33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg

C/ Nr. 3 AFSPRAKENLIJST INTERPARLEMENTAIR KONINKRIJKSOVERLEG JUNI 2014

Den Haag, 3–6 juni 2014

In het Presidiumoverleg van 3 juni 2014 zijn de onderstaande afspraken herbevestigd dan wel gemaakt:

  • dat het Presidium bestaat uit voorzitters van de parlementen (behalve van Nederland), voorzitters van de commissies en de griffiers;

  • dat de Statenvoorzitters van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de commissievoorzitters van Nederland de delegatieleiders zijn en de afsprakenlijst ondertekenen;

  • dat de commissievoorzitters woordvoerders van de delegaties zijn, maar tijdens discussies meerdere leden van de delegaties het woord kunnen voeren;

  • dat de commissievoorzitters en de Statenvoorzitters deelnemen aan de persconferentie;

  • dat indien een delegatie een afwijkend standpunt heeft, dit vermeld wordt in de afsprakenlijst. Daarbij wordt verwezen naar de toelichting op dit standpunt, die wordt opgenomen in een bijlage die formeel geen onderdeel uitmaakt van de afsprakenlijst. Afwijkende standpunten worden voorafgaand aan de persconferentie schriftelijk gedeeld met de andere delegaties. Van een afwijkend standpunt van een deel van een delegatie wordt geen aantekening opgenomen;

  • dat alle delegaties kunnen deelnemen aan een werkgroep. Nederland is trekker van een werkgroep indien het een specifiek onderwerp met betrekking tot Caribische Nederland (BES-eilanden) betreft;

  • dat de delegaties maximaal 15 minuten de tijd krijgen om intern beraad te plegen;

  • dat het Reglement van Orde van het gastland geldt, bij voorbeeld met betrekking tot interruptie van sprekers en persoonlijke feiten;

  • dat de Voorzitter van het IPKO de tijd in de gaten houdt, opdat elke delegatie evenveel tijd krijgt om haar standpunten naar voren te brengen;

  • dat het organiserende land de werkbezoeken in het IPKO vaststelt en regelt, waarbij de gastdelegaties tijdig gevraagd wordt suggesties te doen;

  • dat schriftelijke standpunten van individuele leden en/of fracties niet formeel tijdens het IPKO zullen worden ingebracht.

Economische kansen binnen het Koninkrijk

Ten aanzien van het onderwerp economische kansen binnen het Koninkrijk zijn de delegaties het volgende overeengekomen:

  • de delegaties verzoeken hun respectievelijke regeringen om het IPKO te informeren over de uitkomsten van het overleg van de Minister van Buitenlandse Zaken met de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten over een gezamenlijke agenda over buitenlands beleid ten aanzien van deze landen;

  • de Nederlandse delegatie zal aan de Minister van Buitenlandse Zaken om aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten input te vragen voor het jaarprogramma van de diplomatieke dienst;

  • de Minister van Buitenlandse Zaken wordt tevens verzocht om tijdig vóór het samenstellen van delegaties voor staatsbezoeken en handelsmissies de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten te benaderen voor eventuele deelname;

  • de delegaties onderstrepen het belang van het betrekken van alle Koninkrijksdelen bij onderhandelingen over de Trans-Atlantic Trade and Investment program. De delegaties zullen er bij hun respectievelijke regeringen op aandringen om de mogelijkheden hiertoe in kaart te brengen.

  • daarnaast zal de Nederlandse delegatie de Minister van Buitenlandse Zaken verzoeken om de mogelijkheden te bekijken tot het instellen van een quotum ten aanzien van kandidaten uit Aruba, Sint Maarten en Curaçao in de opleiding voor startende beleidsmedewerker bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken («het klasje»), onder conditie dat de kandidaten voldoen aan de gangbare vereisten voor selectie;

  • de Nederlandse delegatie zal de Minister van Buitenlandse Zaken verzoeken om de positie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) sterker te maken, bijvoorbeeld voor wat betreft mogelijkheden tot het bijwonen van cursussen door afgevaardigden uit deze landen;

  • de Minister van Buitenlandse Zaken wordt verzocht om de gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten uit te nodigen voor de jaarlijkse ambassadeursconferenties;

  • de delegatie van Nederland zal de Minister van Buitenlandse Zaken voorts verzoeken om aan het IPKO een uitwerking van het curriculum van de opleiding voor startende beleidsmedewerker bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken te doen toekomen en om bij het samenstellen vanaf het eerstvolgende curriculum een vak/sessie te verzorgen met informatie over het Caribische deel van het Koninkrijk en het Statuut voor het Koninkrijk;

  • de delegaties verzoeken de Nederlandse regering om aan te geven wat de stand van zaken is van de uitvoering van het amendement-Bikker (Kamerstuk 32 186 (R1901), nr. 18) met betrekking tot de invoering van beroep in twee feitelijke instanties en cassatie in belastingzaken binnen alle delen van het Koninkrijk. De Nederlandse delegatie zal dit verzoek overbrengen aan de Nederlandse regering;

  • de delegaties onderstrepen het belang van het beter betrekken van alle Koninkrijksdelen bij de onderhandelingen voor nieuwe of bij de wijziging van bestaande belastingverdragen.

Naar aanleiding van de bespreking van het onderwerp economische kansen binnen het Koninkrijk tijdens het IPKO van januari 2014 (Kamerstuk 33 845 A, nr. 1, p. 3), is een presentatie verzorgd door ambtenaren van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en Kadaster over de systematiek en wetgeving van registratie en teboekstelling van zeeschepen en over het voorstel voor een Rijkswet nationaliteit zeeschepen (Kamerstuk 33 134 (R1972)).

Gezondheidszorg

De delegatie van Aruba koppelt terug over de organisatie van de eerder besproken conferentie over gezondheidszorg in de tweede helft van 2014 op Aruba. De verschillende leden van de werkgroep gezondheidszorg zullen de voorstellen en vragen van de Arubaanse delegatie ten aanzien van de conferentie bespreken met hun delegaties, regeringen en overige betrokkenen, en hierover binnen een maand na dit IPKO aan het Arubaanse lid van de werkgroep terugkoppelen.

Integriteit van bestuur

De delegaties geven een terugkoppeling van de inventarisaties van de wet- en regelgeving op het gebied van integriteit van bestuur in hun landen en wisselen van gedachten over de kaders die gesteld kunnen worden om te komen tot integriteitsnormen die door alle landen binnen het Koninkrijk worden aanvaard, en deze na te leven. Hierbij concluderen de delegaties dat niet alleen afdwingbare wet- en regelgeving van belang is, maar dat ook gedragscodes en gedragsnormen een belangrijke rol kunnen spelen.

De delegaties besluiten een werkgroep in te richten, die onderzoekt of er een gemeenschappelijk normenkader op dit terrein kan worden ontwikkeld. Hiervoor zullen de tijdens het IPKO aangehaalde documenten mede als bronnen dienen. Deze werkgroep zal hier in het volgende IPKO over rapporteren. Leden van de werkgroep Integriteit zijn de heer Sneek (Aruba), de heer Wilsoe (Curaçao), de heer R. Marlin (Sint Maarten), mevrouw Van Bijsterveld (Nederland).

Racisme en intolerantie

Het verslag van het algemeen overleg van de Tweede Kamer met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over onder meer het ECRI-rapport zal, wanneer dat beschikbaar is, aan de delegaties worden toegezonden.

De delegaties constateren dat er stappen zijn gezet in het vergemakkelijken van het reizen tussen de landen in het Caribische deel van het Koninkrijk. Tussen een aantal landen is het mogelijk, of wordt er gewerkt aan de mogelijkheid om, te reizen met een identiteitskaart, de «Sédula/Cedula».

De delegaties hebben gesproken over de sedert januari 2011 geldende zgn. «dubbele taaltoets» zoals vervat in artikel 8, eerste lid, onder d, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). Een werkgroep uit het IPKO, bestaande uit de heer Bikker (Aruba; trekker), mevrouw Jesus-Leito (Curaçao), de heer L. Richardson (Sint Maarten) en de heer Bosman (Nederland), zal nader uitzoeken in hoeverre deze bepaling, en ook de nu aanhangige wijziging van de RWN, zich verhouden tot de desbetreffende motie van het Statenlid Sulvaran uit 2010 (zie Kamerstuk 32 213 (R1903), nr. 44).

De delegaties zullen nagaan of, en zo ja in hoeverre, er uitgaande van de bestaande Rijkswetprocedure zoals opgenomen in het Statuut, ruimte is voor een rol van het IPKO bij de gedachtewisseling over Rijkswetsvoorstellen.

Energie

De delegaties van Sint Maarten en Nederland koppelen terug over de succesvolle samenwerking tussen deze landen ten aanzien van geothermische energie op de Bovenwindse eilanden. De Nederlandse delegatie zal de Minister van Economische Zaken van Nederland verzoeken om actieve participatie van Nederland in de vervolgfase van het TNO-onderzoek v.w.b. Saba Sint Eustatius en Sint Maarten. Ook de delegaties van Curaçao en Aruba geven aan dat hun landen samenwerken op diverse gebieden ten aanzien van energie op de Benedenwindse eilanden. Bij deze laatste samenwerking gaat het onder meer om organisatieontwikkeling, samenwerking op technisch gebied, duurzame ontwikkeling en financiële samenwerking.

De delegaties besluiten om hun respectievelijke regeringen voor te stellen bij de eerstvolgende Koninkrijksconferentie de samenwerking op het gebied van energie, waaronder geothermische energie, op de agenda te zetten, met als doel te komen te komen tot een protocol voor samenwerking binnen het Koninkrijk.

Jeugd en jongeren

De werkgroep jeugd en jongeren heeft tijdens het IPKO een notitie opgesteld ten aanzien van kinderrechten in het Koninkrijk (bijgevoegd als bijlage I bij deze afsprakenlijst). Deze notitie is door de vier delegaties overgenomen. De delegaties leggen deze notities aan hun respectievelijke regeringen voor en vragen hen om een reactie. Leden van de werkgroep jeugd en jongeren zijn de heer Sneek (Aruba), mevrouw Leeflang (Curaçao), de heer R. Marlin (Sint Maarten) en de heer Van Laar (Nederland).

Studieschulden

De delegaties hebben besloten om de invoering van het sociaal leenstelsel/studievoorschot in Nederland aan te grijpen om een oplossing te vinden voor de problematiek van de studieschulden van (oud-)studenten uit het Caribische deel van het Koninkrijk die na hun studie in Nederland terugkeren naar de eilanden.

Uitgangspunt is dat studenten uit het Caribische deel van het Koninkrijk onder dezelfde voorwaarden kunnen lenen en aflossen als studenten uit het Europese deel van het Koninkrijk. Bij de behandeling van het betreffende wetsvoorstel zullen de Nederlandse volksvertegenwoordigers de positie van studenten uit het Caribische deel van het Koninkrijk expliciet in kaart brengen.

De delegaties stellen voor dat de studieschuld voor (oud-)studenten die terugkeren naar het Caribische deel van het Koninkrijk wordt omgezet in Amerikaanse dollars voor zolang zij daar gevestigd blijven. De inning van deze studieschuld komt in handen van de landen die daartoe een overeenkomst sluiten met de Nederlandse overheid. De delegaties komen voor het volgende IPKO met een uitgewerkt voorstel hoe dit zijn beslag kan krijgen.

Voor de huidige (oud-)studenten met een studieschuld in het Caribische deel van het Koninkrijk vragen zij de regeringen om de volgende maatregelen te onderzoeken:

  • toegang tot het persoonlijk debiteurensysteem van DUO;

  • vestiging van een lokale helpdesk van DUO op de eilanden, zoals ook op Bonaire het geval is;

  • bewerkstelligen van een haalbare aflossingsregeling;

  • stopzetten van de incassoprocedures tot deze aflossingsregeling gerealiseerd is.

Leden van de werkgroep onderwijs/studieschulden zijn mevrouw De Sousa-Croes (Aruba), mevrouw Jesus-Leito (Curaçao), de heer W. Marlin (Sint Maarten) en mevrouw Linthorst (Nederland).

Volgend IPKO

De delegaties agenderen voorlopig de volgende onderwerpen voor het volgende Interparlementair Koninkrijksoverleg.

  • Terugkoppeling werkgroep jeugd en jongeren;

  • Terugkoppeling werkgroep onderwijs (de werkgroep zal de problematiek rondom de zorgverzekering en de zorgtoeslag voor studenten verder uitzoeken en terugkoppelen in het volgend IPKO. Trekker hiervoor is mevrouw De Sousa-Croes (Aruba));

  • Terugkoppeling werkgroep integriteit van bestuur;

  • Terugkoppeling energie;

  • Bespreking uitkomsten conferentie gezondheidszorg Aruba;

  • Terugkoppeling economische kansen binnen het Koninkrijk.

In de videoconferentie ter voorbereiding op het komende IPKO wordt definitief over de agenda besloten.

Het volgende IPKO zal van 6 tot en met 9 januari 2015 in Aruba plaatsvinden.

Den Haag, 6 juni 2014

Mw.M.J. Lopez-Tromp (Staten van Aruba)

M.C. Franco (Staten van Curaçao)

R.R. Marlin (Staten van Sint Maarten)

J. Recourt (Staten-Generaal Nederland)

BIJLAGE I

Notitie over Kinderrechten

Het Koninkrijk hecht grote waarde aan het welzijn van kinderen. De landen in het Koninkrijk zullen daartoe samenwerken. Sinds vele jaren is het Koninkrijk lid van het VN-Kinderrechtenverdrag en wordt er in het Koninkrijk in gezamenlijkheid gewerkt aan de verbetering van het welzijn van kinderen. De onderzoeken naar de situatie van kinderrechten op de verschillende Caribische eilanden van ons Koninkrijk, uitgevoerd door UNICEF, hebben de kinderrechten wederom prominent op de agenda geplaatst. Naar aanleiding van de UNICEF-rapporten zijn door de regeringen en parlementen inmiddels individueel en gezamenlijk activiteiten ondernomen. In april 2014 heeft de Koninkrijksconferentie op Aruba plaatsgevonden, waar de regeringen van de vier landen afspraken uiterlijk 20 november 2014 een gezamenlijk actieplan kinderrechten te presenteren. Korte tijd later vond het «tripartite overleg» plaats tussen de parlementen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, waar een resolutie werd aangenomen waarin werd besloten gezamenlijke uitgangspunten te formuleren ten aanzien van de kinderrechten. Ook in de slotverklaring van het Koninkrijksjeugdparlement is het onderwerp kinderrechten als één van de drie thema's die bijzondere aandacht verdienen genoemd.

Van en voor kinderen

Het IPKO acht het van groot belang dat inspanningen om de leefsituatie van kinderen in ons Koninkrijk te verbeteren waar mogelijk gebaseerd zijn op de ervaringen van kinderen zelf. Niet voor niets is in het Kinderrechtenverdrag als grondbeginsel opgenomen het recht van kinderen gehoord te worden en hun mening te geven over zaken die hen aangaan. Daarom beveelt het IPKO aan in ieder geval de volgende acties gezamenlijk (of in ieder geval in alle landen) te ondernemen:

  • Geef kinderen en jongeren een belangrijke plek in de totstandkoming van strategieën om kinderrechten te verbeteren;

  • Zet in op een Kindertelefoon (of vergelijkbare laagdrempelige hulp voor kinderen) in alle delen van het Koninkrijk;

  • Zorg voor toegang tot de (Kinder)ombudsman door kinderen;

  • Zet in op verdere bestrijding van discriminatie.

Gedragen door de samenleving

Het verbeteren van de kinderrechten zal alleen dan slagen, wanneer het gedragen wordt door de samenleving. Daarom beveelt het IPKO aan de komende maanden verschillende thematische discussies te organiseren, waarin de aanpak van armoede, geweld en problemen in de opvoeding met verschillende partners (politici, beleidsmakers, professionals, maatschappelijke organisaties, media, kerken, ouders en jongeren) wordt besproken. Het IPKO beveelt aan in ieder de volgende sectoren onder de loep te nemen: Onderwijs, Kerken/religieuze groeperingen, Media, Gezondheidszorg, Rechtssysteem/jongerenrecht en Bedrijfsleven.

Focus op aanpak armoede, geweld en problemen opvoeding

Om structureel het woon- en leefklimaat van kinderen te verbeteren moeten de volgende hoofdproblemen allereerst worden aangepakt: armoede, geweld en problemen in de opvoeding. Deze knelpunten vormen immers de basis voor andere problematiek zoals drop-outs, jeugdcriminaliteit en tienerzwangerschappen. Het IPKO roept ieder land daarom op de komende periode vol in te zetten op de bestrijding van armoede onder kinderen en de andere landen te laten weten hoe zij dit doen. Wat betreft de aanpak van geweld spreekt het IPKO de verwachting uit dat alle landen snel aan de slag gaan met de implementatie van het Verdrag van Istanbul (het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld).

Duurzaam resultaat

Het IPKO roept op tot het inbedden van de kinderrechten in het beleid van de vier regeringen. Elk land zal afzonderlijk hiervoor een geschikte vorm moeten zoeken. Om inzicht te krijgen in de resultaten van het beleid zal bovendien – indien mogelijk gezamenlijk – een structuur van dataregistratie en monitoring moeten worden ingericht.

Het Koninkrijk als verdragspartner

Gezamenlijk kunnen de vier landen veel meer betekenen dan afzonderlijk. Bovendien is het Verdrag inzake de Rechten van het Kind namens het Koninkrijk ondertekend. Om de vijf jaar presenteert ieder land aan het Comité voor de Rechten van het Kind (CRC) over het beleid dat voortvloeit uit de verplichtingen van dit verdrag. De vierde rapportage hebben alle landen in het Koninkrijk op 25 november 2013 ingediend bij het CRC. In mei 2015 zullen de regeringen van de landen door het Comité gehoord worden en met een oordeel komen. Eerst zal het Comité nog spreken met maatschappelijke organisaties. Dit biedt een uitgelezen kans om dit jaar middels een samenhangende gezamenlijke strategie voor de verbetering van kinderrechten aan het Comité te laten zien dat het Koninkrijk kinderrechten serieus neemt en hoe de landen hierin structureel samenwerken.

BIJLAGE II

Leden van deelnemende delegaties

DELEGATIE STATEN VAN ARUBA:

Mw. M.J. Lopez-Tromp (Statenvoorzitter)

Mw. D.G. de Sousa-Croes

Hr. A.M. Sneek

Mw. J.J. Arends-Reyes

Hr. M.A. Tromp

Mw. X.J. Ruiz-Maduro

Hr. J.E. Thijsen

Hr. A.C.G. Bikker

Hr. C.V.J. Romero

Mw. J.I. Williams (Griffier)

DELEGATIE STATEN VAN CURACAO:

Hr. M.C. Franco (Statenvoorzitter)

Hr. E. Wilsoe (Commissievoorzitter)

Hr. C.F. Cooper

Hr. A.C.M. Thode

Mw. Z.A.M. Jesus-Leito

Hr. A.D. Rosaria

Hr. H.A. Davelaar

Mw. O. Leeflang

Hr. G.T. Sulvaran

Hr. S. Cijntje (Griffier)

Mw. L. Kwidama (secr. Commissie Staten Curaçao)

DELEGATIE STATEN VAN SINT MAARTEN

Mw. G.R. Arrindell, (Statenvoorzitter)

Hr. R.R. Marlin, (Commissievoorzitter)

Hr. W.V. Marlin

Hr. L.J. Richardson

Hr. F.G. Richardson

Hr. P.G. Illidge

Hr. R.J. Laville

Mw. N.R. Joubert, (Griffier)

Hr. R. Richardson (Adviseur)

NEDERLANDSE DELEGATIE:

Tweede Kamer

Hr. J. Recourt (Voorzitter IPKO)

Hr. A. Bosman

Hr. R. van Laar

Hr. A.A.G.M. van Raak

Mw. M.M. van Toorenburg

Hr. G.J. Segers

Hr. T.N.J. de Lange (Griffier)

Hr. F.H. Kuyper (protocoladviseur)

Mw. M.J. Visscher- de la Combé (Staflid)

Mw. S. de Bruin-Bergs (Staflid)

Mw. J.B. Garib (Staflid)

Eerste Kamer

Mw. M.Y. Linthorst (Delegatieleider)

Hr. Th.C. de Graaf

Hr. F.E. van Kappen

Mw. A.C. Quik-Schuijt

Mw. S.C. van Bijsterveld

Hr. J.W.M. Engels

Hr. P. Ester

Hr. R.R. Ganzevoort

Hr. F.J. Bergman (Griffier)

Hr. F.I. Wolf (Stafmedewerker)

BIJLAGE III

Programma Interparlementair Koninkrijksoverleg juni 2014

PROGRAMMA IPKO JUNI 2014

DINSDAG 3 JUNI 2014

09.00–09.30 uur

Presidiumoverleg

09.45–10.10 uur

Opening

09.45u welkomstwoord door voorzitter Eerste Kamer

09.55u korte speech door delegatieleider Aruba

10.00u korte speech delegatieleider Curaçao

10.05u korte speech delegatieleider Sint Maarten

10.10u overdracht voorzitterschap aan voorzitter IPKO

10.25 uur

Opening vergadering door voorzitter IPKO

10.30–12.15 uur

Bespreking

  • Jeugd en jongeren (waaronder het UNICEF-rapport «Koninkrijkskinderen: kinderrechten op de Nederlandse Cariben» en kansarme jongeren binnen het Koninkrijk);

  • Onderwijs (waaronder de studieschulden);

  • Terugkoppeling economische kansen binnen het Koninkrijk.

    (Bij de bespreking van deze onderwerpen zal de slotverklaring van het Koninkrijksjeugdparlement worden betrokken.)

12.30–14.00 uur

Lunch

14.15–16.00 uur

Voortzetting bespreking:

  • Jeugd en jongeren (waaronder het UNICEF-rapport «Koninkrijkskinderen: kinderrechten op de Nederlandse Cariben» en kansarme jongeren binnen het Koninkrijk);

  • Onderwijs (waaronder de studieschulden);

  • Terugkoppeling economische kansen binnen het Koninkrijk.

    (Bij de bespreking van deze onderwerpen zal de slotverklaring van het Koninkrijksjeugdparlement worden betrokken.)

16.15–17.15 uur

Presentatie over registratie van zeeschepen

Door het Kadaster, de ILenT en het Ministerie van I&M

17.45–18.45 uur

Receptie aangeboden door de Voorzitter van de Tweede Kamer

(In aanwezigheid van fractievoorzitters van beide Kamers der Staten-Generaal)

WOENSDAG 4 JUNI 2014

10.00–12.30 uur

Werkbezoek de Herstelling

12.30–13.30 uur

Lunch bij de Herstelling

14.45–17.15 uur

Bespreking

  • Terugkoppeling werkgroep gezondheidszorg;

  • Terugkoppeling integriteit van bestuur binnen het Koninkrijk.

18.00–21.00 uur

Aperitief en diner, aangeboden door Voorzitter Eerste Kamer

DONDERDAG 5 JUNI 2014

09.00–12.00 uur

Bespreking

  • Terugkoppeling racisme en intolerantie binnen het Koninkrijk.

  • Terugkoppeling energie (waaronder geothermische energie).

  • Terugkoppeling van de ad-hoc-werkgroep onderwijs/studieschulden;

  • Terugkoppeling van de ad-hoc-werkgroep jeugd en jongeren/kinderrechten;

12.00–13.20 uur

Lunch (in aanwezigheid van de Voorzitter van de Tweede Kamer)

14.00–16.00 uur

Werkbezoek aan het Kinderrechtenhuis

16.00–17.30 uur

Bezoek aan Stadhuis

Met ontvangst door burgemeester of wethouder, bezichtiging en aansluitend een receptie met mogelijkheid tot exchange of views van delegatieleden met in Leiden studerenden uit het Caribische deel van het Koninkrijk

18.00 uur

Na terugkomst in Den Haag

Presidiumoverleg

VRIJDAG 6 JUNI 2014

11.00–11.30 uur

Vaststelling van afsprakenlijst

14.00–15.00 uur

Presentatie en ondertekening afsprakenlijst en persconferentie

Naar boven