33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2018

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport, over vier toezeggingen zoals gedaan tijdens het AO NVWA op 8 februari 2018. Over de overige toezeggingen die ik tijdens het AO heb gedaan, zal ik uw Kamer op een later moment informeren. In deze brief beantwoord ik ook twee vragen die zijn gesteld tijdens het werkbezoek aan de NVWA van leden van de vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 5 februari 2018, alsmede enkele vragen die tijdens het AO onbeantwoord zijn gebleven. Ik wil naar aanleiding van het AO eerst ingaan op de speerpunten voor de NVWA.

Speerpunten voor de NVWA

De NVWA heeft een essentiële rol om voedselveiligheid, productveiligheid, dierenwelzijn, plant- en diergezondheid en natuurwaarden te bewaken. De brede taakopdracht van de NVWA omvat zowel de maatschappelijke als de economische belangen, wat zich ook vertaalt in de uitvoering van een groot aantal EU-verplichtingen. In dit stelsel zijn ondernemers zelf verantwoordelijk voor een goed en veilig product, met oog voor dierenwelzijn en natuur.

De eisen die de maatschappij aan de NVWA stelt veranderen continue, en dat vraagt dat de NVWA daar als moderne toezichthouder flexibel in mee beweegt. De NVWA is daarom ook volop in transitie. De twee hoofdtaken van de NVWA, toezicht en keuren, zijn nu organisatorisch duidelijk gescheiden van elkaar en kennen ook bijbehorende eigen geldstromen.

Het implementeren van de transitie zoals vastgelegd in het plan NVWA2020 en het toezicht risicogericht uitvoeren zijn de prioriteiten waar de NVWA zich de komende periode op richt. Stevige en strenge handhaving en passende dienstverlening aan het bedrijfsleven horen daar ook bij.

Dit kabinet investeert structureel 20 miljoen euro in het toezicht, met als speerpunten voedselveiligheid en dierenwelzijn. Ik zal uw Kamer voor de zomer nader berichten over de besluitvorming over de inzet van de extra middelen. Daarbij zal ik ingaan op de capaciteit die voor de aanpak van fraude beschikbaar is, en op de verdeling van de extra middelen tussen de prioriteiten voedselveiligheid en dierenwelzijn.

Ter voorbereiding op de controles van import- en exportzendingen van en naar het Verenigd Koninkrijk na de Brexit investeert het kabinet in het werven en opleiden van extra dierenartsen bij de NVWA. De NVWA is al gestart met het werven van deze dierenartsen om voorbereid te zijn op de extra import- en exportcontroles die na de Brexit door het Nederlandse bedrijfsleven aangevraagd zullen gaan worden.

Kritische Prestatie Indicatoren

Naast het zichtbaar maken van concrete resultaten via de halfjaarlijkse voortgangsrapportages heeft de NVWA een set Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) ontwikkeld waarmee de resultaten van de NVWA kunnen worden gemonitord en op basis waarvan sturing zal plaats vinden. Deze vorm van sturing biedt meer inzicht in de effecten van de NVWA dan de bestaande input-sturing, waarbij de mate waarin de gefinancierde uren gerealiseerd worden centraal staat in de jaarverantwoording. Door het KPI-model te hanteren geeft de NVWA aan welke maatschappelijk bijdrage ze wil realiseren met haar inzet (output of outcome). In het AO NVWA hebben wij toegezegd om uw Kamer te informeren hoe het KPI-model eruit ziet en open te staan voor suggesties van de kant van uw Kamer.

Het KPI-model bestaat uit 9 indicatoren die betrekking hebben op effectiviteit, efficiency en kwaliteit. De indicatoren die u hieronder in het schema aantreft zijn op te delen in zeven kritische prestatie-indicatoren en twee informatie-indicatoren. Onderliggend zijn diverse verklarende indicatoren ontwikkeld. De prestatie-indicatoren meten de prestaties (output/outcome) van de NVWA. De twee informatie-indicatoren (nummers II en III in het schema) zeggen niet zozeer iets over de prestaties van de NVWA, deze indicatoren kunnen informatie verschaffen over de effecten van beleid en toezicht. De verklarende indicatoren dienen om een verklaring te geven voor de scores van de KPI’s en de informatie-indicatoren.

Bij het ontwikkelen van de KPI’s zijn een aantal uitgangspunten gehanteerd. Zo sluit de set KPI’s aan bij het Toezichtkader NVWA, bij de Aanwijzingen voor de Rijksinspecties en bij de rijks brede kaders voor begroten en verantwoorden door agentschappen. De set ondersteunt bij het sturen op strategische doelen, doordat de KPI’s aansluiten op de handhavingsregiecyclus, de planning en control cyclus en op de informatievoorziening zoals deze op dit moment in het nieuwe ICT-systeem van de NVWA wordt gebouwd.

 

Aard

Naam

Definitie

Effectiviteit

KPI I

Nalevingsniveau

Percentage van de totale populatie dat voldoet aan wet- en regelgeving.

 

II

Handhavingspercentage

Mate waarin handhavingsinterventies zijn opgelegd.

 

III

Toezichtintensiteit

Mate waarin bij de betrokken sector toezicht plaats heeft gevonden.

 

KPI 2

Autoriteitspositie NVWA

Mate waarin de NVWA gezien wordt als de deskundige en gezaghebbende toezichtsorganisatie op haar domeinen.

Efficiency

KPI 3

Voortgang Handhavings-programma’s

Gewogen gerealiseerde productie afgezet tegen de in de uitvoeringsplannen afgesproken werkpakketten.

Kwaliteit

KPI 4

Klanttevredenheid

De mate waarin ondertoezichtgestelden, betalende bedrijven, consumenten en burgers tevreden zijn met de dienstverlening van de NVWA.

 

KPI 5

Doorlooptijden melding, klachten en vragen

Percentage van meldingen, klachten en vragen die binnen de wettelijke termijn (6 weken) zijn afgehandeld.

 

KPI 6

Doorlooptijden bezwaar en beroep

Percentage van bezwaar en beroep die binnen de wettelijke termijn zijn afgehandeld.

 

KPI 7

Kwaliteit van geleverde producten en diensten

Percentage (externe) producten dat volledig conform uitvoeringsprotocol en bijbehorende werkinstructie tot stand gekomen is.

De NVWA is in het najaar van 2017 met de toepassing van dit KPI-model gestart. Het nieuwe ICT-systeem Inspect, dat stapsgewijs wordt ingevoerd, maakt het mogelijk om geïntegreerd te rapporteren over meerdere prestatie-indicatoren.

Dit betekent dat ook de KPI’s stapsgewijs worden ingevoerd. Per domein wordt zo zichtbaar in welke mate handhavende acties bijdragen aan het bereiken van de vooraf gestelde beleidsdoelen (KPI’s).

Voor het nu lopende jaar kan de NVWA al aan de hand van een aantal generieke KPI’s vanuit de huidige informatievoorziening rapporteren. Dit geldt voor de doorlooptijden voor bezwaar en beroep en de doorlooptijden van meldingen, klachten en vragen. Op dit moment worden de eerste indicatoren met informatie gevuld, dat levert eerste nulmetingen op. Na de eerste nulmeting levert een volgende meting meer inzicht in hoe de prestaties zich ontwikkelen.

Met behulp van KPI’s kan het realiseren van gestelde doelstellingen beter worden gemeten. Hierdoor kunnen de Minister voor Medische Zorg en Sport en ikzelf beter sturen op de uitvoering van de kerntaken door de NVWA. Het effect van het werken met KPI’s zal zijn dat er, behalve het bestaande inzicht in de realisatie-cijfers van de NVWA, in toenemende mate inzicht ontstaat in onder meer de verbetering van de dienstverlening door de NVWA en de bijdrage van de NVWA aan het bevorderen van de naleving. Om de actuele prestaties van de NVWA alvast te illustreren langs de lijnen van de genoemde prestatie-criteria zal ik bij de tweede voortgangsrapportage NVWA 2020, die uw Kamer volgende maand ontvangt, met behulp van enkele voorbeelden het effect van de nieuwe werkwijze van de NVWA inzichtelijk maken.

Formatieontwikkeling NVWA en rechtsvoorgangers

Bij het werkbezoek aan de NVWA van een aantal Kamerleden en in het AO NVWA is gevraagd naar de historische ontwikkeling van de organisatiesterkte van de NVWA. Onder het kabinet Balkenende IV is in 2007 besloten tot een fusie van de drie inspectiediensten Voedsel en Warenautoriteit (VWA), de Algemene Inspectiedienst (AID) en de Plantenziektekundige Dienst (PD). De cijfers vanaf 2005 laten een daling zien van het aantal FTE van 3218 naar 2335 FTE (2018). Een tabel met de ontwikkelingen in de formatie vanaf 2005 treft u aan bij deze brief. Het gaat hier tot en met 2016 om bezettingsgegevens uit de Slotwet van de respectievelijke jaren voor de NVWA en haar rechtsvoorgangers. Voor 2017 en de jaren daarna komen de cijfers uit de begroting, inclusief meerjarenraming. De cijfers zijn exclusief externe inhuur. Voor de practitioners (dierenartsen) is deze inhuur structureel van aard en varieert deze rond de 100.000 uur per jaar (in fte: ruim 65 fte). Zoals ik hierboven heb aangegeven is de NVWA gestart met het werven van extra dierenartsen ter voorbereiding op de Brexit.

In de begrotingscijfers voor de jaren 2018 en later is nog geen rekening gehouden met de extra middelen die in het kader van het regeerakkoord van het huidige kabinet voor de NVWA zijn gereserveerd en evenmin met de gevolgen daarvan voor de bezetting. Het kabinet versterkt met de inzet van de 20 miljoen extra voor de NVWA uit het regeerakkoord structureel de slagkracht van het toezicht door de NVWA. Door deze investering wordt de krimptaakstelling beperkt. Zoals aangegeven zal uw Kamer hier voor de zomer over worden geïnformeerd.

Verhouding bureau- en veldwerk bij aanpak mestfraude

Het lid Grashoff heeft tijdens het AO NVWA gevraagd naar de verhouding tussen bureau- en veldwerk voor een inspecteur bij de aanpak van mestfraude. Het uitvoeren van een inspectie bestaat uit drie onderdelen: de voorbereiding, de inspectie zelf en het rapporteren over de inspectie. Deze drie onderdelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, waarbij het doel is om met een zo efficiënt mogelijk uitgevoerde controle maximaal effect te bereiken. Het veldwerk, dat een essentieel onderdeel is en blijft van de inspectie, bestaat eruit dat de inspecteur bij het bedrijf informatie verzamelt, zoals de administratie en het aantal dieren en de voorraden die aanwezig zijn vaststelt.

De inspecties die de NVWA uitvoert op het domein mest verschillen van elkaar qua soort, omvang en complexiteit. De verhouding tussen bureau- en veldwerk is afhankelijk van deze factoren. Zo voert de NVWA bedrijfsinspecties, inspecties bij intermediairs en inspecties op het naleven van het besluit gebruik meststoffen uit. Voor de complexere werkzaamheden op het domein mest heeft de NVWA een projectteam geformeerd van ca. 40 inspecteurs. Kennis en kunde kunnen hierdoor beter worden benut. Daarnaast worden de reguliere mestinspecties verdeeld over de uitvoerende teams binnen de NVWA. Verder krijgt de samenwerking met de andere handhavingspartners vorm zowel regionaal als met andere landelijke diensten. Door het gezamenlijk voorbereiden van controles en informatie uit te wisselen wordt de aanpak op locatie effectiever. De eerste resultaten zijn zichtbaar. Zo is eind januari in samenwerking met de politie en gemeenten opgetreden tegen een bedrijf in Deurne. Meer van dit soort gerichte acties worden momenteel voorbereid, met zowel regionale als landelijk werkende diensten. Doelstelling hiervan is om gezamenlijk op de meest effectieve wijze (vermoedelijke) fraudeurs te laten stoppen met hun praktijk en effectief aan te pakken.

Bestuurlijk overleg onbedwelmde rituele slacht

Tijdens het AO NVWA heb ik aangegeven een bestuurlijk overleg te gaan voeren met de partners van het Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten.

Ik zal uw Kamer over de uitkomst van het overleg informeren. In deze brief neem ik de beantwoording mee van de vragen die tijdens het AO NVWA zijn gesteld rond onbedwelmde rituele slacht.

Onderbouwing tarieven NVWA

Tijdens het AO NVWA kwam de onderbouwing van de tarieven van de NVWA aan de orde. Zoals toegezegd, ontvangt u de onderbouwing van de tarieven voor 2017 en 2018 als bijlage bij deze brief1. Deze informatie staat ook op de website van de NVWA zodat bedrijven er kennis van kunnen nemen. Zie:

https://www.nvwa.nl/over-de-nvwa/documenten/nvwa/organisatie/tarieven/2017/onderbouwing-nvwa-tarieven-2017

https://www.nvwa.nl/over-de-nvwa/documenten/nvwa/organisatie/tarieven/2018/nvwa-tarieven-onderbouwing-2018

Toelichting meldingen zeevisserij

Tijdens het werkbezoek van een aantal leden van uw Kamer aan de NVWA op 5 februari 2018 kwam het aantal meldingen rond visserijcijfers aan de orde. De Kamerleden hebben om een nadere toelichting gevraagd op deze cijfers. Alle meldingen die bij de NVWA binnenkomen hebben betrekking op de zoutwatervisserij. De verplichting om op zout water gevangen vis te melden is een Europese verplichting tot registratie (Raadsverordening 1224/2009). Dit in verband met het beheer van de door de Landbouw- en Visserijraad jaarlijks vastgestelde quota. In de praktijk betekent dit dat er per visreis vanaf een vissersvaartuig minimaal elke dag melding aan de NVWA wordt gedaan over de gevangen vis. Per visreis kunnen er per dag meer meldingen worden verzonden, afhankelijk van de activiteiten en het gebied waar het vaartuig is.

Overige vragen

Aan het slot van deze brief wil ik ingaan op enkele vragen die omwille van de beschikbare tijd onbeantwoord zijn gebleven.

Uw Kamer heeft tijdens het AO vragen gesteld over de voortgang van de ontwikkelingen bij de NVWA. Specifiek heeft het lid Geurts gevraagd naar de ontwikkelingen op het gebied van ICT en de inrichting van het management van de NVWA.

Uw Kamer volgt de ICT-ontwikkeling van de NVWA op de voet. De NVWA geeft op dit moment uitvoering aan de adviezen uit het rapport van Berenschot dat op 11 januari jl. naar uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 33 835, nr. 64). Van de € 52 miljoen euro voor de ICT was ultimo 2017 € 41 miljoen uitgegeven. Over de voortgang hiervan wordt uw Kamer in de halfjaarlijkse voortgangsrapportages nader geïnformeerd, de voortgangsrapportage over de tweede helft van 2017 ontvangt u komende maand. De omvang van de organisatie en de noodzaak om medewerkers goed te kunnen aansturen leidt tot het aantal leidinggevenden dat nodig is, zoals ook neergelegd in het meest recente Organisatiebesluit NVWA. In het bijzonder bij de omvangrijke directies Handhaven en Keuren is een extra managementlaag nodig om de span-of-control beheersbaar te houden. Ook over de ontwikkelingen op organisatorisch gebied wordt uw Kamer in de voortgangsrapportages periodiek nader geïnformeerd.

Het lid Grashoff heeft gevraagd of de NVWA hogere boetes uitdeelt. De hoogte van de boete die de NVWA uitdeelt hangt uiteraard samen met de aard en ernst van de overtredingen die de NVWA vaststelt. In de jaarverslagen van de NVWA, die zijn gepubliceerd op de website, worden de aantallen opgelegde boetes opgenomen en wat het gemiddelde is van de bestuurlijke boete die is opgelegd. In 2015 is voor € 9.075.472 aan bestuurlijke boetes opgelegd. Dit bedrag is in 2016 gestegen naar € 9.399.236. Het gemiddelde bedrag van opgelegde bestuurlijke boetes is gestegen van € 1.351 naar € 1.461.

Uw Kamer heeft gevraagd naar de beschikbare capaciteit voor de laboratoria. Ook voor de beschikbare laboratoriumcapaciteit geldt dat die zo gericht mogelijk moet worden ingezet. Door middel van sturing via de handhavingsregie wordt afgewogen met welke mix van instrumenten, waaronder met inzet van laboratoriumcapaciteit, de naleving het beste kan worden bevorderd. Het Nationaal plan residuen (programma waarin dierlijke producten worden onderzocht op mogelijk verboden stoffen) is op verzoek van de Europese Commissie aangepast, in Nederland hebben we daarbij de adviezen van Bureau Risicobeoordeling betrokken. Deze aanpassing is reeds opgenomen in de jaarplannen van de NVWA voor 2018.

Aan het slot van het AO heeft het lid Graus gevraagd waarom er uitzendbureaus worden ingezet bij de inhuur van dierenartsen. Om te kunnen beschikken over voldoende dierenartsen werft de NVWA actief nieuwe dierenartsen. De NVWA biedt dierenartsen ook parttime dienstverbanden aan zodat zij werk bij de NVWA kunnen combineren met andere activiteiten.

Om over voldoende dierenartsen te kunnen beschikken maakt de NVWA daarnaast gebruik van de diensten van gespecialiseerde intermediairs.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

BIJLAGE ORGANISATIEONTWIKKELING

Jaar

# FTE

2005

3.218

2006

2.995

2007

2.652

2008

2.678

2009

2.663

2010

2.549

2011

2.347

2012

2.168

2013

2.163

2014

2.229

2015

2.438

2016

2.480

20171

2.408

20182

2.335

20192

2.205

20202

2.205

20212

2.205

20222

2.205

X Noot
1

Ontwerpbegroting 2017.

X Noot
2

Ontwerpbegroting 2018.

Bovenstaande tabel geeft de ambtelijke bezetting van de NVWA vanaf 2012. Voor de jaren daarvóór zijn de bedragen en aantallen gebaseerd op de gegevens van de VWA, AID en PD. Er is nog geen rekening gehouden met de extra middelen die door dit kabinet zijn vrijgemaakt.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven