Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2020
Vijf jaar geleden is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) ingevoerd.
De wet is geëvalueerd en de Raad voor Cultuur heeft een advies uitgebracht over de
staat van het Nederlandse bibliotheekstelsel. Hierbij ontvangt u beide rapporten1.
De evaluatie van de Wsob laat zien dat de Nederlandse openbare bibliotheken een belangrijke
en brede rol in de samenleving vervullen. Zij stimuleren het lezen, bestrijden de
laaggeletterdheid, helpen met het aanleren van digitale vaardigheden en met het gebruik
van digitale overheidsdiensten. De openbare bibliotheek is de meest bezochte publieke
voorziening in Nederland. In 2018 hadden zij 3,6 miljoen leden. Zij werden meer dan
60 miljoen keer bezocht door ongeveer 40% van de Nederlandse bevolking. De openbare
bibliotheek is er voor iedereen: van jong tot oud, van elk opleidingsniveau en elke
achtergrond.
Ondanks deze positieve ontwikkelingen zijn er ook zorgpunten. Het netwerk van bibliotheekvestigingen
kalft af. Daardoor is de bibliotheek niet meer voor iedereen in voldoende mate bereikbaar.
Ik vind dat iedereen gebruik moet kunnen maken van de openbare bibliotheek. Zonder
drempels voor de jeugd. De ontwikkelingen ten aanzien van het lezen, die mijn collega
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en ik in onze brief van 3 december 2019
over het leesoffensief hebben beschreven, geven daar alle aanleiding toe.2 Als voorziening die voor, naast en na de school beschikbaar is, kan de bibliotheek
een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van het lezen, bij digitale inclusie
en bij het bestrijden van laaggeletterdheid.
Op 5 februari heb ik met de VNG, het IPO, de Vereniging van Openbare Bibliotheken
(VOB), de Koninklijke Bibliotheek (KB) en het samenwerkingsverband van provinciale
ondersteuningsinstellingen (SPN) bestuurlijk overleg gevoerd over de evaluatie van
de Bibliotheekwet. We hebben afgesproken in een convenant vast te leggen welke bijdrage
ieder van de partijen kan leveren om een gezamenlijk toekomstbeeld dichterbij te brengen.
Namelijk: iedere inwoner van Nederland heeft binnen een redelijke afstand toegang
tot een volwaardige openbare bibliotheek. Deze bibliotheek biedt alle vijf de bibliotheekfuncties
aan en levert een relevante bijdrage aan actuele maatschappelijke opgaven.
Ik verwacht dat het convenant voor de zomer kan worden gesloten. Voor die tijd zal
ik u meer uitgebreid informeren over mijn bevindingen en conclusies op basis van de
evaluatie en het advies van de Raad voor Cultuur.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven