33 900 Wijziging van de Kieswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, houdende aanpassing van de regeling met betrekking tot het kiesrecht van niet-Nederlanders bij eilandsraadsverkiezingen

F BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2016

Op 11 oktober jl. vond in uw Kamer de plenaire behandeling plaats van wetsvoorstel 33 131 (verklaringswet over constitutionele basis Caribische openbare lichamen) en de bijbehorende wetsvoorstellen 34 341 (novelle over apart kiescollege voor Eerste Kamerverkiezing) en 33 900 (beëindiging kiesrecht niet-Nederlanders voor de eilandsraad). Tijdens de behandeling is gebleken dat de novelle in uw Kamer op ruime steun kan rekenen. Op grond van de novelle zal het kiesrecht voor de leden van de Eerste Kamer niet worden toegekend aan de leden van de eilandsraden, zoals voorzien in het oorspronkelijke wetsvoorstel 33 131, maar zullen ten behoeve van de Eerste Kamerverkiezing een of meer aparte Caribische kiescolleges worden gevormd. Bij aanvaarding van de novelle door uw Kamer ontvalt de grond aan wetsvoorstel 33 900, dat een voorziening bevat voor het geval dat de leden van de eilandsraden kiesrecht voor de Eerste Kamer zouden krijgen.

Om deze reden heb ik tijdens de plenaire behandeling toegezegd de procedure tot intrekking van wetsvoorstel 33 900 dan in gang te zullen zetten. Dit houdt in dat ik het voornemen tot intrekking zal voorleggen aan de ministerraad, waarna ik de Koning zal verzoeken om machtiging tot intrekking. Ik zal u en de voorzitter van de Tweede Kamer daarover schriftelijk informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven