b. Er wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien tijdens het plegen van het strafbare
feit nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige
voor een soortgelijk feit in kracht van gewijsde is gegaan, waarbij de schuldige een
maatregel als bedoeld in dit artikel opgelegd heeft gekregen, kan, in afwijking van
de eerste volzin, een maatregel van dezelfde aard voor een periode van ten hoogste
tien jaren worden opgelegd.
Dit amendement regelt dat een vrijheidsbeperkende maatregel voor ten hoogste tien
jaren kan worden opgelegd in plaats van voor ten hoogste vijf jaren, indien de verdachte
in de vijf jaren voorafgaand aan zijn veroordeling dezelfde maatregel voor een soortgelijk
feit bij rechterlijke uitspraak opgelegd heeft gekregen.
Onderhavig wetsvoorstel voorziet in een uitbreiding van de duur van een strafrechtelijk
opgelegd gebiedsverbod of -gebod of groepsverbod of een strafrechtelijk opgelegde
meldplicht, van twee naar vijf jaren.
Ondergetekende steunt deze uitbreiding van harte, maar is desalniettemin van mening
dat voor de notoire groep overlastgevers, meer specifiek hooligans die een dergelijke
maatregel aan hun laars lappen, een hardere aanpak gewenst is. Wie voor de tweede
maal, of vaker, een dergelijke maatregel opgelegd krijgt zou het risico moeten lopen
dat deze een tweemaal zo lange duur heeft ten opzichte van de eerste keer. De langere
duur van de vrijheidsbeperkende maatregel maakt duidelijk dat, bijvoorbeeld aan hooligans
die zich niet hebben gehouden aan een opgelegd gebiedsverbod rondom het stadion, ernstig
overlastgevend gedrag niet geaccepteerd wordt.
In de formulering van bovenstaande aanpassing van artikel 38v van het Wetboek van
Strafrecht waakt ondergetekende er wel voor dat verdubbeling van de duur van de maatregel
alleen mogelijk is bij eenzelfde type maatregel. Dit wordt tot uitdrukking gebracht
door de zinsnede «van dezelfde aard». Zo kan een verdachte die eerder een gebiedsverbod
voor de duur van 3 jaar opgelegd heeft gekregen, bij het opnieuw toepassen van artikel
38v van het Wetboek van Strafrecht door de rechter, geen contactverbod opgelegd krijgen
voor tien jaar, maar alleen een gebiedsverbod voor tien jaar.
De langere maatregel van tien jaar kan worden opgelegd aan een verdachte die in de
vijf jaren voorafgaand aan het plegen van het nieuwe misdrijf is veroordeeld voor
een «soortgelijk feit». Aldus wordt aangesloten bij de algemene recidivegrond voor
strafverzwaring (zie artikel 43a Sr). Het begrip «soortgelijk feit» is vergelijkbaar
met de begrippen «soortgelijk misdrijf» en «soortgelijke feiten», die op meerdere
plekken in het Wetboek van Strafrecht voorkomen (zie bijvoorbeeld de artikelen 22b,
36d, 43a en 43b Sr). Voor de uitleg van het begrip kan dan ook worden aangesloten
bij die artikelen.