33 836 Personen- en familierecht

Nr. 6 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE EN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2014

In deze brief berichten wij uw Kamer over de voortgang van het uitvoeringsplan «Verbeteren situatie kinderen in een «vechtscheiding»». Op 14 mei jl. hebben wij met uw Kamer een constructief overleg gehad over de problematiek van kinderen in een «vechtscheiding» (Kamerstuk 33 836, nr. 5). Uw Kamer heeft ons tijdens dit overleg om een aantal aanvullende acties verzocht die wij, zoals toegezegd, ter hand hebben genomen en integraal hebben toegevoegd aan het uitvoeringsplan.

In de bijlagen1 treft u een overzicht van voortgang van deze acties en een door uw Kamer verzochte puntsgewijze reactie op de aanbevelingen van de Kinderombudsman. De volgende voortgangsrapportage is voorzien voor het voorjaar van 2015.

Ouders zijn uiteindelijk zelf de enigen die een einde kunnen maken aan een «vechtscheiding». Bij een «vechtscheiding» slagen ouders er niet meer in om de belangen van hun kind de eerste overweging te laten zijn. Onze acties zijn dan ook gericht op het bewustzijn van ouders van het belang van het kind: door ouders hiervan bewust te maken kunnen vechtscheidingen voorkomen worden en vroegtijdig worden gesignaleerd. In dit bewustwordingsproces bij ouders spelen professionals en het sociale netwerk om ouders een belangrijke rol.

De meeste factoren die bijdragen aan het oplossen van de problematiek liggen buiten de sfeer van (overheids-)instanties. Daarom is een bescheiden rol en een realistisch ambitieniveau gesteld. Zoals de Kinderombudsman aangaf is er geen panacee om kinderen te behoeden voor de negatieve gevolgen van «vechtscheidingen», maar kunnen we er wel gezamenlijk voor zorgen dat instrumenten voorhanden zijn om in een vroegtijdig stadium effectief te kunnen handelen. Dat is de focus van het uitvoeringsplan.

De uitvoering van de acties ligt op koers; zoals de internationale vergelijking en de internationale conferentie over mediation en effectuering omgang, de implementatie van een uniform werkproces voor bijzondere curatoren, het handboek voor gezinsvoogden en de gemeentelijke pilots. Ondanks de complexiteit van het dossier hebben we aanzienlijke stappen gezet. «We» kunt u hier lezen in de breedste zin van het woord: dankzij inzet van vele partijen en individuen is er een verschuiving zichtbaar in het maatschappelijk debat, die onmiskenbaar noodzakelijk is voor duurzame verbetering van de positie van kinderen in «vechtscheidingen».

In de praktijk merken wij dat de benaming «vechtscheiding», hoewel niet onomstreden, bijdraagt aan gemeenschappelijke beeldvorming over de aard van de problematiek. Diverse partijen pakken de handschoen op. Er is betrokkenheid van de juridische beroepsgroepen, rechtspraak, hulpverleners, gemeenten en individuen. Steeds meer professionals herkennen de problematiek en zien dat het een andere werkwijze vraagt. Op diverse bijeenkomsten komen vooroplopers bijeen en ontstaan innovatieve dwarsverbanden, zoals bijvoorbeeld de conferentie «Uit de houdgreep» georganiseerd door de Taskforce Kindermishandeling en seksueel misbruik op 27 mei, de «Dag van de Scheiding» op 12 september, georganiseerd door de Vereniging van Familierecht Advocaten en Scheidingsmediators (vFas) en de conferentie «Kind en scheiding in Limburg», georganiseerd door Bureau Jeugdzorg Limburg op 25 september.

Diverse ervaringsdeskundigen doen in de media hun verhaal. Bekende en onbekende Nederlanders die kind zijn van gescheiden ouders melden zich, verschijnen in diverse praatprogramma’s en geven interviews. Dit is een stevige stap in het creëren van meer aandacht en bewustzijn voor het belang van het kind tijdens en na de scheiding. Ook de komende periode blijft dit de belangrijkste focus, zo start begin 2015 een campagne gericht op alle omstanders die iets voor een kind in een «vechtscheiding» kunnen betekenen.

Ouders zijn uiteindelijk zelf de enigen die een einde kunnen maken aan een «vechtscheiding». Een scheiding is (bijna) altijd belastend voor kinderen, maar ouders hebben een doorslaggevende rol in of de scheiding ook schadelijk voor het kind is. Desondanks is bij de implementatie van het uitvoeringsplan duidelijk geworden dat er mogelijkheden zijn om de infrastructuur van hulpverlening en juridische procedures verder te verbeteren. De Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid en Justitie blijven met alle partijen in gesprek, jagen initiatieven aan en brengen partijen en goede ideeën bij elkaar. Dit zijn echter «slechts» onderdelen die een brede maatschappelijke discussie ondersteunen, waarbij diverse partijen ouders een spiegel voorhouden zodat zij zich afvragen: «Wat is nu écht in het belang van mijn kind?».

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven