33 829 Elektronisch stemmen en tellen

Nr. 19 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 18 oktober 2017

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 25 augustus 2017 inzake de uitkomsten marktuitvraag stemprinter en stemmenteller (Kamerstuk 33 829, nr. 18). De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 13 oktober 2017.

Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra

De waarnemend griffier van de commissie, Hendrickx

Vraag 1

Welke inspanningen heeft Atos gedaan om de respons op de marktuitvraag, toen die beperkt bleek te blijven, te verhogen?

Antwoord 1

Atos heeft in zijn rapport beschreven welke inspanningen er zijn gedaan om zo veel mogelijk respons te krijgen op de marktuitvraag. Zie paragraaf 1.3 (Aanpak en activiteiten) op pagina’s 3, 4 en 5 van het rapport dat op 25 augustus jl. aan de Tweede Kamer is gezonden. In aanvulling daarop kan ik nog melden dat Atos diverse belrondes heeft uitgevoerd om marktpartijen over te halen om het vragenformulier in te vullen. Ook is de deadline voor het invullen van het formulier verzet om markt- partijen meer tijd te geven.

Vraag 2

Waarom hebben twee marktpartijen alleen een alternatief voor de stemprinter en de stemmenteller gesuggereerd en geen gebruik gemaakt van het beantwoordingdocument, noch gerefereerd aan de specificaties voor de stemprinter en stemmenteller?

Antwoord 2

Een van de twee marktpartijen heeft niet toegelicht waarom het beantwoordings-document niet is ingevuld. De andere marktpartij heeft aangegeven niet het concept van de stemprinter en stemmenteller te willen volgen, maar de voorkeur te geven aan de invoering van een stemzuil en op termijn internetstemmen.

Vraag 3

Wat zijn de consequenties als de specificaties die betrekking hebben op de openbaarheid van de broncode niet door de marktpartijen gerealiseerd kunnen worden?

Antwoord 3

Het verkiezingsproces dient aan een aantal waarborgen te voldoen. De commissie Korthals Altes heeft die waarborgen1 in 2007 op een rij gezet en onderbouwd. De commissie Van Beek heeft die waarborgen ook als basis genomen voor het advies over de stemprinter en de stemmenteller. Systemen voor elektronisch stemmen en tellen moeten voldoen aan waarborgen als transparantie, controleerbaarheid en integriteit. Voor een ieder dit dat wil, moet na te gaan zijn hoe de systemen werken en moet verifieerbaar zijn dat de systemen voldoen aan de eisen die aan de systemen zijn gesteld. Het openbaar zijn van de broncode is belangrijk om vertrouwen te kunnen hebben en houden in de systemen.

Daar komt bij dat in de specificaties die zijn opgesteld door de Deskundigengroep Elektronisch stemmen en tellen uit wordt gegaan van een certificering volgens de Common Criteria en wel op het niveau EAL 4+. Om op dit niveau een Common Criteria certificering te kunnen halen moet de broncode van alle onderdelen van de stemprinter en stemmenteller beschikbaar zijn. Als marktpartijen standaard- componenten willen gebruiken, dan zal de broncode van de standaardcomponenten niet (altijd) beschikbaar zijn, waardoor de certificering dan ook niet mogelijk zal zijn.

Vraag 4

Hoe hoog worden de kosten van de overheid voor de aanbesteding, de begeleiding en aansturing van de ontwikkeling van de stemprinter en stemmenteller, de acceptatietesten, de opbouw van deskundigheid, de controle dat gemeenten hetgeen is voorgeschreven ook daadwerkelijk uitvoeren, evaluaties etc. geraamd?

Antwoord 4

De commissie Van Beek heeft geraamd dat bij de invoering van de stemprinter en de stemmenteller (bovenop de kosten van de aanschaf) de kosten per verkiezing zullen stijgen met een bedrag van tussen de 6 en 10 miljoen euro per verkiezing. De commissie Van Beek is daarbij uitgegaan van een constructie waarbij er een Rijksorganisatie verantwoordelijk zou worden voor de aanbesteding, testen, opslag, etc. In het kabinets-standpunt over het rapport van de commissie Van Beek is gesteld dat de consequenties van die keuze voor een centrale Rijksorganisatie in kaart gebracht zouden moeten worden. Dat heeft het bureau Berenschot gedaan waarbij ook andere opties dan een Rijksorganisatie zijn bekeken. Het rapport van Berenschot is in maart 2015 aan de Tweede Kamer gezonden.2 Berenschot heeft de kwetsbaarheden van de verschillende opties bloot gelegd. Aan alle opties kleven kwetsbaarheden. De kosten van de verschillende opties zijn niet doorgerekend.

Vraag 5

Wat zijn de kosten van het houden van drie opeenvolgende experimenten waarbij eerst klein (in 5 gemeenten) wordt geëxperimenteerd oplopend tot het derde experiment in bijna de helft van de gemeenten?

Antwoord 5

De kosten van drie opeenvolgende experimenten3 liggen op basis van de in de markt- uitvraag gegeven antwoorden tussen € 100 miljoen en € 135 miljoen. De opgegeven investeringskosten zijn alleen de kosten van de leverancier die de stemprinters en stemmentellers ontwikkelt. De kosten van de overheid voor de aanbesteding, de begeleiding en aansturing van de ontwikkeling van de stemprinter en stemmenteller, de acceptatietesten, de opbouw van deskundigheid, de controle dat gemeenten hetgeen is voorgeschreven ook daadwerkelijk uitvoeren, evaluaties etc. zouden hier nog bovenop komen als besloten wordt de experimenten met de stemprinter en stemmenteller uit te voeren.

Vraag 6

Hoe hoog worden de kosten geraamd die de overheid per verkiezing zal moeten maken voor opslag van de apparaten, transport van de apparaten, voor testen, voor trainingen van stembureauleden, voor het uitvoeren van controles door de gemeenten, voor evaluaties, etc.?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 4

Vraag 7

Waarom kan Atos de betrouwbaarheid van de doorlooptijden niet verifiëren?

Op grond waarvan houdt Atos er rekening mee dat de echte doorlooptijden langer kunnen zijn?

Antwoord 7

Atos heeft in zijn rapport (pagina’s 38 tot en met 42) bij de opgegeven doorlooptijden aangegeven hoe die doorlooptijden zijn geverifieerd. Daarbij heeft Atos ook vermeld waarom Atos van mening waarom doorlooptijden niet volledig of niet realistisch zijn.

Kortheidshalve wordt verwezen naar de passages in het rapport.

Vraag 8

Wanneer zouden de apparaten voor het experimenteren met elektronisch stemmen en tellen gereed kunnen zijn, ervan uitgaande dat de vereiste wetgeving daarvoor gereed is?

Antwoord 8

Die vraag is zo niet te beantwoorden. Aan de hand van de uitkomsten van de markt-uitvraag kan alleen iets gezegd worden over de doorlooptijd te rekenen vanaf het moment dat al een aanbesteding is doorlopen en de opdracht aan een leverancier of leveranciers is gegund.


X Noot
1

Het gaat om de volgende waarborgen: transparantie, controleerbaarheid, integriteit, kiesgerechtigdheid, stemvrijheid, stemgeheim, uniciteit en toegankelijkheid.

X Noot
2

Kamerstuk 33 829, nr. 8

X Noot
3

Eerste experiment in 5 gemeenten (100 stembureaus), tweede experiment 45 gemeenten (1.800 stembureaus), derde experiment 150 gemeenten (3.500 stembureaus).

Naar boven