33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg

H/ Nr. 15 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2016

Bij brief van 14 januari 2016 heeft u mij verzocht om mijn reactie op de Afsprakenlijst van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO), dat eerder deze maand plaatsvond (Kamerstuk 33 845, nr. 14). Die reactie doe ik u bij deze toekomen.

In de Afsprakenlijst roept het IPKO de regeringen van de vier landen op, om te komen tot een gezamenlijk en uitgewerkt voorstel voor een geschillenregeling volgens de in mei 2015 vastgestelde uitgangspunten van het IPKO. Ik onderschrijf het belang van een geschillenregeling en kom dan ook graag tegemoet aan uw oproep om te komen tot een gezamenlijk en uitgewerkt voorstel voor een geschillenregeling.

Naar aanleiding van de uitkomsten van het IPKO eerder deze maand heb ik de Ministers-presidenten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten per brief voorgesteld om een definitieve regeling te treffen in de vorm van een rijkswet. Het voorstel voor een in een rijkswet op te nemen geschillenregeling zal er in essentie als volgt uitzien:

  • 1. Uitvoering wordt gegeven aan artikel 12a Statuut;

  • 2. Indien een land bezwaar heeft tegen een door de Rijksministerraad voorgenomen voorziening, houdende algemeen bindende regelen, of over enige andere aangelegenheid, wordt daarover voortgezet overleg gevoerd. Leidt dat voortgezet overleg niet tot overeenstemming dan kan de kwestie door het land dat het aangaat voor geschilbeslechting worden voorgedragen;

  • 3. Er wordt een termijn van tenminste twee weken in acht genomen;

  • 4. Wanneer het geschil voor beslechting is aangedragen legt de voorzitter van de Rijksministerraad de voorgenomen voorziening voor aan de Raad van State van het Koninkrijk. De bezwaren van het land dat het betreft worden daarbij integraal opgenomen;

  • 5. De Rijksministerraad besluit met inachtneming van het advies van de Raad van State van het Koninkrijk. Van het advies van de Raad kan slechts gemotiveerd worden afgeweken;

  • 6. Het besluit en het advies van de Raad worden direct nadat het besluit is genomen openbaar gemaakt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

I.v.m. publicatie als ½ Kamerstuk.

Naar boven