33 930 X Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2013

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in:

  • a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X);

  • b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastenagentschappen van dit Ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

B. BEGROTINGSTOELICHTING

B1. LEESWIJZER

Budgettair kader

Uit de hiervoor vermelde samenvattende departementale begrotingsstaat blijkt dat ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 de begroting van de uitgaven voor 2013 met € 8,1 miljoen wordt verlaagd en dat het begrotingsbedrag van de ontvangsten voor 2013 met een bedrag van € 16,1 miljoen wordt verlaagd. Met deze mutaties uit de slotwet 2013 leidt dit tot een uitgavenbudget van € 7.702,1 miljoen en een ontvangstenbudget van € 308,5 miljoen. Het bedrag voor de in 2013 aan te gane verplichtingen wordt verlaagd met € 410,4 miljoen tot een bedrag van € 7.549,8 miljoen.

Samenvatting belangrijkste begrotingswijzigingen

Eén van de voornaamste oorzaken die het totale uitgavenbudget beïnvloedt, is de doorwerking van de per saldo lagere ontvangsten van € 16,1 miljoen. Het betreft – € 20,5 miljoen bij de ondersteunende diensten (CDC – € 6,5 miljoen en DMO – € 14 miljoen) en een hogere ontvangst bij de taakuitvoering landstrijdkrachten (€ 6 miljoen).

De totale eindejaarsmarge Defensie bedraagt – € 31,2 miljoen.

Voor HGIS is de eindejaarsmarge vastgesteld op € 58,3 miljoen. Deze eindejaarsmarge is bepaald op basis van de beschikbare budgetten conform de Najaarsnota en de uiteindelijke realisatie over 2013.

De lagere verplichtingen worden vooral veroorzaakt door minder investeringen op het gebied van groot materieel.

Toelichtingen

De mutaties in de slotwet hebben in het algemeen een niet-beleidsmatig karakter en ontstaan door het verloop van de realisatie. Daarnaast is er sprake van twee departementale budgetoverhevelingen. Dit betreft de bijstelling van de bijdrage voor het platform «Rijksoverheid Online« aan het Ministerie van Algemene Zaken (€ 0,4 miljoen) en de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor de inzet van twee KMar liaisons op de locaties Peru (Lima) en Kenia (Nairobi) voor € 0,5 miljoen.

Verder zijn er drie beleidsmatige mutaties op het verplichtingenbudget.

Het verplichtingenbudget van het CDC is verhoogd met € 106,5 miljoen als gevolg van de meerjarige bijstelling van het kostenplafond voor de Nederlandse bijdrage aan het Strategic Airlift Capability (SAC) C-17 programma. Het verplichtingenbudget van het CLSK is naar boven bijgesteld voor F16 opleidingen en trainingen in Tucson USA ($ 149 miljoen voor de periode 2014 tot en met 2018) en door het onderhoudscontract van de Makila 1A2 motoren voor de Cougar helikopters (€ 34,6 miljoen voor de periode 2014 tot en met 2017). Deze mutaties zijn aan de Kamer gemeld in de brief van 28 februari 2014 (TK 2013–2014, 33750-X-43).

Mutaties

Bij de beleidsartikelen worden de mutaties naar oorzaak toegelicht waarbij het totaal van de mutaties sluit op de slotwet zoals die is opgenomen in de tabel voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten.

Baten-lastenagentschappen

In de eerste en tweede suppletoire begroting 2013 zijn bij de baten-lastenagentschappen geen mutaties opgenomen. Voor het verschil tussen de begroting en de eindrealisatie wordt verwezen naar het Jaarverslag 2013.

B 2. ALGEMENE TOELICHTING

In aansluiting op de tweede suppletoire begroting 2013 (samenhangende met de Najaarsnota), vastgesteld bij de Wet van 28 januari 2013, Stb. 38, strekt het onderhavige wetsvoorstel ertoe, op grond van artikel 10, derde lid, onder c, van de Comptabiliteitswet, per begrotingsartikel een positief dan wel negatief verschil tussen het beschikbare begrotingsbedrag en de realisatie op te heffen.

Overeenkomstig de voorschriften zijn de mutaties niet-beleidsmatig en hebben betrekking op boekhoudkundige dan wel uitvoeringstechnische aspecten.

Voor zover de aanpassingen van enige omvang zijn, is daarvan reeds eerder melding gemaakt in de Voorlopige Rekening Defensiebegroting 2013.

In aansluiting op de tweede suppletoire begroting 2013 ontstaat samenvattend het volgende beeld:

A. Uitgaven

Totaal van de verhoging – € 8,125 miljoen

B. Ontvangsten

Totaal van de verhoging – € 16,087 miljoen

Ad A. Uitgaven

Het onderstaande overzicht geeft weer, vanaf de autorisatiebegroting, wat de gevolgen zijn van de mutaties voor de verschillende deelbudgetten en welk bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x € 1 miljoen):

Overzicht uitgavenmutaties Bedragen x € 1 miljoen

Artikel

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

 

Omschrijving

Inzet

CZSK

CLAS

CLSK

CKMar

Investeringen krijgsmacht

DMO

CDC

Algemeen

Centraal apparaat

Geheim

Nominaal en onvoorzien

 

Begroting 2013

213,2

714,1

1.135,8

663,9

317,6

1.173,4

862,5

939,4

95,5

1.592,9

5,3

63,4

7.777,0

Wijzigingen in samenhang met de Voorjaarsnota 2013

27,3

8,1

32,8

0,8

16,0

– 147,1

1,9

73,5

6,3

34,5

0,0

– 43,6

11,5

Stand Voorjaarsnota 2013

240,4

722,2

1.168,6

664,7

333,6

1.026,3

865,4

1.012,9

101,8

1.627,4

5,3

19,8

7.788,5

B. Beleidsmatige wijzigingen

                         

Stand Miljoenennota 2014

240,4

722,2

1.168,6

664,7

333,6

1.026,3

865,4

1.012,9

101,8

1.627,4

5,3

19,8

7.788,5

Wijzigingen in samenhang met de Najaarsnota 2013

– 37,6

– 11,0

– 11,5

– 11,4

– 2,4

– 22,4

– 6,7

25,7

1,5

17,3

0,0

– 19,8

-78,3

Stand najaarsnota 2013

202,8

711,3

1.157,1

653,3

331,2

1.003,9

858,7

1.038,6

103,4

1.644,7

5,3

0,0

7.710,2

Nadere wijzigingen:

– 25,6

0,3

– 2,0

– 2,0

– 2,5

15,7

– 4,7

1,4

– 2,8

14,0

0,0

0,0

-8,2

Stand slotwet 2013

177,2

711,6

1.155,1

651,3

328,7

1.019,6

854,0

1.040,0

100,6

1.658,7

5,3

0,0

7.702,0

opmerking: afrondingsverschillen zijn mogelijk

De belangrijkste posten die de deelbudgetten en/of het defensiebudget beïnvloeden ten opzichte van het financiële niveau van de tweede suppletoire begroting 2013, samenhangend met de Najaarsnota 2013, zijn:

Wijzigingen

1. Eindejaarsmarge

Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting betreffen de minderuitgaven € 8,1 miljoen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de uitsplitsing naar HGIS (minder uitgaven van – € 23,1 miljoen) en defensie (meeruitgaven van € 14,8 miljoen). De meeruitgaven worden verlaagd, omdat de lagere ontvangsten doorwerken op het uitgavenbudget met € 16,1 miljoen. Hiervan heeft € 16,3 miljoen betrekking op Defensie en € 0,2 miljoen op HGIS.

Eindejaarsmarge Defensie exclusief HGIS Bedrag x € 1.000

Omschrijving

Totaal uitgaven

Bijstelling (meer) uitgaven excl. HGIS

– € 14.889

Bijstelling (minder) ontvangsten excl. HGIS

– € 16.282

Totaal eindejaarsmarge Defensie

– € 31.171

Eindejaarsmarge HGIS Bedrag x € 1.000

Omschrijving

Totaal uitgaven

Saldo vrijgave tweede suppletoire begroting

+ € 35.000

Bijstelling (minder) uitgaven Crisisbeheersingsoperaties

+ € 22.858

Bijstelling (meer) ontvangsten

+ € 196

Bijstelling (minder) uitgaven Attachés

+ € 255

Totaal eindejaarsmarge HGIS

+ € 58.309

De bijstellingen hebben betrekking op alle defensieonderdelen en worden nader toegelicht onder B3. Artikelsgewijze toelichting.

2. Bijstelling (verrekenbare) ontvangsten

Conform de regels van de budgetdiscipline wordt het uitgavenbudget bij hogere en/of lagere ontvangsten evenredig bijgesteld. Voor 2013 geldt na de tweede suppletoire begroting een bijstelling van in totaal € 16,1 miljoen (inclusief de ontvangsten HGIS van + € 0,2 miljoen). Derhalve wordt het uitgavenbudget met dit bedrag verlaagd. De minder gerealiseerde ontvangsten komen voor bij het beleidsartikel DMO (– € 14 miljoen), het CDC (– € 6,5 miljoen) en het Centraal Apparaat (– € 4 miljoen). De overige bijstellingen hebben betrekking op alle defensieonderdelen en worden nader toegelicht onder B3. Artikelsgewijze toelichting.

3. Overhevelingen overige departementen

Deze post betreft de bijstelling van de bijdrage voor het platform «Rijksoverheid Online« aan het Ministerie van Algemene Zaken (€ 0,4 miljoen) en de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor de inzet van twee KMar liaisons op de locaties Peru (Lima) en Kenia (Nairobi) voor € 0,5 miljoen. Het kas- en verplichtingenbudget is met deze mutaties aangepast.

Ad B. Ontvangsten

Het onderstaande overzicht geeft weer, vanaf de autorisatiebegroting, wat de gevolgen zijn van de mutaties voor de verschillende deelbudgetten en welk (eventueel afgerond) bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x € 1 miljoen):

Overzicht ontvangstenmutaties

artikel

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

 

Omschrijving

Inzet

CZSK

CLAS

CLSK

CKMar

Investeringen krijgsmacht

DMO

CDC

Algemeen

Centraal apparaat

Geheim

Nominaal en onvoorzien

totaal

Begroting 2013

13,7

20,2

20,5

15,3

4,7

205,5

42,7

44,3

6,9

373,8

Wijzigingen in samenhang

                         

1. Bijstelling verkoopopbrengsten

         

– 73,6

           

– 73,6

2. Bijstelling overige ontvangsten

– 7,0

– 0,1

– 0,1

– 0,1

4,7

35,3

16,6

 

– 0,2

   

49,2

met de Voorjaarsnota 2013

                         

Stand Voorjaarsnota 2013

6,7

20,0

20,5

15,2

4,6

136,7

77,9

60,9

0,0

6,8

0,0

0,0

349,3

Stand Miljoenennota 2014

6,7

20,0

20,5

15,2

4,6

136,7

77,9

60,9

0,0

6,8

0,0

0,0

349,3

Wijzigingen in samenhang met de Najaarsnota 2013

                         

1. Bijstelling verkoopopbrengsten

         

– 17,0

           

– 17,0

2. Bijstelling overige ontvangsten

– 1,0

– 2,0

– 1,4

2,3

– 2,3

– 4,4

1,0

       

– 7,8

Najaarsnota 2013

5,7

18,0

20,5

13,8

6,9

117,4

73,5

61,9

0,0

6,8

0,0

0,0

324,5

Wijzigingen in samenhang

                         

met de Slotwet 2013

– 0,9

0,8

6,2

1,4

0,3

0,7

– 13,9

– 6,6

– 4,1

   

– 16,1

Stand slotwet 2013

4,8

18,8

26,7

15,2

7,2

118,1

59,6

55,3

0,0

2,7

0,0

0,0

308,4

Opmerking: afrondingsverschillen zijn mogelijk

Wijzigingen ontvangsten

De per saldo lagere ontvangsten (inclusief HGIS) die, volgens de regels van de budgetdiscipline, eveneens het uitgavenbudget met € 16,1 miljoen verlagen, vinden vooral hun oorzaak bij de DMO, het CDC en het Centraal Apparaat. De overige kleinere (meer) ontvangsten komen voort uit personele en materiële ontvangsten bij de defensieonderdelen (en met bij de CLAS).

Voor alle wijzigingen wordt voor een meer uitgebreide toelichting op de mutaties van de ontvangsten verwezen naar het gestelde in de artikelsgewijze toelichting.

B 3. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Voor het verklaren van verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de standen in de tweede suppletoire begroting 2013 worden op het niveau van (beleids)artikel de verschillen toegelicht die groter zijn dan, of gelijk zijn aan 5 procent (van het begrotingsartikelbedrag) of € 5 miljoen.

Beleidsartikel 1 Inzet

Artikel 1 Inzet (Bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Stand Slotwet 2013

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

202.829

153.728

– 49.101

Programma-uitgaven

202.829

177.246

– 25.583

Opdracht Inzet

     

– waarvan crisisbeheersingsoperaties (HGIS)

193.279

170.420

– 22.859

– waarvan financiering nationale inzet krijgsmacht

2.250

2.581

331

– waarvan overige inzet

7.300

4.245

– 3.055

       

Ontvangsten

5.707

4.807

– 900

Programma-ontvangsten

     

– waarvan crisisbeheersingsoperaties (HGIS)

1.407

1.603

196

– waarvan overige inzet

4.300

3.204

– 1.096

Verplichtingen

De neerwaartse bijstelling van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 bedraagt € 49,1 miljoen en houdt vooral verband met het budget voorziening HGIS. Deze voorziening is voor nieuwe missies en voor verlenging van lopende missies. Als deze niet worden aangegaan wordt het budget hiervoor (en hiermee ook de verplichtingen) vrijgegeven. Daarnaast zijn er minder verplichtingen aangegaan bij de lopende missies en overige inzet.

Uitgaven

De realisatie van de totale uitgaven van het artikel Inzet wijkt € 25,6 miljoen af ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.

Diverse operaties en contributies (HGIS)

De HGIS realisatie is uitgekomen op een bedrag van € 170,4 miljoen. Het verschil ten opzichte van de tweede suppletoire begroting bedraagt – € 22,9 miljoen. Dit verschil wordt veroorzaakt door minder uitgaven voor de missie in Kunduz en vrijgave van de voorziening HGIS.

Overige inzet

Onder de post «overige inzet» worden de uitzendtoelages (€ 0,8 miljoen) en de Vessel Protection Detachment (VPD’s) verantwoord. Voor de inzet van VPD’s is de realisatie – € 3,9 miljoen lager dan was voorzien met de tweede suppletoire begroting. Er zijn minder inzetten uitgevoerd dan waar rekening mee werd gehouden.

Ontvangsten

De HGIS-ontvangsten komen € 0,2 miljoen lager uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013. De ontvangsten van de rederij voor de vergoeding van de inzet van VPD’s ter bestrijding van de piraterij in Somalië valt met € 1,1 miljoen lager uit als gevolg van minder inzet van VPD’s.

Beleidsartikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten

Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Stand Slotwet 2013

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

711.277

697.863

– 13.414

Totaal Uitgaven

711.277

711.618

341

Programma-uitgaven

153.567

155.982

2.415

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK

153.567

155.982

2.415

– waarvan inzet

5.360

5.610

250

– waarvan gereedstelling

53.528

53.392

– 136

– waarvan instandhouding

94.679

96.980

2.301

       

Apparaatsuitgaven

557.710

555.636

– 2.074

Staven

9.629

8.610

– 1.019

Operationele eenheden Commando ZSK

548.081

547.026

– 1.055

       

Apparaat per uitgavencategorie

557.710

555.636

– 2.074

personele uitgaven

492.161

491.414

– 747

materiële uitgaven

65.549

64.222

– 1.327

– waarvan huisvesting en infrastructuur

4.430

4.707

277

– waarvan ICT

2.429

2.139

– 290

– waarvan overige exploitatie

58.690

57.376

– 1.314

Apparaatsontvangsten

18.044

18.882

– 838

Verplichtingen

De bijstelling van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 bedraagt € 13,4 miljoen en wordt veroorzaakt door minder aangegane verplichtingen binnen het instandhoudingsbudget en overige exploitatie.

Uitgaven

De uitgaven zijn met € 0,3 miljoen boven het budget van de 2e suppletoire begroting gerealiseerd. De instandhoudingskosten zijn € 2,4 miljoen hoger uitgevallen door onder andere de aanschaf van batterijen voor Zr. Ms. Zeeleeuw. De hogere uitgaven worden voor het merendeel gecompenseerd door de lagere apparaatsuitgaven van € 2,1 miljoen door het niet volledig tot realisatie komen van de loopbaanopleidingen en door vertraging in de verwerving als gevolg van reorganisatie.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn met € 0,8 miljoen bijgesteld ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 door de meer ontvangsten voor de vergoedingen van de ingediende zorgdeclaraties.

Beleidsartikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten

Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Stand Slotwet 2013

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.157.060

1.175.948

18.888

Uitgaven

1.157.060

1.155.056

– 2.004

Programma-uitgaven

152.716

154.992

2.276

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LAS

152.716

154.992

2.276

– waarvan inzet

     

– waarvan gereedstelling

94.297

87.150

– 7.147

– waarvan instandhouding

58.419

67.842

9.423

       

Apparaatsuitgaven

1.004.344

1.000.064

– 4.280

Staven

18.675

8.098

– 10.577

Operationele eenheden Commando LAS

985.669

991.966

6.297

Bijdragen aan SSO's

     
       

Apparaat per uitgavencategorie

1.004.344

1.000.064

– 4.280

personele uitgaven

930.214

931.372

1.158

materiële uitgaven

74.130

68.692

– 5.438

Apparaatsontvangsten

20.523

26.772

6.249

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen is € 18,9 miljoen hoger dan voorzien was ten tijde de 2e suppletoire begroting. De CLAS is in 2013 voor het eerst een meerjarige verplichting aangegaan voor het uitbestede onderhoud voor het project «Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen» (€ 23 miljoen voor een periode van 10 jaar). Daarnaast is als gevolg van de oprichting van het Defensie Grondgebonden luchtverdedigingscommando bij het CLAS de contributie voor de «Nato Missile Firing Installation Patriots» vastgelegd (€ 1,2 miljoen). Het resterende verschil betreft (neerwaartse) bijstellingen van diverse kleine verplichtingen in de overige exploitatie.

Uitgaven

De gereedstelling is met € 7,1 miljoen lager uitgevallen doordat de oefeningen en activiteiten zijn gecombineerd. Hierdoor zijn de uitgaven voor operationele toelages en voeding lager uitgevallen.

De instandhoudingsbudgetten zijn met de tweede suppletoire begroting met € 18,8 miljoen neerwaarts bijgesteld, omdat een verwachte onderrealisatie werd voorzien. Vanwege de invoering van SAP was het de verwachting dat tijdens de «freeze-periode» geen mutaties in de logistieke systemen ingevoerd konden worden. In het laatste kwartaal is het verwervingsproces toch nog goed op gang gekomen, waardoor uiteindelijk € 9,4 miljoen meer gerealiseerd is.

De lagere apparaatsuitgaven van € 4,3 miljoen wordt veroorzaakt door het saldo van de hogere personele uitgaven en lagere materiële uitgaven, waaronder het niet volledig realiseren van het opleidingsbudget.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 6,3 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 betreffen vooral de ontvangsten van de Navo partners voor geleverd materieel (€ 3,5 miljoen meer dan gepland). Verder was er in 2013 een incidentele ontvangst van € 2,2 miljoen voor de afkoopverrekening Schinnen door de Amerikanen. De resterende € 0,6 miljoen is een resultante van diverse hoger of lager uitgevallen ontvangsten ten opzichte van de planning.

Beleidsartikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten

Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Realisatie 2013

Verschil 2013

Verplichtingen

653.266

857.262

203.996

Uitgaven

653.266

651.319

– 1.947

Programma-uitgaven

154.689

149.516

– 5.173

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LSK

154.689

149.516

– 5.173

– waarvan inzet

     

– waarvan gereedstelling

21.087

20.538

– 549

– waarvan instandhouding

133.602

128.978

– 4.624

       

Apparaatsuitgaven

498.577

501.803

3.226

Staven

21.377

16.756

– 4.621

Operationele eenheden Commando LSK

477.200

485.047

7.847

       

Apparaat per uitgavencategorie

498.577

501.803

3.226

personele uitgaven

398.998

401.910

2.912

materiële uitgaven

99.579

99.893

314

Apparaatsontvangsten

13.827

15.256

1.429

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 bedraagt € 203,9 miljoen. De hogere realisatie van de verplichtingen is vooral het gevolg van de meerjarige verplichting (voor de periode 2014 tot en met 2018) voor F-16 opleidingen in Amerika ($ 149 miljoen) en het onderhoudscontract van de Makila motoren voor de Cougar helikopters (€ 34,6 miljoen voor de periode 2014 tot en met 2017).

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 zijn € 1,9 miljoen lager dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat meer uitgaven (€ 4,6 miljoen) voor de Patriotmissie in Turkije ten laste van het HGIS budget zijn gebracht. Deze uitgaven waren initieel geboekt op het uitgavenbudget van het CLSK. De apparaatsuitgaven zijn met € 3,2 miljoen hoger uitgevallen door het latere omklapmoment van de reorganisatie, waardoor er sprake was van een hogere vulling.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 1,4 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2013 hebben vooral betrekking op personele ontvangsten en meer ontvangsten voor de vergoedingen van de ingediende zorgdeclaraties.

Beleidsartikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (CKmar)

Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Realisatie 2013

Verschil 2013

Verplichtingen

331.185

329.085

– 2.100

Uitgaven

331.185

328.658

– 2.527

Programma-uitgaven

2.285

2.252

– 33

Opdracht Inzet KMar

2.285

2.252

– 33

– waarvan inzet

     

– waarvan gereedstelling

2.285

2.252

– 33

– waarvan instandhouding

     
       

Apparaatsuitgaven

328.900

326.406

– 2.494

Staven

11.622

22.883

11.261

Operationele eenheden KMar

317.278

303.523

– 13.755

       

Apparaat per uitgavencategorie

328.900

326.406

– 2.494

personele uitgaven

288.385

288.490

105

materiële uitgaven

40.515

37.916

– 2.599

Apparaatsontvangsten

6.890

7.154

264

Verplichtingen

De realisatie van verplichtingen is € 2,1 miljoen lager en houden verband met de lagere materiële uitgaven.

Uitgaven

De lagere realisatie binnen de uitgaven van de KMar van € 2,5 miljoen is nagenoeg in zijn geheel toe te schrijven aan de knelpunten in het verwervingsproces, als gevolg van de reorganisatie binnen de defensieonderdelen in het laatste kwartaal van 2013.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 0,3 miljoen ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2013 zijn vooral het gevolg van een verrekening aan derden inzake EUVIS.

Beleidsartikel 6 Investeringen Krijgsmacht

Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Realisatie 2013

Verschil 2013

Verplichtingen

1.253.893

633.007

– 620.886

Uitgaven

1.003.935

1.019.656

15.721

Programma-uitgaven

1.003.935

1.019.656

15.721

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

713.195

739.145

25.950

Opdracht Voorzien in infrastructuur

136.984

142.451

5.467

Opdracht Voorzien in ICT

64.184

47.460

– 16.724

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

59.201

59.166

– 35

Bijdrage aan de NAVO

30.371

31.434

1.063

       

Programma-ontvangsten

117.358

118.077

719

– waarvan verkoopopbrengsten groot materieel

103.058

98.603

– 4.455

– waarvan verkoopopbrengsten infrastructuur

10.000

13.736

3.736

– waarvan overige ontvangsten

4.300

5.738

1.438

Verplichtingen

De realisatie van het verplichtingenbudget is € 620,8 miljoen lager dan begroot. Dit heeft meerdere oorzaken, die hieronder worden toegelicht.

Medio 2013 is besluitvorming voorbereid voor de nota In het belang van Nederland. Gedurende dit traject is terughoudend omgegaan met het aangaan van verplichtingen. Dit duurde tot medio september. Een andere grote oorzaak van de lagere realisatie van de verplichtingen is de ondervulling van de DMO organisatie en de daarmee samenhangende capaciteitsproblemen binnen de gehele keten van het voorzien-in-proces. Hierdoor was het niet mogelijk om al de geplande verwervingsactiviteiten uit te voeren. De reorganisatie van de defensieorganisatie heeft hier in 2013 een versterkend effect op gehad. In de raming van de verplichtingenstand voor 2013 is hiermee onvoldoende rekening gehouden.

Daarnaast zijn er gedurende 2013 diverse wijzigingen geweest bij een groot aantal projecten die van invloed zijn geweest op de realisatie van de verplichtingen. Zo heeft de beperkte verwervingscapaciteit bij NATO Helicopter Management Agency (NAHEMA) bij het project NH-90 een onderrealisatie van € 31,5 miljoen veroorzaakt. Bij de projecten HV-brillen en Short Range Tactical UAV leidt de vertraging in DMP fase B/C tot een onderrealisatie van respectievelijk € 42,7 miljoen en € 19,2 miljoen. Vertraging bij de totstandkoming van contracten bij het project F-16 zelfbescherming ASE leidt tot een onderrealisatie van € 71,1 miljoen. Het project Chinook, uitbreiding & versterking heeft € 10,0 miljoen aan projectreserve vrijgegeven, waardoor deze niet meer tot realisatie komt.

Ook de aanpassing van de fasering van diverse andere projecten heeft geleid tot een onderrealisatie van € 17,9 miljoen. Daarnaast zijn projecten in voorbereiding met een verplichtingenbudget in 2013 (€ 60,0 miljoen), die nog niet in uitvoering zijn genomen. Tenslotte zijn diverse geplande projecten met een lang aanbestedingstraject tegen verwachting niet in 2013 tot een juridische verplichting gekomen.

Uitgaven

De investeringen (€ 15 miljoen) zijn boven budget gerealiseerd. Dit komt aan doordat meer facturen dan verwacht (van reeds aangegane verplichtingen) ter betaling werden aangeboden en aan de andere kant door overprogrammering. Om tot een volledige realisatie van de investeringen tot komen wordt namelijk rekening gehouden dat door de lange (Europese) aanbestedingsprocedure een deel van de geplande werving niet tijdig gerealiseerd kan worden, maar ook dat leveranciers niet in alle gevallen tijdig aan hun leveranciersverplichtingen kunnen voldoen. Om die reden wordt er gewerkt met een volle programmering om uiteindelijk binnen de gestelde marge van het budget te realiseren. Het betreft de projecten: reservedelen voor de « shorad» (€ 8 miljoen), tankautospuiten (€ 2,6 miljoen); optische masten voor de instandhouding Walrusklasse (€ 2,5 miljoen) en reservedelen «Patriots» (€ 2,2 miljoen).

Ontvangsten

De totale ontvangsten zijn € 0,7 miljoen boven het budget gerealiseerd. De verkoopopbrengsten zijn licht achtergebleven, maar worden volledig gecompenseerd door de hogere ontvangsten van de Navo voor uitgevoerde investeringsprojecten.

Beleidsartikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie

Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Realisatie 2013

Verschil 2013

Verplichtingen

858.662

846.181

– 12.481

Uitgaven

858.662

853.972

– 4.690

Programma-uitgaven

349.145

361.145

12.000

Opdracht Logistieke ondersteuning

349.145

361.145

12.000

– waarvan gereedstelling

240.750

246.323

5.573

– waarvan instandhouding

108.395

114.822

6.427

       

Apparaatsuitgaven

509.517

492.827

– 16.690

Staven

8.058

5.566

– 2.492

Ondersteuning operationele eenheden

501.459

487.261

– 14.198

       

Apparaat per uitgavencategorie

509.517

492.827

– 16.690

personele uitgaven

177.740

178.093

353

materiële uitgaven

331.777

314.734

– 17.043

– waarvan ICT

244.619

220.486

– 24.133

– waarvan overige exploitatie

87.158

94.248

7.090

Apparaatsontvangsten

73.533

59.554

– 13.979

Verplichtingen

De lagere realisatie van de verplichtingen bestaat enerzijds uit een juridische verplichting in december voor levering van scheepsdiesel en anderzijds uit lagere uitgaven voor ICT.

Uitgaven

De uitgaven zijn per saldo € 4,7 lager uitgevallen dan was voorzien ten tijde van de tweede suppletoire begroting. De uitgaven voor gereedstelling (met name munitie voor € 3,7 miljoen en operationele zaken voor € 2,1 miljoen) en instandhouding en onderhoud van de wapensystemen (€ 6,4 miljoen) zijn hoger uitgevallen, maar worden meer dan volledig gecompenseerd door de lagere apparaatsuitgaven.

De realisatie van de post ICT, onderdeel van de materiële uitgaven, is € 24,1 miljoen lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door het tijdelijke productieverlies vanwege de reorganisatie in 2013 en door de lagere afroep van IV-diensten door de operationele commando’s. De stijging van de overige exploitatie (€ 7 miljoen) betreft de personeelsgebonden uitgaven.

Ontvangsten

De lagere ontvangsten (– € 14 miljoen) worden veroorzaakt door het achterblijven van de BTW ontvangsten en de lagere materiële ontvangsten.

Beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando Diensten Centra

Artikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra (bedragen x € 1.000)

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Stand Slotwet 2013

verschil met 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.038.671

1.111.277

72.606

Uitgaven

1.038.671

1.040.029

1.358

Programma-uitgaven

11.988

7.600

– 4.388

Opdracht Dienstverlenende eenheden

11.988

7.600

– 4.388

– waarvan gereedstelling

11.988

7.590

– 4.398

– waarvan instandhouding

 

10

10

       

Apparaatsuitgaven

1.026.683

1.032.429

5.746

Staf CDC

20.858

13.760

– 7.098

Ondersteuning operationele eenheden

944.321

956.930

12.609

Bijdragen aan SSO's

41.419

41.909

490

Attachés

20.085

19.830

– 255

       

Apparaat per uitgavencategorie

1.026.683

1.032.429

5.746

personele uitgaven

425.983

424.809

– 1.174

– waarvan eigen personeel

414.500

411.204

– 3.296

– waarvan attachés

11.483

13.605

2.122

materiële uitgaven

600.700

607.620

6.920

– waarvan huisvesting en infrastructuur

390.694

396.124

5.430

– waarvan overige exploitatie

201.404

205.271

3.867

– waarvan overige exploitatie attachés

8.602

6.225

– 2.377

Apparaatsontvangsten

61.912

55.319

– 6.593

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget van het CDC is verhoogd met € 72,6 miljoen. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door de bijstelling voor de Nederlandse bijdrage aan het Strategic Airlift Capability (SAC) C-17 programma (€ 106,5 miljoen tot en met 2013): In het Memorandum of Understanding (MoU) zijn zowel een kostenplafond (Cost Ceiling) als een nagestreefd kostenniveau (Cost Target) opgenomen. Sinds 2013 wordt niet langer gebruik gemaakt van het nagestreefde kostenniveau, maar van het kostenplafond. Dit is verwerkt in de financiële administratie en in de begroting van de Nederlandse bijdrage aan het programma. Het resterende deel hangt samen met de hogere apparaatsuitgaven, waarvan de posten hieronder worden benoemd. Daarnaast zijn er neerwaarts bijgestelde verplichtingen (waaronder personele uitgaven).

Uitgaven

De uitgaven zijn per saldo € 1,4 miljoen hoger dan verwacht. Belangrijkste wijziging betreft een herschikking van gereedstelling naar exploitatie, omdat de dienstverleningsactiviteiten van geneeskundige logistiek waren voorzien op gereedstelling, terwijl de realisatie van de uitgaven in materiële exploitatie plaats heeft gevonden. De uitgaven voor formatie vallen lager uit als gevolg van de reorganisatie. Verder zijn er hogere uitgaven voor schoonmaakuitgaven en inrichting (van locaties).

Ontvangsten

De personele en overige ontvangsten zijn met € 6,6 miljoen lager uitgevallen dan was voorzien ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2013.

Niet-beleidsartikel 9 Algemeen

Artikel 9 Algemeen

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Realisatie 2013

Verschil 2013

Verplichtingen

103.379

84.443

– 18.936

Programma-uitgaven

     

Subsidies en bijdragen

21.922

21.682

– 240

Bijdrage NAVO en internationale samenwerking

41.835

39.906

– 1.929

Overige uitgaven

39.622

38.978

– 644

Totaal programma-uitgaven

103.379

100.566

– 2.813

Totaal ontvangsten

0

0

0

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen is € 18,9 miljoen lager dan was begroot. Door de reorganisatie zijn minder verplichtingen aangegaan dan verwacht voor verschillende projecten bij de overige uitgaven.

Uitgaven

De realisatie van de uitgaven is € 2,8 lager uitgevallen dan was voorzien. Dit komt vooral door de lagere bijdrage aan het «military budget» van de Navo.

Niet-beleidsartikel 10 Centraal Apparaat

Artikel 10 Centraal apparaat

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Realisatie 2013

Verschil 2013

Verplichtingen en uitgaven

1.644.684

1.655.999

11.315

Apparaatsuitgaven

     

Bestuursstaf

94.039

89.315

– 4.724

Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst

63.247

59.437

– 3.810

Pensioenen en uitkeringen

1.254.284

1.256.134

1.850

Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden

233.114

253.817

20.703

Ziektekostenvoorziening

   

0

Totaal apparaatsuitgaven

1.644.684

1.658.703

14.019

       

Apparaat per uitgavencategorie

1.644.684

1.658.703

14.019

personele uitgaven

1.617.432

1.638.573

21.141

– waarvan eigen personeel

130.034

128.622

– 1.412

– waarvan pensioenen, wachtgelden en uitkeringen

1.487.398

1.509.951

22.553

materiële uitgaven

27.252

20.129

– 7.123

Totaal ontvangsten

6.783

2.669

– 4.114

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen is € 11,3 miljoen hoger dan was voorzien. Dit is een saldo van hogere uitgaven voor enerzijds pensioenen en uitkeringen en SBK-gelden en anderzijds lagere materiele uitgaven.

Uitgaven

De uitgaven komen € 14 miljoen hoger uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Het merendeel hiervan (€ 21,5 miljoen) heeft betrekking op SBK-gelden, onder andere vanwege de hogere uitgaven voor ontslagbescherming. De realisatie van de overige exploitatie is € 7 miljoen lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door de reorganisatie, waardoor verschillende activiteiten niet of later zijn gestart (onder andere opleiding, transport en uitbestedingen).

Ontvangsten

De realisatie van de personele ontvangsten bedraagt € 4,1 miljoen minder dan was geraamd bij de tweede suppletoire begroting.

Baten-lastenagentschappen

Defensie Telematica Organisatie, Dienst Vastgoed Defensie en Paresto

In de eerste en tweede suppletoire begroting 2013 zijn bij de baten-lastenagentschappen geen mutaties opgenomen. Voor het verschil tussen de begroting en de eindrealisatie wordt verwezen naar het Jaarverslag 2013.

Naar boven