33 849 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176) en ter implementatie van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176) (Implementatiewet richtlijn en verordening kapitaalvereisten)

Nr. 8 MOTIE VAN HET LID NIJBOER C.S.

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 14 april 2014

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voor een financieel stabiel Europa de verstrengeling tussen banken en overheden in de Europese Unie moet worden doorbroken;

constaterende dat staatsobligaties binnen de huidige systematiek van risicogewogen kapitaaleisen, onafhankelijk van de financiële positie van de betreffende overheid, een nulweging krijgen;

overwegende dat Europese banken sinds de aanvang van de financiële crisis een groeiend aandeel staatsobligaties op hun bankbalans aanhouden, hetgeen de kredietverlening aan andere sectoren binnen de economie drukt;

spreekt zich uit voor een systeem waarbij de risico's op staatsobligaties in de kapitaalseisen worden meegewogen;

verzoekt de regering, zich hiervoor sterk te maken in Europees verband;

verzoekt de voorzitter van de Tweede Kamer, een afschrift van deze Kameruitspraak te doen toekomen aan de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Europees Parlement,

en gaat over tot de orde van de dag.

Nijboer

Aukje de Vries

Merkies

Koolmees

Naar boven