33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en wijziging van verschillende wetten in verband met het aanpassen van de Werkloosheidswet, het verruimen van de openstelling van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen en de beperking van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Wet werk en zekerheid)

Nr. 25 AMENDEMENT VAN HET LID KLEIN

Ontvangen 12 februari 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel XXXI, wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

Artikel 8, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. voor de werkloze werknemer en de echtgenoot: het inkomen uit arbeid of overig inkomen van de werkloze werknemer;.

Toelichting

Een oudere werkzoekende van zowel 50 jaar en ouder (IOAW) als 60 jaar en ouder (IOW) is, zoals de Raad van State ook aangeeft, gebaat is bij een inkomensvoorziening aansluitend op de (kortere) WW waarbij geen partner- of vermogenstoets aan de orde is nu deze groepen de weg van WW naar de arbeidsmarkt zeer moeizaam zullen vinden.

Dit is ook de achterliggende gedachte geweest bij invoering van de IOAW en IOW toen in 1987 respectievelijk 2006 eerdere duurverkortingen van de WW werden doorgevoerd. De situatie voor oudere werkzoekenden is thans onverminderd slecht te noemen.

De indiener van dit amendement constateert dat bij de IOAW, in tegenstelling tot de IOW, wel een partnerinkomenstoets geldt maar geen vermogenstoets. Dit heeft tot gevolg dat een 50-plusser die zijn baan kwijtraakt en een partner heeft met een inkomen op het sociaal minimum (€ 1.480 bruto) nergens meer voor in aanmerking komt. Dat is niet alleen rechtsongelijkheid ten opzichte van de 60-plusser, maar dat is ook naar de mening van de indiener ook onwenselijk

De indiener van dit amendement wil met dit amendement de rechtsongelijkheid tussen IOW en IOAW rechttrekken door voor beide regelingen geen partner- of inkomenstoets te laten gelden. Beide groepen hebben immers een even slechte positie op de arbeidsmarkt indien zijn onvrijwillig werkloos raken.

Klein

Naar boven