33 836 Personen- en familierecht

Nr. 86 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 10 oktober 2023.

De wens dat de ontwerp-besluiten uitdrukkelijke instemming behoeven kan door of namens één van beide Kamers te kennen worden gegeven uiterlijk op 25 oktober 2023

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2023

Het Haags Alimentatieverdrag 20071 heeft tot doelstelling de effectieve internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden te waarborgen, in het bijzonder door samenwerking tussen de centrale autoriteiten van de verdragsluitende partijen, en te zorgen voor de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen inzake levensonderhoud. De Europese Unie is namens de lidstaten toegetreden tot dit verdrag. De Europese Unie heeft ook een regeling op de onderdelen van dit verdrag (de Alimentatieverordening2) waardoor de toetreding van nieuwe partijen bij dit verdrag valt onder de bevoegdheid van de EU.

Botswana heeft op 14 november 2022 meegedeeld dat het wil toetreden tot het Haags Alimentatieverdrag 2007. Op grond van het verdrag is er een termijn van 12 maanden voor het maken van bezwaar tegen de voorgenomen toetreding, die eindigt op 15 november 2023.3

De Nederlandse inzet is gericht op een zo groot mogelijk bereik van het Haags Alimentatieverdrag 2007. Dit is in het belang van alle alimentatiegerechtigden die recht hebben op betaling van alimentatie vanuit een andere verdragsstaat.

Het niet maken van bezwaar tegen toetreding van Botswana is een besluit van de Raad op grond van artikel 81, derde lid, VWEU. Omdat het familierecht betreft is unanimiteit vereist. Een dergelijk besluit vergt de instemming van beide Kamers der Staten-Generaal op grond van artikel 3 van de Goedkeuringswet Verdrag van Lissabon.

Ter voorbereiding van de besluitvorming is binnen de Europese Commissie onderzoek gedaan naar Botswana met betrekking tot de «rule of law», fundamentele rechten en het rechtssysteem.4 Wat betreft de implementatie is gekeken naar de aanwijzing en het verwachte functioneren van een Centrale Autoriteit.

Geconcludeerd wordt dat Botswana een stabiele en gevestigde democratie is, gebaseerd op de scheiding der machten. De EU volgt nauwgezet de mensenrechtelijke situatie in Botswana. Botswana is partij bij de belangrijkste internationale mensenrechtenverdragen. Over het algemeen worden deze rechten voldoende gerespecteerd. De rechtspraak is onafhankelijk en over het algemeen van hoge kwaliteit. Er is gelijke toegang tot de rechter voor onderdanen en niet onderdanen. Botswana heeft een centrale autoriteit en decentrale autoriteiten aangewezen. Voor de efficiënte organisatie van de centrale autoriteit kan ondersteuning worden gegeven door de Europese Commissie.

Geadviseerd is geen bezwaar te maken tegen de toetreding door Botswana.

Er is een concept besluit van geen bezwaar in voorbereiding. Dit concept besluit is op dit moment nog niet openbaar, maar toegankelijk voor beide Kamers via delegates portal.5

Gelet op het komende verkiezingsreces van uw Kamer en de duur van de bezwaartermijn is het niet mogelijk om te wachten met het vragen van instemming tot een concept-besluit openbaar is gemaakt. Ook kunnen er nog minimale wijzigingen in dit besluit worden aangebracht op basis van juridisch taalkundige revisies. Overeenkomstig de Goedkeuringswet Verdrag van Lissabon vraag ik uw Kamer instemming om medewerking te verlenen aan de totstandkoming van dit besluit.

Ik ga ervan uit dat uw Kamer stilzwijgende instemming heeft verleend, indien deze brief niet uiterlijk op 26 oktober 2023 tot reactie heeft geleid.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Het op 23 november 2007 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden (PbEU 2011, L 192/51).

X Noot
2

Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (PbEU L 7/1).

X Noot
3

Artikel 58, vijfde lid, van het verdrag.

X Noot
4

Document ST 12085/2023.

X Noot
5

Document ST 3884/23.

Naar boven