Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2024
De Minister voor Rechtsbescherming heeft bij brief van 29 januari 20241 de Eerste Kamer verzocht om in te stemmen met medewerking aan de totstandkoming van
het besluit tot machtiging van de EU-lidstaten om de toetreding van Azerbeidzjan tot
het Haags Alimentatieverdrag 20072 te aanvaarden.
Het Haags Alimentatieverdrag 2007 heeft tot doelstelling de effectieve internationale
inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden te waarborgen, in
het bijzonder door samenwerking tussen de centrale autoriteiten van de verdragsluitende
partijen en te zorgen voor de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen inzake
levensonderhoud. De Europese Unie is namens de lidstaten toegetreden tot dit verdrag.
De Europese Unie heeft ook een regeling op de onderdelen van dit verdrag (de Alimentatieverordening3) waardoor een parlementair instemmingsrecht van beide Kamers der Staten-Generaal
geldt op grond van artikel 3, derde lid, van de Goedkeuringswet Verdrag van Lissabon4 juncto artikel 81, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie.5
De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad heeft het verzoek van de Minister
voor Rechtsbescherming in de commissie behandeld op 6 februari 2024 en adviseert de
Kamer als volgt te besluiten:
De Kamer, gelezen de brief van de Minister voor Rechtsbescherming van 29 januari 2024,
besluit in te stemmen met het verlenen van medewerking (als bedoeld in artikel 3,
tweede lid, van de Goedkeuringswet Verdrag van Lissabon juncto artikel 81, derde lid,
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, voor de totstandkoming
van het hiernavolgende besluit, bedoeld in artikel 3, vierde lid, van genoemde Goedkeuringswet):
De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, A.W.J.A. van Hattem