33 888 Initiatiefnota van de leden Smaling, Hoogland en de Rouwe: «Een stap vooruit, voorstellen voor de uitbouw en betere benutting van het Nederlandse wandel- en fietsnetwerk»

Nr. 16 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2015

Met de motie van Bashir c.s.1 heeft uw Kamer verzocht in overleg met de spoorvervoerders en consumentenorganisaties te kijken naar een aantrekkelijker productaanbod voor de recreatieve wandel- en fietstoeristen, bijvoorbeeld door het fietsvervoer in de trein buiten de spits en in de weekenden waar mogelijk gratis te maken. Vanuit het Ministerie van IenM is conform de motie overleg gevoerd met de spoorvervoerders en met de consumentenorganisaties die lid zijn van het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (Locov). De overleggen hebben een beeld gegeven van ervaringen, standpunten, mogelijkheden, kanttekeningen en voornemens van partijen. Met deze brief wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het overleg.

Conclusies

Op basis van de gesprekken kunnen de volgende conclusies worden getrokken.

  • Alle partijen staan positief tegenover de intentie om de trein aantrekkelijker maken voor recreatief gebruik. De gesprekken verliepen constructief.

  • Partijen zien perspectief in maatregelen om de lege treinstoelen buiten de spits en in het weekend te vullen via marketing, tariefacties en een aantrekkelijk productaanbod voor recreatieve reizigers.

  • Het bieden van (meer) mogelijkheden om fietsen (gratis) mee te nemen in de trein kan een onderdeel zijn van een aantrekkelijk productaanbod voor recreatieve reizigers.

  • Partijen staan positief tegenover het uitbreiden van de voorzieningen in Sprinters en stoptreinen en willen mogelijkheden zoeken om de fietsen goed te bevestigen ten behoeve van de veiligheid.

  • Het bieden van (meer) mogelijkheden om fietsen (gratis) mee te nemen in de trein is voor een beperkte groep reizigers aantrekkelijk, maar de capaciteit voor fietsvervoer is beperkt. Het leidt ook tot ergernis bij reizigers zonder fiets die er hinder van hebben. Ook de consumentenorganisaties onderkennen nadelen.

Voornemens

De vervoerders hebben in het overleg de volgende voornemens en acties gemeld.

  • In de avonduren en in het weekend heeft NS ongeveer de helft minder reizigers dan overdag op doordeweekse dagen. NS onderzoekt de mogelijkheden om dan extra (recreatieve) reizigers te trekken en heeft daarvoor onlangs diverse ideeën met de consumentenorganisaties gedeeld. Naar verwachting zal NS op korte termijn concrete voornemens presenteren.

  • De inzet van de vervoerders is fietsvervoer te faciliteren en de voorzieningen voor fietsers te verbeteren. Het gaat daarbij onder meer om betere mogelijkheden de fiets in Sprinters en stoptreinen vast te zetten met het oog op de veiligheid. De verdere uitwerking van veilige stallingplaatsen voor fietsen in de trein is een onderwerp waarover partijen in gesprek blijven.

  • Op diverse recreatieve trajecten is in de zomermaanden extra capaciteit beschikbaar voor fietsvervoer en bagage (Zwolle–Leeuwarden, naar Zandvoort, van en naar Schiphol).

  • Vervoerders zoeken nieuwe mogelijkheden op specifieke trajecten en tijden waar behoefte is aan meer fietsvervoer. Zo bieden Arriva en Syntus nu al in de weekenden gratis fietsvervoer; ze willen hier de nationale feestdagen aan toevoegen. Arriva biedt in de zomer in de treinen van Leeuwarden naar Harlingen extra ruimte voor fietsen door tijdelijk enkele zitplaatsen te verwijderen.

  • NS gaat op de gedecentraliseerde lijn Gouda-Alphen conform de betreffende concessie vanaf 2017 in de maanden juli en augustus de gehele dag en in de rest van het jaar tijdens de daluren gratis fietsvervoer aanbieden (met specifiek materieel voor deze treindienst).

  • De regionale vervoerders zijn bereid proeven te starten op enkele toeristische trajecten. Gesprekken hierover worden voortgezet om te bezien wat in goede samenwerking kansrijk en mogelijk is. Arriva en Syntus gaan bijvoorbeeld de mogelijkheid onderzoeken om in de driehoek Arnhem–Zutphen–Winterswijk een gezamenlijke proef te doen met gratis fietsvervoer.

  • NS werkt via verschillende acties en aan de promotie van de OV fiets:

    • OV fiets-promotieteam: vanaf juli t/m september zullen er bij acht grote evenementen extra OV fietsen worden ingezet (o.a. Tour de France Utrecht, De Parade Den Haag, Sail Amsterdam, Wereldhavendagen Rotterdam)

    • Fietsentest: op 10 + 11 juli staat er een ludieke PR-actie voor de nieuwe OV fietsen gepland

    • Themacampagne Deur tot Deur: in augustus staat de Dal voordeel + OV fiets campagne gepland

  • De vervoerders gaan bekijken of ze gezamenlijke marketing-acties kunnen doen gericht op fietsers.

Er zijn dus tal van goede initiatieven die in lijn met de motie zullen bijdragen aan het aantrekkelijker maken van de trein voor recreanten. Bovendien blijven partijen met elkaar in gesprek over verdere verbeteringen.

Met dit alles kan de motie beschouwd worden als uitgevoerd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Bijlage

Ervaringen van de vervoerders

  • Gratis fietsvervoer leidt in de spits tot problemen. Fietsen nemen veel ruimte in (één fiets neemt drie zitplaatsen in beslag), hinderen reizigers en beschadigen eigendommen. Het in- en uitladen van fietsen kost tijd en leidt bij drukte tot vertragingen in de dienstregeling. Op deze manieren vormt fietsvervoer in de trein regelmatig een bron van ergernis en soms zelfs van agressie.

  • Ook buiten de spits is er met name op werkdagen in veel treinen te weinig capaciteit om meer fietsplaatsen aan te kunnen bieden.

  • In Intercity’s is minder ruimte voor fietsen dan in Sprinters en regionale treinen. De capaciteit voor fietsen is in Intercity’s beperkt tot zes fietsen per trein.

  • Betaling voor het meenemen van een fiets blijkt geen drempel te zijn. Nu al komt het voor dat er bij mooi weer te veel fietsen zijn om mee te kunnen nemen.

  • De vraag op de Merwede-Lingelijn is vooral toegenomen door de frequentieverhoging (dit effect is ook zichtbaar op andere regionale treindiensten) en de betere aansluiting op vervolgvervoer in Dordrecht en veel minder door het gratis fietsvervoer.

  • Het aantal klachten over het vervoer van fietsen in de treinen is beperkt. De klachten zijn deels afkomstig van fietsers die meer mogelijkheden willen om hun fiets mee te nemen en deels van treinreizigers die overlast ervaren van fietsen.

Standpunten consumentenorganisaties

  • De consumentenorganisaties zijn verheugd dat het aantal verkochte fietskaartjes de laatste vijf jaren met 15 procent is gestegen. Ze juichen toe dat gekeken wordt naar de mogelijkheden om een fiets mee te nemen in de trein. Het OV kan een belangrijke rol vervullen bij de realisatie van een recreatieve behoefte.

  • In Intercity's is niet de prijs, maar plaatsgebrek het grootste probleem. Gratis maken van het fietskaartje in Intercity's zou kunnen leiden tot een toename van de vraag zonder dat daar een passend aanbod tegenover staat. Dat vergroot de kans op conflicten met reizigers zonder fiets. Dit bezwaar geldt minder voor het gratis maken van het fietskaartje in Sprinters en stoptreinen buiten de spits en in de weekenden.

  • De ervaringen op de Merwede-Lingelijn, waar het fietsvervoer gratis is, zijn overwegend positief. De consumentenorganisaties pleiten voor een proef met gratis fietsvervoer op enkele andere trajecten waar de capaciteit en de vraag hiervoor toereikend zijn.

  • De consumentenorganisaties zijn voorstander van maatwerk voor extra fietscapaciteit. Ze juichen toe dat op diverse recreatieve trajecten in de zomermaanden extra capaciteit beschikbaar is voor fietsvervoer en bagage (Zwolle-Leeuwarden, naar Zandvoort, van en naar Schiphol).

  • Wanneer de vraag naar fietsvervoer het hoogst is (in voorjaar en zomer op warme dagen/feestdagen) zou NS met het huidige materieel eenvoudig extra capaciteit voor fietsvervoer kunnen aanbieden door op meer bordessen fietsvervoer toe te staan. Dat betekent dan dat er minder klapstoeltjes gebruikt kunnen worden. Er moet dan wel goed nagedacht worden hoe dit duidelijk gemaakt wordt en gecommuniceerd.

  • De populariteit van de bestaande NS-wandelingen toont aan dat er veel belangstelling is voor een aantrekkelijk OV-aanbod voor wandelaars en fietsers. Een aantrekkelijker OV-aanbod zal meer recreatieve/toeristische reizigers trekken. Dat aanbod zou door de gezamenlijke vervoerders in overleg met de toeristische branche, Landelijk Fietsplatform en Wandelnet kunnen worden uitgebreid.

Kanttekeningen van de vervoerders

  • Het is niet raadzaam fietsen in de spits mee te laten nemen. Veel treinen zijn dan vol, waardoor fietsen bij andere reizigers (eerder) tot ergernis leiden en soms zelfs tot agressie. Het creëren van extra fietsplaatsen in de trein (gratis of tegen betaling) gaat ten koste van de schaarse zitplaatscapaciteit in de spits.

  • Het «gratis» meenemen van fietsen kost geld en is niet rendabel. Het is niet logisch dat je in de trein zomaar gratis je fiets kan meenemen waarbij de kosten elders liggen. Ter vergelijking: wie in het vliegtuig extra bagage mee wil nemen, moet daarvoor extra betalen.

  • Het is niet noodzakelijk het vervoer gratis te maken, omdat het huidige tarief van € 5 of € 6 voor een dagkaart voor de fiets geen drempel blijkt te zijn.

  • NS legt de prioriteit in de trein bij zitplaatsen. Daarom zijn in het materieel beperkte voorzieningen aanwezig om fietsen mee te nemen. NS ziet op dit moment ook geen mogelijkheid de fietscapaciteit in de trein uit te breiden tijdens het voorjaar en de zomer, de seizoenen waarin meer wordt gefietst. Dit heeft ermee te maken dat het materieel overal inzetbaar moet zijn. Het creëren van meer ruimte voor fietsplaatsen heeft meteen een negatief effect op het aantal zitplaatsen in de spits.

  • De vervoerders moeten rekening houden met Europese veiligheidsregels die regelmatig aangescherpt worden. Zo zijn er nieuwe specificaties van kracht die aanvullende eisen stellen aan de fietsvoorzieningen in moderniseringen en nieuwbouw van treinen. Dit vergt regelmatig aanpassingen en investeringen.

  • Als vervoerders de mogelijkheid bieden om fietsen mee te nemen, moeten ze rekening houden met diverse typen fietsen: niet alleen «gewone» fietsen, maar ook elektrische fietsen, tandems, bakfietsen, mountainbikes, ligfietsen, racefietsen, driewielers, et cetera. Het zou moeilijk zijn onderscheid te maken tussen fietsen die wel en fietsen die niet mee mogen in de trein, en eventueel dit uit te leggen en te handhaven.

  • Dit alles maakt het niet eenvoudig extra capaciteit voor fietsvervoer aan te bieden door op meer bordessen fietsvervoer toe te staan.

  • Ten behoeve van voor- en natransport richt NS zich op het bieden van vervoermiddelen op het station (bijv. OV-fiets). De formule van OV-fiets wordt door reizigers gewaardeerd zo blijkt uit de groeicijfers. NS wil deze formule verder ontwikkelen.

  • Reizigers zijn gebaat bij helderheid en eenduidigheid. Voorzieningen die slechts op sommige plaatsen en op sommige tijden worden aangeboden, zijn moeilijk te communiceren.


X Noot
1

Kamerstuk 33 888, nr. 10.

Naar boven