Inleiding
De regering heeft met belangstelling kennis genomen van het voorlopig verslag van
de vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer inzake
het onderhavige wetsvoorstel. De leden van de VVD-fractie vragen of de uiteindelijke
voorwaarden in deze wet voldoende zijn om het van de oorspronkelijke doelstelling
afwijkende gebruik te voorkomen.
Financiële gevolgen van het wetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat het vervallen van de arbeids- en arbeidsverledenvoorwaarde
veel meer ruimte geeft om in te kopen, terwijl de verhoogde premie niet kostendekkend
zal zijn. Voorts geven zij aan dat het zeer lucratief zal zijn om AOW in te kopen
aangezien de AOW-uitkering geëxporteerd kan worden met name naar landen met een lagere
levensstandaard. Zij vragen welke kwantitatieve effecten en financiële gevolgen de
regering verwacht van de door amendering van het wetsvoorstel vervallen arbeids- en
arbeidsverledenvoorwaarde. Tevens vragen zij of de regering bereid is de premie voor
inkoop zodanig te verhogen dat deze onbedoelde effecten niet meer voorkomen of tenminste
sterk beperkt worden. De potentiële koper zal immers steeds een berekening maken of
de te ontvangen AOW-uitkering in een gunstige verhouding staat tot de te betalen premie.
Zoals ik ook al aan de Tweede Kamer heb gemeld, hebben de arbeidsvoorwaarde- en arbeidsverledenvoorwaarde
geen onderscheidend effect op de raming.1 Het effect van het wetsvoorstel op het aantal inkopers en de uitkeringslasten die
daarmee zijn gemoeid blijft ruwweg hetzelfde.
De doorgevoerde verhoging van de minimumpremie voor inkoop AOW draagt bij aan het
beperken van het onbedoeld gebruik. Het is een forse verhoging. De minimumpremie is
ruim viereneenhalf keer zo hoog geworden. De minimumpremie nog verder verhogen zal
er toe leiden dat mensen bijna geheel afzien van inkoop. Dat zou nagenoeg neerkomen
op feitelijke afschaffing van de inkoopregeling.
De regering wil de inkoopregeling echter niet geheel afschaffen. De mogelijkheid van
inkoop ondersteunt bijvoorbeeld kinderen van expats die meegaan naar het buitenland
en terugkeren naar Nederland na het moment dat hun AOW-opbouw aanvangt. Zij hebben
in dit geval bij terugkeer een AOW-tekort.
De overheid blijft mensen de mogelijkheid bieden om meer eigen verantwoordelijkheid
te nemen voor een eventueel te repareren AOW-tekort.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma