33 930 V Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken en van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2013

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);

  • 2. de departementale begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII)

  • 3. de begrotingsstaat inzake het agentschap van dit Ministerie

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Voorstel van Wet

Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld de uitgaven op de begrotingsstaat 2013 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 145,2 miljoen te verlagen en de ontvangsten te verhogen met EUR 73,6 miljoen. Daarnaast wordt voorgesteld de uitgaven op de begrotingsstaat 2013 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 76,2 miljoen te verhogen en de ontvangsten te verlagen met EUR 15,3 miljoen.

2. Leeswijzer

De voorliggende Slotwet bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Eerste Suppletoire Begroting 2013 van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van de begroting van het Rijk.

In de toelichting worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) en de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) toegelicht. Vervolgens wordt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen weergegeven.

Per artikel is een tabel opgenomen met de mutaties. De toelichting per beleidsartikel heeft betrekking op de kolom mutaties Slotwet. Het aantal activiteiten en het aantal financiële instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inclusief het postennet is aanzienlijk. Om de leesbaarheid te waarborgen worden daarom alleen de financiële instrumenten die meer dan 10% of meer, met een minimum van EUR 2 miljoen per instrument, opgenomen in de financiële tabel. Dat betekent dat er in sommige gevallen geen uitputtende opsomming is van de financiële instrumenten per artikelonderdeel.

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet van 2001 dienen de opmerkelijke verschillen tussen de vorige (tweede Suppletoire Begroting) en huidige raming te worden toegelicht. Op uitgavenniveau is voor deze toelichting een norm gehanteerd waarbij voor de beleidsartikelen (1–8 op hoofdstuk V en XVII) en het niet-beleidsartikel 10 afwijkingen van 10% of meer, met een minimum van EUR 2 miljoen, ten opzichte van de stand van de Tweede Suppletoire Begroting 2013 op sub-artikel niveau zijn opgenomen. Voor niet-beleidsartikel 11 (hoofdstuk V) is een afwijking van 1% opgenomen. Voor verplichtingen wordt de norm van 10% op artikel niveau aangehouden.

3. Overzicht belangrijkste uitgavenmutaties 2013

Buitenlandse Zaken (V):

Het voorstel is om de uitgaven voor 2013 te verlagen met EUR 145,2 miljoen. In de volgende tabel volgt een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van de Tweede Suppletoire Begroting 2013 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V), gevolgd door een toelichting. Alleen de beleidsmatige mutaties zijn in het overzicht opgenomen.

Bedrag x EUR 1 miljoen

Artikel

 

Mutatie

3

Versterkte Europese Samenwerking

– 79

Artikel 3

De realisatie van de EU-afdrachten 2013 laat zien dat de EU afdrachten met EUR 79 mln lager zijn uitgevallen dan geraamd in de tweede Suppletoire Begroting. De verwachte daling in geïnde en af te dragen invoerrechten was minder groot dan ten tijde van de tweede Suppletoire Begroting werd verondersteld. De afdracht van invoerrechten is ten opzichte van de tweede Suppletoire Begroting EUR 118 mln hoger uitgevallen. Tegelijkertijd laat de afdracht van de op het bnp gebaseerde afdrachten een daling zien van EUR 196 mln. Deels hangen deze mutaties samen. Het restant wordt veroorzaakt door hoger dan verwachte opbrengsten uit incidentele heffingen en boetes. Aangezien de BNP-afdracht fungeert als sluitpost van de begroting, komen dergelijke opbrengsten in aftrek van de BNP-afdrachten.

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):

Het voorstel is om de uitgaven voor 2013 te verhogen met EUR 76,2 miljoen. In de volgende tabel volgt een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van de Tweede Suppletoire Begroting 2013 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII), gevolgd door een toelichting. Alleen de mutaties die te maken hebben met beleidsmatige wijzigingen zijn in het overzicht opgenomen.

Bedrag x EUR 1 miljoen

Artikel

 

Mutatie

4

meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

46,6

5

Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

37,9

Artikel 4

De hogere realisatie op artikel 4 is met name het gevolg van het parkeerkarakter van dit artikel. Deze mutatie is daarmee technisch van aard. Wijzigingen in het totale ODA-budget (BNP-cijfers) evenals aanpassingen in de toerekeningen (onder andere EKI en de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen) worden op dit artikel opgevangen. In 2013 was dit een neerwaartse BNP-bijstelling, die in de realisatie wegvalt. Als gevolg valt de realisatie op het artikel hoger uit.

Artikel 5

De realisatie op het artikelonderdeel meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede is EUR 38 mln hoger dan voorzien in de tweede Suppletoire Begroting. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de eenmalige bijdrage van EUR 28 mln aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in het kader van de beëindiging van de subsidie en de transitie naar een zelfstandig voort te zetten organisatie. Daarnaast heeft er een overschrijding plaatsgevonden van EUR 6,8 miljoen als gevolg van een hogere liquiditeitsbehoefte binnen het SRGR fonds.

Toelichting per beleidsartikel

Hoofdstuk V Buitenlandse Zaken

Beleidsartikel 1 hoofdstuk V

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand obtwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

94.041

127.184

– 10.739

116.445

             

Uitgaven:

Instrument

       
             

Programma-uitgaven totaal

 

109.551

109.468

– 3.130

106.338

             

1.1

Een goed functionerende internationale rechtsorde

 

52.216

51.944

568

52.512

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

Verenigde Naties

40.501

37.170

– 2

37.168

   

OESO

5.823

6.375

6

6.381

   

diversen

0

0

4.103

4.103

 

Subsidies

Carnegiestichting

4.800

4.800

60

4.860

             

1.2

Bescherming van de rechten van de mens

 

57.335

57.524

– 3.698

53.826

             
 

Bijdragenovereenkomst

Landenprogramma's

19.792

19.981

104

20.085

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

OHCHR

8.650

8.650

– 600

8.050

 

Subsidies

Wereldomroep

14.000

14.000

– 500

13.500

   

Diversen

0

14.893

– 2.702

12.191

E. Toelichting

geen

Beleidsartikel 2 hoofdstuk V

Beleidsartikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

234.511

235.524

– 35.410

200.114

             

Uitgaven:

Instrument

             

Programma-uitgaven totaal

 

253.494

241.330

– 14.858

226.472

             

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid

 

20.721

21.770

1.551

23.321

             
 

Bijdragen internationale organisaties

NAVO

12.806

15.143

1.214

16.357

   

Diversen

4.925

6.122

337

6.459

 

Subsidies

Atlanitische commissie

490

505

0

505

             

2.2

Bestrijding en terugdringing van het internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit

 

500

500

0

500

 

Susidies

Anti-terrorisme instituut

500

500

0

500

             

2.3

Bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, bevordering van ontwapening, wapenbeheersing en het voeren van een restrictief en transparant wapenexportbeleid

 

12.754

14.598

– 1.972

12.626

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

IAEA

7.317

7.317

– 399

6.918

   

Ontwapeningsorganisaties (CTBTO,OPCW etc.)

3.437

3.487

– 388

3.099

   

EBRD

0

1.000

– 1.000

0

 

Opdrachten

NSS

2.000

2.794

– 185

2.609

             

2.4

Het bevorderen van energievoorzienings- en grondstoffenzekerheid

 

0

0

0

             

2.5

Veiligheid, goed bestuur en rechtsorde in prioritaire gebieden

 

219.519

204.462

– 14.437

190.025

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma's

99.058

93.663

– 2.222

91.441

   

waarvan MATRA

10.814

8.794

3.111

11.905

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

waarvan VN-contributie crisisbeheersingsoperaties

102.000

90.000

– 3.321

86.679

             

Ontvangsten

 

1.167

1.167

890

2.057

             

2.10

Doorberekening Defensie diversen

 

167

167

0

167

             

2.50

Restituties contributies

 

1.000

1.000

890

1.890

E. Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen zijn per saldo verlaagd. De verlaging komt met name door het naar beneden bijstellen van het verplichtingenbudget van het Stabiliteitsfonds (ODA en non-ODA), waar uitgaven gedaan zijn ten laste van verplichtingen die reeds in eerdere jaren waren aangegaan. Daarnaast zijn voor MATRA Europese Samenwerking lagere verplichtingen aangegaan, omdat uitgaven hebben plaatsgevonden lastens eerder aangegane verplichtingen.

Beleidsartikel 3 hoofdstuk V

Beleidsartikel 3 Europese samenwerking

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

7.412.138

7.418.260

– 79.021

7.339.239

             

Uitgaven:

Instrument

       
             

Programma-uitgaven totaal

 

7.580.467

7.574.385

– 79.021

7.495.364

             

3.1

Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt

 

7.389.682

7.404.006

– 79.019

7.324.987

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

BNP-afdracht

4.309.168

4.786.499

– 192.986

4.593.513

   

BTW-afdracht

339.447

323.399

– 2.688

320.711

   

Landbouwheffingen

253.000

253.000

18.695

271.695

   

Invoerrechten

2.488.067

2.041.108

97.960

2.139.068

             

3.2

Een effectief, efficient en cohorent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden

 

177.177

156.125

0

156.125

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

EOF

177.177

156.125

0

156.125

             

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

 

9.748

10.142

0

10.142

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

Raad van Europa

9.748

10.142

0

10.142

             

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28

 

3.860

4.112

– 2

4.110

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

Benelux bijdrage

3.860

4.102

8

4.110

             

Ontvangsten

 

685.267

573.923

18.290

592.213

             

3.10

Perceptiekostenvergoedingen

 

685.267

573.527

18.290

591.817

             

3.30

Restitutie Raad van Europa

 

0

396

0

396

E. Toelichting

Geen

Beleidsartikel 4 hoofdstuk V

Beleidsartikel 4 Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

Bedragen in EUR 1.000

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

   

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

0

0

193

193

           

Uitgaven:

       
           

Programma-uitgaven totaal

2.300

1.000

– 714

286

           

4.2

Effectief armoedebeleid van ontwikkelingslanden

2.300

1.000

– 714

286

E. Toelichting

Geen

Beleidsartikel 7 hoofdstuk V

Beleidsartikel 7 Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

15.964

17.452

– 1.964

15.488

             

Uitgaven:

Instrument

       
             

Programma-uitgaven totaal

 

15.964

17.122

– 161

16.961

             

7.1

Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland

 

14.809

15.959

– 106

15.853

             
 

Subsidies

EPAFRAS

600

600

0

600

   

Reclassering Nederland

600

600

– 1

599

             
 

Opdrachten

Informatiesystemen

7.000

8.950

– 813

8.137

   

Inkoop reisdocumenten

3.500

3.400

329

3.729

   

Diversen

3.109

2.409

379

2.788

             

7.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

 

1.155

1.163

– 55

1.108

             

Ontvangsten

 

41.300

41.300

6.964

48.264

             

7.10

Consulaire dienstverlening

 

41.300

41.300

6.964

48.264

E. Toelichting

Verplichtingen

De voortgang van de implementatie van de zogenaamde E-suite, welke het mogelijk maakt om visum- en paspoortaanvragen online in te dienen, heeft enige vertraging opgelopen. Hierdoor was het nog niet mogelijk om nieuwe verplichtingen, voor het vervolgtraject, aan te gaan in 2014.

Ontvangsten

Zoals gemeld in de Decemberbrief is er sprake van hogere consulaire ontvangsten dan verwacht. De consulaire ontvangsten zijn toegenomen door een stijging van het aantal aanvragen, in het bijzonder visumaanvragen.

Beleidsartikel 8 hoofdstuk V

Beleidsartikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

41.362

57.464

– 16.039

41.425

             

Uitgaven:

Instrument

       
             

Programma-uitgaven totaal

 

43.439

56.711

– 2.589

54.122

             

8.1

Grotere buitenlandse bekendheid met de nederlandse cultuur

 

7.246

5.878

– 60

5.818

             
 

Subsidies

Instituut Neerlandais

1.407

1.407

4

1.411

   

Gemeenschappelijk cultureel erfgoed

1.000

1.000

3.407

4.407

             
             

8.2

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

 

13.775

29.061

– 1.239

27.822

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

waarvan Internationaal Strafhof

10.000

24.068

– 1.070

22.998

   

waarvan Libanon tribunaal

3.600

3.688

0

3.688

             

8.3

Vergroten van begrip en/of steun voor Nederlandse

zienswijze, standpunten en beleid in het buitenland

en het versterken van het draagvlak in eigen land

voor het buitenlandbeleid

 

22.418

21.772

– 1.290

20.482

             
 

Bijdragenovereenkomst

Landenprogramma's

7.527

7.920

– 647

7.273

 

subsidies

Clingendael

2.520

2.550

– 63

2.487

 

Opdrachten

POBB

3.458

3.332

– 70

3.262

   

Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en CD

1.665

3.350

– 236

3.114

   

Voorlichting

5.340

3.000

836

3.836

             

Ontvangsten

 

790

790

– 16

774

             

8.30

Doorberekening Defensie diversen

 

790

790

– 16

774

E. Toelichting

Verplichtingen

De lagere realisatie is het gevolg van een verlaging van het verplichtingen budget voor de huur van het Institut Neerlandais voor de periode 2014–2017. Tevens is de verplichting aan Clingendael is EUR 2,35 mln lager uitgevallen omdat besloten is tot een 3-jarige in plaats van een 4-jarige overeenkomst.

Tot slot heeft een decommitering van EUR 5 mln op de EBRD plaatsgevonden.

Niet-beleidsartikel 9 hoofdstuk V

Artikel 9 Geheim

Bedragen in EUR 1.000

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

   

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

pm

162

– 192

– 30

           

Uitgaven

pm

162

1

163

           

Ontvangsten

       

E. Toelichting

Geen

Niet-beleidsartikel 10 hoofdstuk V

Artikel 10 Nominaal en onvoorzien

Bedragen in EUR 1.000

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

   

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

33.597

3.800

– 42

3.758

           

Uitgaven:

33.597

3.800

– 42

3.758

           

Nominaal en onvoorzien

33.597

3.800

– 42

3.758

E. Toelichting

Geen

Niet-beleidsartikel 11 hoofdstuk V

Artikel 11 Algemeen

Bedragen in EUR 1.000

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

   

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

702.951

701.246

– 13.190

688.056

           

Uitgaven:

770.219

739.089

– 44.717

694.372

           

Apparaatsuitgaven

770.219

739.089

– 44.717

694.372

           

11.1.1

Personeel

457.505

457.505

– 3.297

454.208

 

Eigen personeel

450.084

450.084

– 4.931

445.153

 

Inhuur extern

7.421

7.421

1.634

9.055

           

11.1.2

Materieel

312.714

281.584

– 41.420

240.164

 

waarvan ICT

32.264

36.664

1.156

37.820

 

waarvan bijdragen aan SSO's

29.709

33.509

– 1.477

32.032

           

Ontvangsten

58.626

67.850

47.443

115.293

11.10

Diverse ontvangsten

58.626

33.850

10.440

44.290

 

waarvan reservering huisvestingfonds

 

14.400

 

14.400

           

11.20

Koersverschillen

0

34.000

37.003

71.003

E. Toelichting

Uitgaven

Om de apparaatsuitgaven toe te lichten wordt onderscheid gemaakt tussen personele- en materiele kosten, op het departement evenals de posten.

De daling in de personele uitgaven is een saldo van lagere personele kosten op de posten, tegenover hogere personele kosten op het departement. Zoals vermeld in de tweede Suppletoire Begroting dalen de uitgaven per saldo als gevolg van een afname van het personeelsbestand op de posten, door afslanking en sluiting van posten. De kosten voor lokaal personeel zijn toegenomen als gevolg van ontslagvergoedingen evenals lokale loonontwikkeling. Netto zijn de personeelskosten op de posten lager dan voorzien. Daarnaast is er, zoals gemeld in de eerste suppletoire wet, sprake geweest van een overheveling naar het Ministerie van Defensie voor de beveiliging van ambassades in hoog-risico landen, uitgevoerd door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB).

In verband met de verhuizing van het Ministerie naar een nieuwe locatie in 2016 vallen de materiele uitgaven lager uit. Tot de verhuizing worden geen uitgaven gedaan aan grootschalig onderhoud. Investeringen op de posten zijn vooruitgeschoven vanwege de lopende invulling van de geplande bezuinigingen op het postennet. Tevens zijn de kosten voor planmatig onderhoud en investeringen in huisvesting het buitenland lager dan voorzien, evenals kosten voor huur en beveiliging. Een deel van de uitgaven zal worden doorgeschoven naar 2014 en worden aangemeld als eindejaarsmarge. Daarnaast is een bedrag van EUR 3,6 miljoen overgeheveld naar het artikel nominaal en onvoorzien. Zie hiervoor de toelichting onder dit artikel. Daartegenover staat een toename in de kosten voor ICT, als gevolg van de harmonisering van de Rijksbrede kostensoortdefinitie. De uitgaven voor ICT zijn groter dan geraamd doordat deze nu uitgaven omvat die voorheen niet onder de noemer ICT vielen. Dit betreft een technische verwerking. Zoals vermeld in de eerste suppletoire wet zijn er tevens investeringen gedaan op het gebied van digitalisering van de archieven en het opzetten van een database voor internationale instellingen in Den Haag. Ook zijn er investeringen gedaan voor de uitrol van Het Nieuwe Werken.

Ontvangsten

Artikel 11.1

De stijging is te verklaren door een hogere realisatie op de post compensabele ontvangsten. Dat komt vooral door hogere opbrengsten uit verkochte roerende goederen door de posten evenals de gebruiksvergoeding van de andere departementen.

Artikel 11.2

De stijging in koersverschillen wordt verklaard doordat alle betalingen in buitenlandse valuta om administratieve redenen het gehele jaar worden verwerkt tegen een vaste wisselkoers. Voor de USD was deze vaste koers in 2.013 USD 1,25 per EUR.

Jaarverantwoording baten-lastenagentschap per 31 december 2013

Het Centrum tot Bevordering van de Import (CBI) uit ontwikkelingslanden is sinds 1 januari 1998 een baten-lastenagentschap van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De hoofddoelstelling is het verrichten van diensten die de concurrentiepositie van exporteurs in ontwikkelingslanden op de internationale en met name de Europese markt helpt versterken.

Staat van baten en lasten van de baten-lastenagentschap.

Bedragen x EUR 1.000

Omschrijving

(1)

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013

(2)

Realisatie 2013

(3)=(2)–(1)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013

(4)

Realisatie 2012

Baten

       

Omzet moederdepartement

29.512

25.520

– 3.992

21.158

Omzet overige departementen

0

0

0

0

Omzet derden

2.685

1424

– 1.261

386

Rentebaten

0

4

4

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

32.197

26.948

– 5.249

21.544

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

221

161

– 60

393

Waarvan eigen personeel

166

121

– 45

 

Waarvan externe inhuur

55

40

– 15

 

– materiële kosten

30.909

26.593

– 4.316

20.195

Waarvan apparaat ICT

200

397

197

 

Waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

 

Afschrijvingskosten

       

– immaterieel

0

0

0

0

– materieel

212

232

20

317

Overige lasten

     

0

– dotaties voorzieningen

0

0

0

0

– rentelasten

0

0

0

1

– bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten1

31.342

26.986

– 4.356

20.906

         

Saldo van baten en lasten1

855

– 38

– 893

638

X Noot
1

In de oorspronkelijke begroting 2013 zijn abusievelijk de materiële kosten voor ICT (ad. EUR 200.000) dubbel meegenomen. Dit is in de kolom «Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013» gecorrigeerd in de onderdelen Totale lasten en Saldo van baten en lasten

Toelichting

Omzet moederdepartement

Voor negen modules zijn de prijzen in 2013 verlaagd. Deze verlaging heeft kunnen plaatsvinden doordat in 2011 is begonnen met een nieuwe werkwijze: integrale benadering van programma’s. Dit heeft geleid tot kostenefficiëntie. In 2013 zijn, in overleg met de eigenaar en hoofdopdrachtgever van het CBI, de prijzen van negen modules naar beneden bijgesteld. In het geval de oude prijzen zouden zijn gehanteerd, dan zouden de opbrengsten van het CBI EUR 1,3 miljoen hoger zijn dan nu het geval is.

Daarnaast is een kleinere hoeveelheid producten – de modules – volledig uitgevoerd. Productie neemt meer tijd in beslag dan was begroot. Dat zorgt voor een afwijking van EUR 2,7 mln ten opzichte van de begroting.

Omzet derden

Projecten van derden hebben een langere opstartperiode dan verwacht. Met name de doorlooptijd in de samenwerking met de Duitse organisatie GIZ is de zgn. SAARC regio heeft voor een afwijking gezorgd.

Personele kosten

Met de introductie van het huidige kostprijs model worden de toerekenbare personele kosten direct ten laste van de producten geboekt. Het betreft hier enkel de indirecte personele kosten. Als gevolg hiervan is fluctuatie mogelijk binnen deze post.

Door een lagere productie zijn de aan deze productie gerelateerde kosten ook lager. In relatieve zin zijn deze kosten sterker gedaald dan de productie. Dit heeft als oorzaak in grotere inzet op de primaire processen en kleinere inzet op de ondersteunende processen. Dit is mede het resultaat van de in 2011 ingezette integrale benadering van CBI-programma’s.

Materiele kosten

Doordat de productie van het aantal modules lager is dan gepland, zijn de materiële kosten ook minder hoog dan gepland. Een aantal modules in uitvoering is via de balanspost onderhanden werken meegenomen naar het jaar 2014.

Saldo van baten en lasten

De eerder genoemde prijsverlaging heeft een negatief effect op het saldo van baten en lasten. Hierdoor is het saldo EUR 1,3 miljoen lager uitgevallen.

Daarnaast zijn door effectief en efficiënt inkoop- en productieproces minder kosten gemaakt ten behoeve van de gerealiseerde modules. Dit heeft geleid tot een afwijking van ongeveer EUR 0,4 mln.

Beleidsartikel 1 hoofdstuk XVII

Beleidsartikel 1 Een sterke internationale concurrentiepositie

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

   

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

75.116

81.316

48.426

129.742

             

Uitgaven:

Instrument

       
             

Programma-uitgaven totaal

 

89.197

96.942

– 10.049

86.893

             

1.1

Een sterke internationale concurrentiepositie

 

89.197

96.942

– 10.049

86.893

             
 

Subsidies

waarvan Prepare2start/Starters International Business (SIB)

6.147

7.336

301

7.637

   

waarvan overig Programmatische Aanpak

4.589

4.589

8.059

12.648

   

waarvan 2g@there

6.462

6.462

460

6.922

   

waarvan Transitiefaciliteit (TF), demonstratieprojecten, haalbaarheidsstudies en kennisverwerving

10.000

10.372

– 5.572

4.800

   

waarvan Partners for International Business (PiB)

5.350

5.350

– 3.673

1.677

   

waarvan Package4growth (ODA)

2.147

2.147

– 1.643

504

 

Leningen

waarvan Finance for International Business (FiB)

7.500

2.700

– 675

2.025

 

Garanties

waarvan Faciliteit Opkomende Markten (FOM)

11.949

0

11.949

 

Bijdragen aan agentschappen

waarvan Agentschap NL

33.106

31.899

– 4.910

26.989

 

Bijdragen aan internationale organisaties

waarvan WTO, OESO

4.870

5.670

5

5.675

             

Ontvangsten

 

14.315

7.215

– 5.382

1.833

             

1.10

Een sterke internationale concurrentiepositie

gemengde kredieten

681

681

1.123

1.804

   

Ontvangsten uit reserve

12.500

5.400

– 5.400

   

Diverse ontvangsten

1.134

1.134

– 1.105

29

E. Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie vloeit voort uit een technische overheveling van reeds door het Ministerie van Economische Zaken aangegane verplichtingen naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze openstaande verplichtingen zijn overgenomen als gevolg van de overplaatsing van het Directoraat Generaal Buitenlands Economische Betrekkingen.

Ontvangsten

Door de lagere uitgaven voor met name de instrumenten Package4Growth non-ODA en Finance for International Business, is het in 2013 niet nodig geweest een onttrekking aan de begrotingsreserve te doen. Als gevolg hiervan is de ontvangstenraming bij tweede Suppletoire Begroting met EUR 7,1 mln naar beneden bijgesteld en bij slotwet met EUR 5,4 mln. Deze middelen blijven in de begrotingsreserve beschikbaar voor het instrument Finance for International Business.

Beleidsartikel 2 hoofdstuk XVII

Beleidsartikel 2 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

5.335

132

1

133

             

Uitgaven:

Instrument

             

Programma-uitgaven totaal

 

5.335

132

0

132

             

2.1

Een goed functionerende internationale rechtsorde

 

294

132

0

132

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

 

294

132

0

132

             

2.2

Bescherming van de rechten van de mens

 

5.041

0

0

0

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

ILO

5.041

0

0

0

E. Toelichting

Geen

Beleidsartikel 3 hoofdstuk XVII

Beleidsartikel 3 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

438.000

432.450

127.210

559.660

             

Uitgaven:

 

             

Programma-uitgaven totaal

instrument

516.006

516.370

11.009

527.379

             

3.1

Veiligheid, goed bestuur en rechtsorde in prioritaire gebieden

 

303.939

285.053

8.434

293.487

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma's veiligeheid en rechtsorde

217.843

199.677

9.441

209.118

 

waarvan landenprogramma's goed bestuur

38.296

23.974

4.140

28.114

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

UNICEF

30.000

35.800

5.829

41.629

   

waarvan IDEA/IDLO

7.500

7.500

– 3.129

4.371

   

Programma politieke partijen

5.150

4.236

119

4.355

   

Gemeente-initiatieven

5.150

4.000

1.900

5.900

             

3.2

Effectieve humanitaire hulp

 

212.067

231.317

2.575

233.892

             
 

Subsidies/Bijdrage (inter)nationale organisaties

waarvan noodhulpprogramma's

85.067

99.317

2.575

101.892

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

waarvan CERF/UNOCHA

45.000

45.000

0

45.000

   

waarvan UNHCR

33.000

38.000

0

38.000

   

waarvan Wereldvoedselprogramma

36.000

36.000

0

36.000

   

waarvan UNRWA

13.000

13.000

0

13.000

E. Toelichting

Verplichtingen

De stijging van het verplichtingenbudget op dit artikel bestaat uit een saldo. Het overgrote deel van de stijging wordt veroorzaakt door noodhulp, doordat nieuwe verplichtingen zijn aangegaan ten aanzien van CERF (Central Emergency Response Fund) en nieuwe meerjarige verplichtingen ten aanzien van ICRC (International Committee of the Red Cross). Daarnaast zijn de verplichtingen ten aanzien van UNHCR naar boven bijgesteld. Daarnaast is sprake van een aantal verlagingen, met name op het decentrale wederopbouwbudget doordat in eerdere jaren aangegane verplichtingen zijn verlaagd ten aanzien van (Zuid-)Sudan. Ook ten aanzien van Goed bestuur decentraal zijn de in eerdere jaren aangegane verplichtingen verlaagd, vanwege de versnelde afbouw van Goed bestuur vanaf 2014.Tot slot zijn de verplichtingen verlaagd ten aanzien van het Midden Amerika Programma.

Beleidsartikel 4 hoofdstuk XVII

Beleidsartikel 4 Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

749.287

1.075.670

– 759.565

316.105

             

Uitgaven:

Instrument

       
             

Programma-uitgaven totaal

 

921.679

882.249

46.553

928.802

             

4.1

Voedselzekerheid

 

303.105

337.105

3.185

340.290

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan Landenprogramma's

113.992

133.642

– 413

133.229

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

waarvan IFDC/CGIAR/IFPRI

33.600

42.600

– 4.077

38.523

   

waarvan IFC/FMO

46.390

46.390

– 4.924

41.466

   

waarvan IFAD

0

0

24.000

24.000

   

waarvan PPP (IDH en Agentschap NL)

44.048

41.000

– 5.894

35.106

 

Subsidie

waarvan NUFFIC

15.000

17.400

– 2.400

15.000

   

waarvan Agriterra

12.310

18.186

– 3.086

15.100

   

waarvan Solidaridad

0

0

6.437

6.437

             

4.2

Effectief armoedebeleid van ontwikkelingslanden

 

256.936

254.976

53.900

308.876

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma's (incl. macrosteun)

50.474

35.221

4.024

39.245

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

waarvan UNDP

55.500

57.500

0

57.500

   

waarvan UNICEF

34.000

34.000

0

34.000

   

waarvan multilatere banken en fondsen

163.541

166.201

4.939

171.140

 

Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen in BNP en/of toerekeningen

 

– 82.017

– 54.943

54.943

0

             

4.3

Private sector ontwikkeling

 

354.678

283.065

– 14.754

268.311

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma's

58.366

23.390

– 4.847

18.543

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

Marktontwikkeling via WB/WTO/WHO/IFC

16.649

32.640

2.133

34.773

   

Financiele sector ontwikkeling via WB/FMO/AfDB

11.514

15.189

419

15.608

   

waarvan PIDG

7.743

5.680

– 5.680

0

   

waarvan diversen

24.450

3.950

15.059

19.009

 

Subsidie

waarvan MOL fonds via FMO

26.484

36.800

– 2.920

33.880

   

waarvan PUM

12.540

9.755

5.867

15.622

 

Bijdragen aan agentschappen

waarvan ORIO

66.200

29.400

– 3.473

25.927

   

waarvan bedrijfsleveninstrumentarium

79.043

68.088

5.219

73.307

   

waarvan CBI

25.026

34.700

– 3.058

31.642

             

4.4

Effectieve Nederlandse handels- en investeringsbevordering

 

6.960

7.103

4.222

11.325

             
 

Bijdragen aan agentschappen

NBSO

6.960

7.103

4.222

11.325

             

Ontvangsten

 

57.363

88.539

– 9.920

78.619

             

4.20

Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen

 

57.363

57.363

1.885

59.248

             

4.21

Diverse ontvangsten OS

 

0

31.176

– 11.805

19.371

E. Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen binnen het artikel zijn lager uitgevallen ten opzichte van de raming. Hier liggen een aantal redenen aan ten grondslag. Binnen het landenprogramma zijn de verplichtingen lager uitgevallen dan begroot als gevolg van decommitteringen, vertragingen en een verminderde behoefte aan verplichtingenruimte. Daarnaast heeft binnen het voedselzekerheidsprogramma een decommittering plaatsgevonden op FMO MASSIF+. Door een vrijval van middelen is de verplichting op ORET neerwaarts bijgesteld. Het verplichtingenniveau van het ORIO programma is eveneens neerwaarts bijgesteld doordat de 2e call for proposals geen doorgang heeft gevonden. Binnen het thema infrastructuur heeft Nederland afgezien van het aangaan van een omvangrijke verplichting voor de Private Infrastructure Development Group, omdat hier onvoldoende meerwaarde in zat voor Nederlandse deelname. Voor het CBI heeft een technische bijstelling plaatsgevonden, waardoor het niveau van de verplichtingen neerwaarts is bijgesteld. Tot slot is het door Nederland te ondertekenen Instrument of Commitment voor de dertiende middelenaanvulling voor de African Development Bank niet in 2013 ontvangen, waardoor de verplichting niet meer in 2013 is aangegaan.

Uitgaven

Artikel 4.2

De mutatie is met name het gevolg van het parkeerkarakter van dit artikel en is technisch van aard. Wijzigingen in het totale ODA-budget (BNP-cijfers) evenals aanpassingen in de toerekeningen (o.a. EKI en de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen) worden op dit artikel opgevangen. In 2013 was dit een neerwaartse BNP-bijstelling, die in de realisatie wegvalt. Als gevolg valt de realisatie op het artikel hoger uit.

Artikel 4.4

De overschrijding van de uitgaven wordt veroorzaakt door een voorschot voor de Nederlands Business Support Offices (NBSO’s) voor 2014, dat reeds in 2013 is verstrekt aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Ontvangsten

De diverse ontvangsten OS zijn lager uitgevallen dan het bedrag dat voor deze stelpost geraamd was.

Beleidsartikel 5 hoofdstuk XVII

Beleidsartikel 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

343.241

360.819

– 176.065

184.754

             

Uitgaven:

Instrument

       
             

Programma-uitgaven totaal

 

1.100.152

1.077.535

37.966

1.115.501

             

5.1

Goed onderwijs, goed opgeleide bevolking en capaciteit voor onderzoek en innovatie voornamelijk ten behoeve van de beleidsprioriteiten

 

198.600

181.373

30.612

211.985

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma's onderwijs

69.804

67.787

165

67.952

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

waarvan Beroepsonderwijs

10.000

4.700

– 4.700

0

   

waarvan GPE

30.000

30.000

0

30.000

   

waarvan KIT

18.596

18.596

23.997

42.593

 

Opdrachten

waarvan NUFFIC

60.000

55.000

– 1.537

53.463

 

Subsidies

waarvan diversen

28.796

23.386

– 11.846

11.540

             

5.2

Versterking van het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden

 

456.125

453.190

– 1.120

452.070

             
 

Subsidies

waarvan MFS

382.000

388.800

– 9.518

379.282

   

waarvan SNV

60.000

50.000

10.000

60.000

   

waarvan VMP

13.000

13.000

– 281

12.719

             

5.3

Gelijke rechten en kansen voor vrouwen

 

52.470

52.926

– 1.232

51.694

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma's

8.027

8.483

– 1.249

7.234

   

waarvan UNWOMEN

6.000

7.700

0

7.700

 

Subsidies

waarvan FLOW

38.443

36.743

17

36.760

             
             

5.4

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van hiv/aids

 

392.957

390.046

9.706

399.752

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma'sHIV/AIDS

13.740

11.985

– 1.377

10.608

   

waarvan landenprogramma's SRGR

43.037

57.248

1.811

59.059

   

waarvan landenprogramma's gezondheid algemeen

38.079

22.854

76

22.930

Bijdragen (inter)nationale organisaties

waarvan UNAIDS

20.000

20.000

0

20.000

   

waarvan GFATM

67.000

67.350

0

67.350

   

waarvan UNFPA

81.000

73.000

0

73.000

   

waarvan PSI, IPPF, IPAS

7.500

7.715

– 215

7.500

   

GAVI

30.000

25.000

0

25.000

   

HIF

15.000

10.500

598

11.098

   

WHO

19.104

20.605

– 40

20.565

 

Subsidies

waarvan SRGR fonds

30.000

35.000

6.829

41.829

   

Key populationfunds

17.500

17.500

–3.358

14.142

E. Toelichting

Verplichtingen

De daling van het verplichtingenbudget bestaat uit een saldo. Het grotendeel van de daling (EUR 165 mln) wordt veroorzaakt doordat de nieuwe verplichting voor het Global Fund to fight Aids, Tuberculoses and Malaria (GFATM) in plaats van 2013 in 2014 wordt aangegaan.

Uitgaven

Artikel 5.1

Zoals in de Decemberbrief van 18 december 2013 is aangegeven is er een eenmalige bijdrage van EUR 28 mln ter beschikking gesteld aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in het kader van de beëindiging van de subsidie en de transitie naar een zelfstandig voort te zetten organisatie. De bijdrage bestaat uit EUR 17 mln om de transitiekosten van de kennisafdelingen en frictiekosten te dekken, het resterende bedrag van EUR 11 mln is bestemd voor het Tropenmuseum dat in de nabije toekomst deel zal uitmaken van een nieuw op te richten «Museum voor Wereldculturen». Dit leidt zowel op kas- als verplichtingenniveau tot een overschrijding van netto EUR 24 mln. Bij het beroepsonderwijs was een lagere liquiditeitsbehoefte dan voorzien. Daarnaast valt als gevolg van een lagere liquiditeitsbehoefte bij diverse programma’s de totale overschrijding op het sub-artikel op kasniveau nog EUR 11,8 mln lager uit.

Artikel 5.4

Er heeft een overschrijding plaatsgevonden van EUR 6,8 miljoen als gevolg van een hogere liquiditeitsbehoefte binnen het SRGR fonds en was er sprake van een lagere liquiditeitsbehoefte van EUR 3,4 mln bij het Key Population Fund.

Beleidsartikel 6 hoofdstuk XVII

Beleidsartikel 6 Duurzaam water- en milieubeheer

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand sltowet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

533.944

441.116

– 90.261

350.855

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

 

397.960

332.484

– 6.671

325.813

             

6.1

Duurzaam milieugebruik wereldwijd

 

206.983

167.640

155

167.795

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma's milieubeleid

18.631

18.631

– 6.921

11.710

   

waarvan landenprogramma's klimaat en energie

27.274

21.792

3.868

25.660

   

waarvan PREP

19.210

19.210

5.990

25.200

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

waarvan UNDP, WB, ITTO,BMZ

14.291

14.291

– 13.671

620

   

waarvan UNEP

7.140

7.140

2

7.142

   

waarvan GEF/Montreal

19.426

21.479

98

21.577

   

waarvan BGP, Both Ends

4.510

4.510

– 3.272

1.238

   

waarvan Commissie MER, WWF, WRI, PBL, Tropenbos, IUCN, Peace Parks

35.475

20.091

– 11.701

8.390

   

waarvan WB, IFAD, UNDP, GTZ

24.681

11.681

16.835

28.516

   

waarvan LDCF

20.000

20.000

0

20.000

   

waarvan diversen

770

0

0

0

 

Subsidies

waarvan HIVOS

8.665

8.665

520

9.185

   

waarvan FMO

6.910

0

0

0

             

6.2

Efficient en duurzaam watergebruik, veiliger delta's

         

en stroomgebieden en verbeterde toegang tot

         

drinkwater en sanitaire voorzieningen in

         
 

ontwikkelingslanden/partnerlanden

 

190.977

164 844

– 6.826

158.018

             

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma's waterbeheer

80.650

59.199

– 14.070

45.129

   

waarvan NGO"s

2.491

2.491

– 2.491

0

   

waarvan landenprogramma's drinkwater en sanitatie

45.751

44.069

1.511

45.580

 

Subsidie

waarvan PLAN NL, Transparency Int, Stichting Waste, RED Cross, IRC

5.320

5.320

– 917

4.403

   

A4A, Wetterskip Fr, AKVO, WAG Univ., Fonds Duurzaam Water

0

0

6.917

6.917

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

waarvan UNESCO-IHE, WB

20.861

20.861

– 1.317

19.544

   

waarvan PPP's

7.784

7.784

– 4.627

3.157

   

waarvan AfDB, UNOPS, UN HABITAT, UNDESA, UNICEF, WB

18.240

15.240

13.249

28.489

   

A4A, Wetterskip Fr, AKVO, WAG Univ.

9.880

9.880

– 9.880

0

E. Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor duurzaam water- en milieubeheer is gedaald. Enerzijds wordt de daling veroorzaakt door technische bijstellingen. Daarnaast zijn er minder verplichtingen aangegaan dan voorzien. Voor het waterprogramma geldt dat o.a. voor Bangladesh, Palestijnse Autoriteit en Jemen. In Bangladesh is vertraging opgelopen in het goedkeuringsproces van activiteit Bangladesh Deltaplan, waardoor contractering van consultants uitgesteld moet worden tot 2014. Met betrekking tot het waterprogramma in de Palestijnse Autoriteit wordt de contractering van het Bethlehem Water Loss Programma in 2014 gedaan. Vanwege de complexe situatie in Jemen zijn geen nieuwe verplichtingen ten aanzien van het waterprogramma aangegaan. Omdat in Rwanda geen nieuwe milieuactiviteiten zijn opgebouwd is het geraamde verplichtingenbudget niet verder ingezet. Onder technische bijstelling valt ook de verschuiving van verplichtingenbudget internationaal milieubeleid naar biodiversiteit en bossen, beide budgetten vallen na de conversie onder klimaat centraal.

Beleidsartikel 7 hoofdstuk XVII

Beleidsartikel 7 Regulering van het personenverkeer

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

9.000

9.000

– 5.001

3.999

             

Uitgaven:

Instrument

       
             

Programma-uitgaven totaal

 

9.000

9.000

– 954

8.046

             

7.1

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

 

9.000

9.000

– 954

8.046

             
 

Subsidies

waarvan diversen

3.150

3.150

1.069

4.219

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

UNHCR

2.810

2.810

– 483

2.327

 

Bijdragen ZBO

Dienst terugkeer en vertrek

2.500

2.500

– 1.000

1.500

E. Toelichting

Verplichtingen

Door een beleidsintensivering die voortvloeide uit het regeerakkoord kabinet Rutte-Verhagen op de onderwerpen terugkeer en (versterking van de) bescherming van vluchtelingen in de regio van herkomst werden in 2012 hogere verplichtingen aangegaan dan aanvankelijk voorzien. Het kasbudget is echter gelijk gebleven waardoor er in 2013 minder ruimte was om nieuwe verplichtingen aan te gaan.

Beleidsartikel 8 hoofdstuk XVII

Beleidsartikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting incl. ISB 2013

Stand 2e suppletoire begroting 2013

Mutaties slotwet 2013

Stand slotwet 2013

     

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

9.703

5.859

– 2.664

3.195

             

Uitgaven:

Instrument

       
             

Programma-uitgaven totaal

 

28.543

26.615

– 1.617

24.998

             

8.1

Grotere buitenlandse bekendheid met de nederlandse cultuur

 

12.943

10.770

– 193

10.577

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma's

2.079

2.069

463

2.532

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

waarvan UNESCO

4.555

2.059

– 115

1.944

   

waarvan diversen

2.559

2.892

– 541

2.351

 

Subsidies

waarvan Prins Claus fonds

3.750

3.750

0

3.750

             

8.2

Vergroten van begrip en/of steun voor Nederlandse zienswijze, standpunten en beleid in het buitenland en het versterken van het draagvlak in eigen land voor het buitenlandbeleid

 

15.600

15.845

– 1.424

14.421

             
 

Bijdragenovereenkomst

waarvan landenprogramma's

210

455

– 455

0

 

Subsidies

NCDO

10.580

10.580

– 435

10.145

 

Opdrachten

waarvan diversen

4.810

4.810

– 534

4.276

E. Toelichting

Verplichtingen

De lagere realisatie is te verklaren doordat op artikel 8.1 een aantal (voorgenomen) activiteiten uiteindelijk toch niet tot een verplichting zijn gekomen. Daarnaast is op artikel 8.2 de beheersovereenkomst met PWC naar beneden bijgesteld omdat het subsidieloket SBOS voor nieuwe aanvragen is gesloten.

Naar boven