komt aan doordat meer facturen dan verwacht (van reeds aangegane verplichtingen) ter betaling werden aangeboden en aan de andere kant door overprogrammering. Om tot een volledige realisatie van de investeringen tot komen wordt namelijk rekening gehouden dat door de lange (Europese) aanbestedingsprocedure een deel van de geplande werving niet tijdig gerealiseerd kan worden, maar ook dat leveranciers niet in alle gevallen tijdig aan hun leveranciersverplichtingen kunnen voldoen. Om die reden wordt er gewerkt met een volle programmering om uiteindelijk binnen de gestelde marge van het budget te realiseren. Het betreft de projecten: reservedelen voor de « shorad» (€ 8 miljoen), tankautospuiten (€ 2,6 miljoen); optische masten voor de instandhouding Walrusklasse (€ 2,5 miljoen) en reservedelen «Patriots» (€ 2,2 miljoen).
Ontvangsten
De totale ontvangsten zijn € 0,7 miljoen boven het budget gerealiseerd. De verkoopopbrengsten zijn licht achtergebleven, maar worden volledig gecompenseerd door de hogere ontvangsten van de Navo voor uitgevoerde investeringsprojecten.
Beleidsartikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000) |
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
Realisatie 2013 |
Verschil 2013 |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
858.662 |
846.181 |
– 12.481 |
Uitgaven |
858.662 |
853.972 |
– 4.690 |
Programma-uitgaven |
349.145 |
361.145 |
12.000 |
Opdracht Logistieke ondersteuning |
349.145 |
361.145 |
12.000 |
– waarvan gereedstelling |
240.750 |
246.323 |
5.573 |
– waarvan instandhouding |
108.395 |
114.822 |
6.427 |
Apparaatsuitgaven |
509.517 |
492.827 |
– 16.690 |
Staven |
8.058 |
5.566 |
– 2.492 |
Ondersteuning operationele eenheden |
501.459 |
487.261 |
– 14.198 |
Apparaat per uitgavencategorie |
509.517 |
492.827 |
– 16.690 |
personele uitgaven |
177.740 |
178.093 |
353 |
materiële uitgaven |
331.777 |
314.734 |
– 17.043 |
– waarvan ICT |
244.619 |
220.486 |
– 24.133 |
– waarvan overige exploitatie |
87.158 |
94.248 |
7.090 |
Apparaatsontvangsten |
73.533 |
59.554 |
– 13.979 |
Verplichtingen
De lagere realisatie van de verplichtingen bestaat enerzijds uit een juridische verplichting in december voor levering van scheepsdiesel en anderzijds uit lagere uitgaven voor ICT.
Uitgaven
De uitgaven zijn per saldo € 4,7 lager uitgevallen dan was voorzien ten tijde van de tweede suppletoire begroting. De uitgaven voor gereedstelling (met name munitie voor € 3,7 miljoen en operationele zaken voor € 2,1 miljoen) en instandhouding en onderhoud van de wapensystemen (€ 6,4 miljoen) zijn hoger uitgevallen, maar worden meer dan volledig gecompenseerd door de lagere apparaatsuitgaven.
De realisatie van de post ICT, onderdeel van de materiële uitgaven, is € 24,1 miljoen lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door het tijdelijke productieverlies vanwege de reorganisatie in 2013 en door de lagere afroep van IV-diensten door de operationele commando’s. De stijging van de overige exploitatie (€ 7 miljoen) betreft de personeelsgebonden uitgaven.
Ontvangsten
De lagere ontvangsten (– € 14 miljoen) worden veroorzaakt door het achterblijven van de BTW ontvangsten en de lagere materiële ontvangsten.
Beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando Diensten Centra
Artikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra (bedragen x € 1.000) |
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
Stand Slotwet 2013 |
verschil met 2e suppletoire begroting |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.038.671 |
1.111.277 |
72.606 |
Uitgaven |
1.038.671 |
1.040.029 |
1.358 |
Programma-uitgaven |
11.988 |
7.600 |
– 4.388 |
Opdracht Dienstverlenende eenheden |
11.988 |
7.600 |
– 4.388 |
– waarvan gereedstelling |
11.988 |
7.590 |
– 4.398 |
– waarvan instandhouding |
10 |
10 |
|
Apparaatsuitgaven |
1.026.683 |
1.032.429 |
5.746 |
Staf CDC |
20.858 |
13.760 |
– 7.098 |
Ondersteuning operationele eenheden |
944.321 |
956.930 |
12.609 |
Bijdragen aan SSO's |
41.419 |
41.909 |
490 |
Attachés |
20.085 |
19.830 |
– 255 |
Apparaat per uitgavencategorie |
1.026.683 |
1.032.429 |
5.746 |
personele uitgaven |
425.983 |
424.809 |
– 1.174 |
– waarvan eigen personeel |
414.500 |
411.204 |
– 3.296 |
– waarvan attachés |
11.483 |
13.605 |
2.122 |
materiële uitgaven |
600.700 |
607.620 |
6.920 |
– waarvan huisvesting en infrastructuur |
390.694 |
396.124 |
5.430 |
– waarvan overige exploitatie |
201.404 |
205.271 |
3.867 |
– waarvan overige exploitatie attachés |
8.602 |
6.225 |
– 2.377 |
Apparaatsontvangsten |
61.912 |
55.319 |
– 6.593 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget van het CDC is verhoogd met € 72,6 miljoen. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door de bijstelling voor de Nederlandse bijdrage aan het Strategic Airlift Capability (SAC) C-17 programma (€ 106,5 miljoen tot en met 2013): In het Memorandum of Understanding (MoU) zijn zowel een kostenplafond (Cost Ceiling) als een nagestreefd kostenniveau (Cost Target) opgenomen. Sinds 2013 wordt niet langer gebruik gemaakt van het nagestreefde kostenniveau, maar van het kostenplafond. Dit is verwerkt in de financiële administratie en in de begroting van de Nederlandse bijdrage aan het programma. Het resterende deel hangt samen met de hogere apparaatsuitgaven, waarvan de posten hieronder worden benoemd. Daarnaast zijn er neerwaarts bijgestelde verplichtingen (waaronder personele uitgaven).
Uitgaven
De uitgaven zijn per saldo € 1,4 miljoen hoger dan verwacht. Belangrijkste wijziging betreft een herschikking van gereedstelling naar exploitatie, omdat de dienstverleningsactiviteiten van geneeskundige logistiek waren voorzien op gereedstelling, terwijl de realisatie van de uitgaven in materiële exploitatie plaats heeft gevonden. De uitgaven voor formatie vallen lager uit als gevolg van de reorganisatie. Verder zijn er hogere uitgaven voor schoonmaakuitgaven en inrichting (van locaties).
Ontvangsten
De personele en overige ontvangsten zijn met € 6,6 miljoen lager uitgevallen dan was voorzien ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2013.
Niet-beleidsartikel 9 Algemeen
Artikel 9 Algemeen |
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
Realisatie 2013 |
Verschil 2013 |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
103.379 |
84.443 |
– 18.936 |
Programma-uitgaven |
|||
Subsidies en bijdragen |
21.922 |
21.682 |
– 240 |
Bijdrage NAVO en internationale samenwerking |
41.835 |
39.906 |
– 1.929 |
Overige uitgaven |
39.622 |
38.978 |
– 644 |
Totaal programma-uitgaven |
103.379 |
100.566 |
– 2.813 |
Totaal ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
De realisatie van de verplichtingen is € 18,9 miljoen lager dan was begroot. Door de reorganisatie zijn minder verplichtingen aangegaan dan verwacht voor verschillende projecten bij de overige uitgaven.
Uitgaven
De realisatie van de uitgaven is € 2,8 lager uitgevallen dan was voorzien. Dit komt vooral door de lagere bijdrage aan het «military budget» van de Navo.
Niet-beleidsartikel 10 Centraal Apparaat
Artikel 10 Centraal apparaat |
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
Realisatie 2013 |
Verschil 2013 |
---|---|---|---|
Verplichtingen en uitgaven |
1.644.684 |
1.655.999 |
11.315 |
Apparaatsuitgaven |
|||
Bestuursstaf |
94.039 |
89.315 |
– 4.724 |
Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst |
63.247 |
59.437 |
– 3.810 |
Pensioenen en uitkeringen |
1.254.284 |
1.256.134 |
1.850 |
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden |
233.114 |
253.817 |
20.703 |
Ziektekostenvoorziening |
0 |
||
Totaal apparaatsuitgaven |
1.644.684 |
1.658.703 |
14.019 |
Apparaat per uitgavencategorie |
1.644.684 |
1.658.703 |
14.019 |
personele uitgaven |
1.617.432 |
1.638.573 |
21.141 |
– waarvan eigen personeel |
130.034 |
128.622 |
– 1.412 |
– waarvan pensioenen, wachtgelden en uitkeringen |
1.487.398 |
1.509.951 |
22.553 |
materiële uitgaven |
27.252 |
20.129 |
– 7.123 |
Totaal ontvangsten |
6.783 |
2.669 |
– 4.114 |
Verplichtingen
De realisatie van de verplichtingen is € 11,3 miljoen hoger dan was voorzien. Dit is een saldo van hogere uitgaven voor enerzijds pensioenen en uitkeringen en SBK-gelden en anderzijds lagere materiele uitgaven.
Uitgaven
De uitgaven komen € 14 miljoen hoger uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Het merendeel hiervan (€ 21,5 miljoen) heeft betrekking op SBK-gelden, onder andere vanwege de hogere uitgaven voor ontslagbescherming. De realisatie van de overige exploitatie is € 7 miljoen lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door de reorganisatie, waardoor verschillende activiteiten niet of later zijn gestart (onder andere opleiding, transport en uitbestedingen).
Ontvangsten
De realisatie van de personele ontvangsten bedraagt € 4,1 miljoen minder dan was geraamd bij de tweede suppletoire begroting.
Baten-lastenagentschappen
Defensie Telematica Organisatie, Dienst Vastgoed Defensie en Paresto
In de eerste en tweede suppletoire begroting 2013 zijn bij de baten-lastenagentschappen geen mutaties opgenomen. Voor het verschil tussen de begroting en de eindrealisatie wordt verwezen naar het Jaarverslag 2013.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33930-X-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.