33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2015

Hierbij stuur ik u een reactie op de vraag die is gesteld door het lid Van Weyenberg (D66) tijdens het debat over de SZW-begroting op 1 december jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 31, Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid) betreffende het opzeggen van een aantal payrollmedewerkers bij de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) van het Ministerie van Economische Zaken.

De NVWA heeft aangegeven de inzet van vijf payrollmedewerkers per 31 december a.s. te beëindigen vanwege het vervallen van hun werkzaamheden. De betreffende medewerkers worden ingezet in het zogenaamde Flexteam dat controles uitvoert in het kader van de Tabakswet en de Warenwet. Het betreft hier werkzaamheden op basis van jaarlijkse budgettering door onder meer het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Jaarlijks wordt op basis van het beschikbare budget bepaald hoeveel controleurs voor het Flexteam worden ingezet. Daarbij worden leeftijdscontroleurs ingezet die door hun jonge leeftijd niet opvallen bij het verrichten van de betreffende controles. Veelal gaat het om studenten, die naast hun studie een aantal uren per week dit soort controles verrichten.

Enkele payrollmedewerkers hebben bij de Adviescommissie Bezwaren Personele Aangelegenheden EZ bezwaarschriften ingediend tegen de door de NVWA aangekondigde beëindiging van hun inlening. De kernvraag in deze bezwaarprocedure is in hoeverre het werk waarop deze payrollmedewerkers worden ingezet als structureel valt aan te merken. De circulaire Toepassing Wet werk en zekerheid bij de rijksoverheid schrijft voor dat het Rijk payrollmedewerkers met een contract voor onbepaalde tijd bij de payrollonderneming in vaste ambtelijke dienst neemt wanneer de payrollmedewerkers worden ingezet op structureel werk. De redenering van de NVWA is dat het werk niet als structureel kan worden aangemerkt en dat opzegging derhalve gerechtvaardigd is en niet strijdig met de genoemde circulaire.

In afwachting van het advies van de bezwarencommissie kan ik nu verder geen inhoudelijke reactie geven met betrekking tot deze kwestie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven