33 855 Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Wet uitkeringen burgeroorlogsslachtoffers 1940–1945 in verband met een technische aanpassing van de berekening van de nabestaandenuitkering voor alleenstaande ouders en een verduidelijking van de Werkloosheidswet

Nr. 6 VERSLAG

Vastgesteld 20 februari 2014

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

I ALGEMEEN

De leden van de VVD-fractie danken de regering voor deze wetswijziging. Deze leden vinden het positief dat de regering deze omissie in de Algemene nabestaandenwet (Anw) met deze wijziging verhelpt.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Wet uitkeringen burgerslachtoffers 1940–1945 (Wubo) in verband met een technische aanpassing van de berekening van de nabestaandenuitkering voor alleenstaande ouders en een verduidelijking van de Werkloosheidswet.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden willen graag enkele vragen ter verduidelijking aan de regering stellen.

Vragen

De leden van de VVD-fractie vragen wat de reden is dat deze omissie bij de originele indiening van de wetswijziging van de integratie van halfwezenuitkering en nabestaandenuitkering over het hoofd is gezien. Deze omissie heeft tot gevolg dat rechthebbenden € 124 per maand meer uitgekeerd krijgen dan beoogd. Aangezien het om een klein aantal rechthebbenden gaat, heeft dit geen grote gevolgen voor de staatskas. In andere gevallen kan dit slechter uitpakken.

De leden van de VVD-fractie vragen of er maatregelen genomen zijn om bij de ontwikkeling van toekomstige wetsvoorstellen, zoals de invoering van de huishoudtoeslag, een dergelijke samenloop van fiscale en sociale beleid tijdig te herkennen. Dit om te voorkomen dat een incidentele grotere tegenvaller ontstaat.

De leden van de VVD-fractie hebben nog wel enkele vragen bij de nota van wijziging die op 18 februari jl. door de Kamer is ontvangen en tot doel heeft de bevoegdheid van de inspecteur tot herzien of intrekken van beslissingen op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) te wijzigen.

De leden van de VVD-fractie vragen wat alle rechtsgevolgen zijn van deze wijziging, nu de Inspecteur beschikkingen kan herzien? De afwezigheid van de bevoegdheid om beschikkingen te herzien is gegrond op het onderscheid tussen werkgevers en inhoudingsplichtige. Wordt dit onderscheid door deze wetswijziging ongedaan gemaakt? Krijgt de Inspecteur der Belastingen dezelfde bevoegdheden op grond van de Wfsv als op grond van belastingwetgeving? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn alle gevolgen hiervan?

De leden van de PvdA-fractie vragen waarom ervoor is gekozen om alleen rekening te houden met het inkomensonafhankelijke deel van de alleenstaande-ouderkorting en niet het inkomensafhankelijke deel.

Kan de regering nader toelichten waarom de verduidelijking in de Werkloosheidswet nodig was? Welke misverstanden zijn ontstaan of hadden kunnen ontstaan zonder deze aanpassing?

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering kan aangeven wat de totale uitkeringslasten zijn voor de diverse nabestaandenuitkeringen. Wat is het totale verschil na verwerking van de maatregelen uit het onderhavige wetsvoorstel?

Hoeveel mensen hebben in totaal recht op een uitkering op grond van de Wet uitkeringen burgeroorlogsslachtoffers? De leden van de PvdA-fractie vragen zich af hoe deze wetswijziging van de Wubo in verhouding staat tot de kosten die een wetswijziging met zich meebrengt.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering of de Sociale Verzekeringsbank (SVB) de betrokken reeds heeft geïnformeerd over de verkeerde vaststelling van de hoogte van de Anw-uitkering, omdat er geen rekening werd gehouden met het inkomensonafhankelijke deel van de alleenstaande-ouderkorting. Kan de regering toelichten hoe de betrokkenen verder geïnformeerd gaan worden over de wijzigingen die uit dit wetsvoorstel voortvloeien, zo willen deze leden weten.

II ARTIKELSGEWIJS

Artikel III

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering nader kan toelichten waarom de verduidelijking in de Werkloosheidswet nodig is. Om welke misverstanden gaat het, zo vragen deze leden.

De voorzitter van de commissie, Van der Burg

De adjunct griffier van de commissie, Smits

Naar boven