33 862 Voorstel van wet van de leden Bisschop, Van Meenen en Rog tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met een doeltreffender regeling van het onderwijstoezicht

Nr. 6 VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen door de vrijheid van professionals beter te waarborgen en door de uitoefening van het toezicht doeltreffender te regelen, en dat het in verband hiermee noodzakelijk is de Wet op het primair onderwijs, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en de Wet op het onderwijstoezicht te wijzigen,

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10. Kwaliteit onderwijs

Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt verstaan: de naleving van bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften. Het bevoegd gezag voert het in het schoolplan, bedoeld in artikel 12, beschreven beleid op een zodanige wijze uit dat aan de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs wordt voldaan.

B

Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 10a. Zeer zwak onderwijs

2. Het eerste en tweede lid komen als volgt te luiden:

  • 1. De kwaliteit van het onderwijs is zeer zwak indien de leerresultaten op de school aan het eind van het zevende of het achtste schooljaar op groepsniveau ernstig en langdurig tekortschieten en het bevoegd gezag in verband met dit tekortschieten eveneens tekortschiet in de naleving van een of meer bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften. Het bevoegd gezag voldoet in elk geval niet aan de wettelijke opdracht om zorg te dragen voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 10, indien de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is.

  • 2. Er is sprake van onvoldoende leerresultaten als bedoeld in het eerste lid indien op de school de leerresultaten op het gebied van de Nederlandse taal en op het gebied van rekenen en wiskunde, gemeten over een periode van 3 schooljaren, liggen onder de in het vierde lid bedoelde minimum normering die daarvoor geldt in vergelijking tot die leerresultaten over diezelfde schooljaren van scholen met een vergelijkbaar leerlingenbestand.

3. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van de leden vijf en zes tot de leden vier en vijf.

C

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Het schoolplan bevat in elk geval een beschrijving van het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd.

2. In het tweede lid wordt «de wettelijke opdrachten voor het onderwijs» vervangen door: de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs.

3. In het vierde lid vervalt telkens «van de kwaliteit» en komt onderdeel a. als volgt te luiden:

  • a. de wijze waarop het bevoegd gezag de bewaking en verbetering van het onderwijs realiseert,.

D

Artikel 45a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 45a. Informeren ouders bij zeer zwak onderwijs

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Indien de inspectie in het inspectierapport, bedoeld in artikel 20 van de Wet op het onderwijstoezicht, tot het oordeel is gekomen dat de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is, als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, informeert het bevoegd gezag de ouders van de leerlingen van de school hierover door middel van in ieder geval de toezending van de door de inspectie opgestelde samenvatting van het inspectierapport, welke samenvatting gelijktijdig met het inspectierapport ter beschikking is gesteld van het bevoegd gezag. De toezending, bedoeld in de eerste volzin, geschiedt binnen vier weken na de vaststelling van het inspectierapport.

E

In artikel 157a, eerste lid, wordt «de kwaliteit van het onderwijs op de school, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht, onvoldoende is» vervangen door: het bevoegd gezag tekortschiet in haar zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 10,.

F

In artikel 164a, eerste lid, wordt «de kwaliteit van het onderwijs of de kwaliteit van het bestuur ernstig of langdurig tekortschiet,» vervangen door: het bevoegd gezag tekortschiet in haar zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 10,.

G

Artikel 164b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt «ernstig of langdurig tekortschieten in kwaliteit» vervangen door: zeer zwak onderwijs.

2. Het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. heeft de inspectie een onderzoek als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht verricht en heeft de inspectie Onze Minister meegedeeld dat het bevoegd gezag naar aanleiding van dit onderzoek niet bereid is afspraken te maken over verbeteringen dan wel dat uit het onderzoek naar de verbeteringen, bedoeld in artikel 11, vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht blijkt dat sprake is van onvoldoende verbeteringen;.

ARTIKEL II

De Wet primair onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13. Kwaliteit onderwijs

Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt verstaan: de naleving van bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften. Het bevoegd gezag voert het in het schoolplan, bedoeld in artikel 15, beschreven beleid op een zodanige wijze uit dat aan de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs wordt voldaan.

B

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Het schoolplan bevat in elk geval een beschrijving van het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd.

2. In het tweede lid wordt «de wettelijke opdrachten voor het onderwijs» vervangen door: de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs.

3. In het vierde lid vervalt telkens «van de kwaliteit» en komt onderdeel a. als volgt te luiden:

  • a. de wijze waarop het bevoegd gezag de bewaking en verbetering van het onderwijs realiseert,.

C

In artikel 123, eerste lid, wordt «de kwaliteit van het onderwijs op de school, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht, onvoldoende is» vervangen door: het bevoegd gezag tekortschiet in haar zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 13,.

D

In artikel 130, eerste lid, wordt «de kwaliteit van het onderwijs of de kwaliteit van het bestuur ernstig of langdurig tekortschiet,» vervangen door: het bevoegd gezag tekortschiet in haar zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 13,.

ARTIKEL III

De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19. Kwaliteit onderwijs

Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt verstaan: de naleving van bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften. Het bevoegd gezag voert het in het schoolplan, bedoeld in artikel 21, beschreven beleid op een zodanige wijze uit dat aan de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs wordt voldaan.

B

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Het schoolplan bevat in elk geval een beschrijving van het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd.

2. In het tweede lid wordt «de wettelijke opdrachten voor het onderwijs» vervangen door: de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs.

3. In het vierde lid vervalt telkens «van de kwaliteit» en komt onderdeel a. als volgt te luiden:

  • a. de wijze waarop het bevoegd gezag de bewaking en verbetering van het onderwijs realiseert,.

C

Artikel 48a vervalt.

D

In artikel 146a, eerste lid, wordt «de kwaliteit van het onderwijs of de kwaliteit van het bestuur ernstig of langdurig tekortschiet,» vervangen door: het bevoegd gezag tekortschiet in haar zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 19,.

ARTIKEL IV

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 23a komt te luiden:

Artikel 23a. Kwaliteit onderwijs

Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt verstaan: de naleving van bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften. Het bevoegd gezag voert het in het schoolplan, bedoeld in artikel 24, beschreven beleid op een zodanige wijze uit dat aan de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs wordt voldaan.

B

Artikel 23a1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 23a1. Zeer zwak onderwijs

2. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1. De kwaliteit van het onderwijs is zeer zwak indien de leerresultaten van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, het hoger algemeen voortgezet onderwijs, het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, het voorbereidend beroepsonderwijs, het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in de theoretische leerweg en de gemengde leerweg, het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in de basisberoepsgerichte leerweg dan wel het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in de kaderberoepsgerichte leerweg ernstig en langdurig tekortschieten en het bevoegd gezag in verband met dit tekortschieten eveneens tekortschiet in de naleving van een of meer bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften. Het bevoegd gezag voldoet in elk geval niet aan de wettelijke opdracht om zorg te dragen voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 23a, indien de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is.

  • 2. Er is sprake van onvoldoende leerresultaten als bedoeld in het eerste lid indien in de schoolsoort dan wel de leerweg, bedoeld in het eerste lid, de gemiddelde eindexamenresultaten en het doorstroomrendement, gemeten over een periode van 3 schooljaren, liggen onder de in het derde lid bedoelde normering die daarvoor geldt in vergelijking tot die leerresultaten over diezelfde schooljaren van dezelfde schoolsoorten of dezelfde leerwegen met een vergelijkbaar leerlingenbestand.

3. Het derde lid komt, onder vernummering van het vijfde lid tot het vierde lid, te luiden:

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop leerresultaten worden gemeten. Voorts wordt de normering, bedoeld in het tweede lid, bepaald en de aard en het aantal van de gegevens die ten minste beschikbaar moeten zijn

C

Artikel 23c wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 23c. Informeren ouders bij zeer zwak onderwijs

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Indien de inspectie in het inspectierapport, bedoeld in artikel 20 van de Wet op het onderwijstoezicht, tot het oordeel is gekomen dat de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is, als bedoeld in artikel 23a1, eerste lid, informeert het bevoegd gezag de ouders van de leerlingen van de school hierover door middel van in ieder geval de toezending van de door de inspectie opgestelde samenvatting van het inspectierapport welke samenvatting gelijktijdig met het inspectierapport ter beschikking is gesteld van het bevoegd gezag. De toezending, bedoeld in de eerste volzin, geschiedt binnen vier weken na de vaststelling van het inspectierapport.

D

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Het schoolplan bevat in elk geval een beschrijving van het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd.

2. In het tweede lid wordt «de wettelijke opdrachten voor het onderwijs» vervangen door: de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs.

3. In het vierde lid vervalt telkens «van de kwaliteit» en komt onderdeel a. als volgt te luiden:

  • a. de wijze waarop het bevoegd gezag de bewaking en verbetering van het onderwijs realiseert,.

E

In artikel 104a, eerste lid, wordt «de kwaliteit van het onderwijs of de kwaliteit van het bestuur ernstig of langdurig tekortschiet,» vervangen door: het bevoegd gezag tekortschiet in haar zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 23a,.

F

Artikel 109a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt «ernstig of langdurig tekortschieten in kwaliteit» vervangen door: zeer zwak onderwijs.

2. Het derde lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. heeft de inspectie een onderzoek als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht verricht en heeft de inspectie Onze Minister meegedeeld dat het bevoegd gezag naar aanleiding van dit onderzoek niet bereid is afspraken te maken over verbeteringen dan wel dat uit het onderzoek naar de verbeteringen, bedoeld in artikel 11, vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht blijkt dat sprake is van onvoldoende verbeteringen;.

ARTIKEL V

De Wet voortgezet onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 47 komt te luiden:

Artikel 47. Kwaliteit onderwijs

Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt verstaan: de naleving van bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften. Het bevoegd gezag voert het in het schoolplan, bedoeld in artikel 50, beschreven beleid op een zodanige wijze uit dat aan de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs wordt voldaan.

B

Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Het schoolplan bevat in elk geval een beschrijving van het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd.

2. In het tweede lid wordt «de wettelijke opdrachten voor het onderwijs» vervangen door: de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs.

3. In het vierde lid vervalt telkens «van de kwaliteit» en komt onderdeel a. als volgt te luiden:

  • a. de wijze waarop het bevoegd gezag de bewaking en verbetering van het onderwijs realiseert,.

C

In artikel 185, eerste lid, wordt «de kwaliteit van het onderwijs of de kwaliteit van het bestuur ernstig of langdurig tekortschiet,» vervangen door: het bevoegd gezag tekortschiet in haar zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 47,.

ARTIKEL VI

De Wet op het onderwijstoezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na onderdeel i een onderdeel ingevoegd, luidende:

ia. Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven:

de rechtspersoon, bedoeld in 1.5.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

B

Artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen a en b komen te luiden:

  • a. het beoordelen en bevorderen van de kwaliteit van

    • 1°. het onderwijs, te weten de naleving van de bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften,

    • 2°. de uitoefening van de taken van de samenwerkingsverbanden, te weten de naleving van de bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften,

    • 3°. de uitoefening van de taken van de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven, te weten de naleving van de bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften,

    • 4°. de voorschoolse educatie op peuterspeelzalen en kindercentra, te weten de naleving van de bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gegeven voorschriften, en

    • 5°. het stelsel van accreditatie, bedoeld in artikel 1.1, onderdelen q, r en s, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,

  • b. het bevorderen van de ontwikkeling van het onderwijs aan instellingen als bedoeld in de onderwijswetten met uitzondering van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en het bevorderen van de ontwikkeling van het stelsel van hoger onderwijs.

2. Onderdeel c komt te vervallen, onder verlettering van de onderdelen d tot en met g tot de onderdelen c tot en met f.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid vervalt «van de kwaliteit van het onderwijs,».

2. In het vierde lid wordt «, in het bijzonder van de kwaliteit, van het onderwijs» vervangen door: van het onderwijs en de naleving van de bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften.

D

Artikel 6a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de kwaliteit van het onderwijs tekortschiet ten gevolge van het door het bestuur van de instelling gevoerde personeelsbeleid» vervangen door: de instelling tekortschiet in de naleving van wettelijke voorschriften ten gevolge van het gevoerde personeelsbeleid.

2. In het tweede lid wordt «de kwaliteit van het onderwijs tekortschiet» vervangen door: de instelling tekortschiet in de naleving van wettelijke voorschriften.

E

Artikel 7, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, wordt niet eerder verleend dan vier weken nadat het ontwerp van het jaarwerkplan aan de Staten-Generaal is overgelegd.

F

In artikel 8, leden 1 en 3, wordt «, in het bijzonder van de kwaliteit, van het onderwijs» vervangen door: van het onderwijs en de naleving van de bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften.

G

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt de tweede volzin te luiden: Naar aanleiding van het onderzoek geeft de inspectie een oordeel over de naleving van wettelijke voorschriften door de instelling en kan zij aan de instelling haar bevindingen bekend maken over de ontwikkeling van het onderwijs aan de instelling.

2. In het tweede lid wordt «aspecten van kwaliteit, te weten» vervangen door «indicatoren» en komen de onderdelen a tot en met c te luiden:

  • a. leerresultaten op het gebied van de Nederlandse taal en op het gebied van rekenen en wiskunde,

  • b. informatie uit de jaarstukken, met inbegrip van het financieel jaarverslag,

  • c. beschikbare signalen over mogelijke knelpunten, waaronder het gevoerde personeelsbeleid, voor zover daar op grond van artikel 6a, eerste en tweede lid, aanleiding toe bestaat.

3. In het derde lid vervalt de tweede volzin en wordt in de eerste volzin «dat de kwaliteit tekortschiet» vervangen door: dat de instelling tekortschiet in de naleving van wettelijke voorschriften,.

4. Het vierde lid komt te luiden:

Indien de inspectie naar aanleiding van het onderzoek, bedoeld in het derde lid, oordeelt dat de instelling tekortschiet in de naleving van wettelijke voorschriften verricht zij na een door haar aan te geven termijn onderzoek naar de verbeteringen die de instelling heeft gerealiseerd.

5. In het zevende lid wordt «tweede lid, onderdeel c en het derde lid, onderdeel h, zijn» vervangen door: tweede lid, onderdeel c, is.

6. Na het zevende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. De inspectie bezoekt ten minste elke vier jaar elke instelling.

H

Artikel 12a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «tweede lid, onderdelen b en d,» vervangen door: tweede lid, onderdelen a en c,.

2. In het tweede en derde lid wordt «tweede lid, onderdelen b, c en d,» telkens vervangen door: tweede lid, onderdeel a, subonderdelen 1 en 5, en onderdelen b en c,.

3. In het vierde lid wordt na «artikelen 20» ingevoegd: , eerste tot en met vijfde lid,.

I

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Onze Minister stelt op voordracht van de inspectie afzonderlijke kaders vast voor de uitvoering van de in artikel 3, tweede lid, onderdelen a respectievelijk b, bedoelde taken, waarin de werkwijze voor een onderzoek als bedoeld in artikel 11 is vervat. Vaststelling geschiedt niet eerder dan vier weken nadat het ontwerp van een kader aan de Staten-Generaal is overgelegd. De eerste en tweede volzin zijn van overeenkomstige toepassing op de wijziging van een kader.

2. In het tweede lid wordt «Alvorens een toezichtskader vast te stellen of te wijzigen» vervangen door: Voorafgaand aan de voordracht, bedoeld in het eerste lid,.

3. Aan het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Ten behoeve van het in de vorige volzin bedoelde overleg maakt de inspectie onderscheid tussen de in artikel 3, tweede lid, bedoelde taken, en vermeldt zij, voor zover het de in artikel 3, tweede lid, onderdeel a bedoelde taak betreft, welke bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften van toepassing zijn.

4. In het derde lid wordt «toezichtskader» vervangen door: kader, bedoeld in het eerste lid.

J

In artikel 13a wordt «ernstig of langdurig tekortschiet» vervangen door: zeer zwak is, als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 23a1, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

K

Artikel 14, eerste lid, komt te luiden.

  • 1. Indien de inspectie oordeelt dat de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is, als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 23a1, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel de instelling tekortschiet in de naleving van andere wettelijke voorschriften, informeert zij Onze Minister en kan zij voorstellen doen over te treffen maatregelen.

L

Artikel 15c, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «aspecten van kwaliteit, te weten» vervangen door: de volgende indicatoren.

2. Onderdeel a komt te luiden: het al dan niet voldoen aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het ondersteuningsplan, bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs en artikel 17a van de Wet op het voortgezet onderwijs;

M

In artikel 15d wordt na «artikelen 20» ingevoegd: , eerste tot en met vijfde lid,.

N

In artikel 15j wordt na «artikelen 20,» ingevoegd: eerste tot en met vijfde lid,.

O

In artikel 15k, eerste lid, vervalt «ernstig of langdurig».

P

Artikel 15l komt als volgt te luiden: Dit hoofdstuk is van toepassing op het toezicht op de uitoefening van de taken van de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven.

Q

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De inspectie kan haar bevindingen met betrekking tot de ontwikkeling van het onderwijs aan de instelling eveneens vastleggen in een inspectierapport.

2. Na de aanduiding van het tweede lid, wordt in dat lid een volzin ingevoegd, luidende: De inspectie vermeldt ten aanzien van de in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, bedoelde taak, op welke bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften haar oordeel betrekking heeft.

3. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Het inspectierapport waarin de inspectie tot het oordeel komt dat de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is, als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 23a1, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs geldt na vaststelling als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

R

In artikel 21, eerste lid, wordt na «een inspectierapport» ingevoegd: waarin haar oordeel is vervat over de naleving van wettelijke voorschriften.

ARTIKEL VII

Indien artikel II, onderdeel E, van de wet van 11 december 2013 houdende wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de invoering van een centrale eindtoets, de invoering van een leerling- en onderwijsvolgsysteem en invoering van bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten voor speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs eerder in werking is getreden of treedt dan artikel III van deze wet, wordt:

1. Artikel III van deze wet vervangen door:

ARTIKEL III

De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19. Kwaliteit onderwijs

Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt verstaan: de naleving van bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften. Het bevoegd gezag voert het in het schoolplan, bedoeld in artikel 21, beschreven beleid op een zodanige wijze uit dat aan de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs wordt voldaan.

B

Artikel 19a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 19a. Zeer zwak onderwijs

2. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1. De kwaliteit van het onderwijs is zeer zwak indien de leerresultaten op de school aan het eind van het zevende of het achtste schooljaar op groepsniveau ernstig en langdurig tekortschieten en het bevoegd gezag in verband met dit tekortschieten eveneens tekortschiet in de naleving van een of meer bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften. Het bevoegd gezag voldoet in elk geval niet aan de wettelijke opdracht om zorg te dragen voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 19, indien de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is.

  • 2. Er is sprake van onvoldoende leerresultaten als bedoeld in het eerste lid indien op de school de leerresultaten op het gebied van de Nederlandse taal en op het gebied van rekenen en wiskunde, gemeten over een periode van 3 schooljaren, liggen onder de in het vierde lid bedoelde minimum normering die daarvoor geldt in vergelijking tot die leerresultaten over diezelfde schooljaren van scholen met een vergelijkbaar leerlingenbestand.

3. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van de leden vijf en zes tot de leden vier en vijf.

C

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Het schoolplan bevat in elk geval een beschrijving van het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd.

2. In het tweede lid wordt «de wettelijke opdrachten voor het onderwijs» vervangen door: de wettelijke opdrachten betreffende de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs.

3. In het vierde lid vervalt telkens «van de kwaliteit» en komt onderdeel a. als volgt te luiden:

  • a. de wijze waarop het bevoegd gezag de bewaking en verbetering van het onderwijs realiseert,.

D

Artikel 48a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 48a. Informeren ouders bij zeer zwak onderwijs

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Indien de inspectie in het inspectierapport, bedoeld in artikel 20 van de Wet op het onderwijstoezicht, tot het oordeel is gekomen dat de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is, bedoeld in artikel 19a, eerste lid, informeert het bevoegd gezag de ouders van de leerlingen van de school hierover door middel van in ieder geval de toezending van de door de inspectie opgestelde samenvatting van het inspectierapport welke samenvatting gelijktijdig met het inspectierapport ter beschikking is gesteld van het bevoegd gezag. De toezending, bedoeld in de eerste volzin, geschiedt binnen vier weken na de vaststelling van het inspectierapport.

E

In artikel 146a, eerste lid, wordt «de kwaliteit van het onderwijs of de kwaliteit van het bestuur ernstig of langdurig tekortschiet,» vervangen door: het bevoegd gezag tekortschiet in haar zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 19,.

2. In artikel VI, onderdeel J, van deze wet na «10a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs» ingevoegd: , 19a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra.

3. In artikel VI, onderdeel K, van deze wet, na «10a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs» ingevoegd: , 19a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra.

4. In artikel VI, onderdeel Q, van deze wet, na «10a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs» ingevoegd: , 19a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra.

ARTIKEL VIII

Indien artikel II, onderdeel E, van de wet van 11 december 2013 houdende wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de invoering van een centrale eindtoets, de invoering van een leerling- en onderwijsvolgsysteem en invoering van bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten voor speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs later in werking treedt dan artikel III van deze wet, wordt:

1. Artikel II van die wet als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel E wordt artikel 19a als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 19a. Zeer zwak onderwijs

2. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1. De kwaliteit van het onderwijs is zeer zwak indien de leerresultaten op de school aan het eind van het zevende of het achtste schooljaar op groepsniveau ernstig en langdurig tekortschieten en het bevoegd gezag in verband met dit tekortschieten eveneens tekortschiet in de naleving van een of meer bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften. Het bevoegd gezag voldoet in elk geval niet aan de wettelijke opdracht om zorg te dragen voor de kwaliteit van het onderwijs, bedoeld in artikel 19, indien de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is.

  • 2. Er is sprake van onvoldoende leerresultaten als bedoeld in het eerste lid indien op de school de leerresultaten op het gebied van de Nederlandse taal en op het gebied van rekenen en wiskunde, gemeten over een periode van 3 schooljaren, liggen onder de in het vierde lid bedoelde minimum normering die daarvoor geldt in vergelijking tot die leerresultaten over diezelfde schooljaren van scholen met een vergelijkbaar leerlingenbestand..

3. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van de leden vijf en zes tot de leden vier en vijf.

B

Na onderdeel G worden een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ga

Na artikel 48 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 48a. Informeren ouders bij zeer zwak onderwijs

  • 1. Indien de inspectie in het inspectierapport, bedoeld in artikel 20 van de Wet op het onderwijstoezicht, tot het oordeel is gekomen dat de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is, bedoeld in artikel 19a, eerste lid, informeert het bevoegd gezag de ouders van de leerlingen van de school hierover door middel van in ieder geval de toezending van de door de inspectie opgestelde samenvatting van het inspectierapport welke samenvatting gelijktijdig met het inspectierapport ter beschikking is gesteld van het bevoegd gezag. De toezending, bedoeld in de eerste volzin, geschiedt binnen vier weken na de vaststelling van het inspectierapport.

  • 2. Indien het bevoegd gezag niet of niet tijdig voldoet aan de verplichting, bedoeld in het eerste lid, zendt Onze Minister de samenvatting van het inspectierapport, bedoeld in het eerste lid, in de vijfde week na vaststelling van het inspectie rapport aan de ouders van de leerlingen.

2. Komt artikel VI van die wet te luiden:

ARTIKEL VI

De Wet op het onderwijstoezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 13a wordt na «10a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs» ingevoegd: , 19a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra.

B

In artikel 14, eerste lid, wordt na «10a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs» ingevoegd: , 19a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra.

C

In het opschrift van hoofdstuk 3b, artikel 15e, het opschrift van artikel 15f en artikel 15f wordt «College voor examens» telkens vervangen door: College voor toetsen en examens.

D

In artikel 20, zesde lid, wordt na «10a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs» ingevoegd: , 19a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra.

ARTIKEL IX

Indien het op grond van het bij Staatsblad 2011, 33, artikel I, onderdeel H, tot wet verheven artikel 51 van de Wet primair onderwijs BES eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet komt artikel 51 van de Wet primair onderwijs BES te vervallen.

ARTIKEL X

Indien deze wet eerder in werking is getreden of treedt dan het op grond van het bij Staatsblad 2011, 33, artikel I, onderdeel H, tot wet verheven artikel 51 van de Wet primair onderwijs BES komen het bij Staatsblad 2011, 33, artikel I, onderdeel H, tot wet verheven artikel 51 van de Wet primair onderwijs BES en het bij Staatsblad 2013, 432, tot wet verheven artikel III, onderdeel E, te vervallen.

ARTIKEL XI

Indien het op grond van het bij Staatsblad 2011, 33, artikel I, onderdeel K, tot wet verheven artikel 49 van de Wet voortgezet onderwijs BES eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet komt artikel 49 van de Wet voortgezet onderwijs BES te vervallen.

ARTIKEL XII

Indien deze wet eerder in werking is getreden of treedt dan het op grond van het bij Staatsblad 2011, 33, artikel I, onderdeel K, tot wet verheven artikel 49 van de Wet voortgezet onderwijs BES komen het bij Staatsblad 2011, 33, artikel I, onderdeel K, tot wet verheven artikel 49 van de Wet voortgezet onderwijs BES en het bij Staatsblad 2013, 432, tot wet verheven artikel IV, onderdeel D, te vervallen.

ARTIKEL XIII

Deze wet treedt in werking op 1 juli van het jaar volgend op het jaar van bekendmaking.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Economische Zaken,

Naar boven