Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2020
Hierbij ontvangt uw Kamer, zoals toegezegd tijdens het plenaire debat NVWA 13 februari
jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 54), mijn reactie op de motie van de heer de Groot
(D66) inzake de arbeidsomstandigheden in de slachthuizen (Kamerstuk 33 835, nr. 150) en op de openstaande vraag van mevrouw Lodders (VVD).
Motie arbeidsomstandigheden
Overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet is de werkgever, in samenspraak met de
werknemers, verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van zijn werknemers. De
werkgever moet daartoe een beleid voeren, dat onder meer een risico-inventarisatie
en -evaluatie (RI&E), opleiding en voorlichting omvat. Dat geldt ook voor werkgevers
van de slachthuizen. Een plan van aanpak met maatregelen voor de geïnventariseerde
risico’s is een verplicht onderdeel van de RI&E.
De NVWA is, als werkgever van inspecteurs en dierenartsen, verantwoordelijk voor de
arbeidsomstandigheden van die werknemers. De NVWA actualiseert momenteel de RI&E voor
risico’s die het uitvoeren van toezicht voor deze NVWA medewerkers met zich brengt,
inclusief een plan van aanpak. Aan dat deel van het verzoek in de motie wat betreft
een RI&E wordt reeds uitvoering gegeven.
De Inspectie SZW spreekt in voorkomende gevallen de werkgever aan op diens verantwoordelijkheid
om zorg te dragen voor een veilige werkomgeving op basis van een RI&E.
Het tweede verzoek in de motie, waarin gelezen kan worden dat de regering die verantwoordelijkheid
voor de arbeidsomstandigheden van de werkgever zou overnemen of invullen, is niet
overeenkomstig de wettelijke vastgelegde verantwoordelijkheidsverdeling in Nederland.
Als ik de motie echter zo mag uitleggen dat ik via de staatsecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid het verzoek laat overbrengen aan de Inspectie SZW om bij
de bepaling van haar programmering klachten en meldingen over de arbeidsomstandigheden
in slachthuizen te betrekken, dan laat ik het oordeel over deze motie aan uw Kamer.
Gebruik camerabeelden
Mevrouw Lodders stelde een vraag over de beschikbare capaciteit voor het uitlezen
van camerabeelden bij de NVWA. In het jaarplan 2020 heeft de NVWA nu 2.200 uur beschikbaar
voor het uitlezen van camerabeelden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten