33 826 Mensenrechten in Nederland

Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2019

Op 23 januari 2019 heb ik uw Kamer geinformeerd over de zevende periodieke rapportage onder het Verdrag tegen foltering en andere onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing.1 De conclusies en aanvelingen van het VN-Comité tegen Foltering heb ik op dezelfde dag met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 33 862, nr. 31).

Ingevolge paragraaf 58 diende het Koninkrijk der Nederlanden uiterlijk 7 december 2019 te reageren op de aanbevelingen in paragrafen 12a, 12b, 14a, 14b en 23.

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, een reactie op deze aanbevelingen2. De reactie is inmiddels ook aangeboden aan het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 33 862, nr. 26.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven