33 781 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering van de rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid (T-rijbewijs)

D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 2 september 2014

De vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening¹ heeft vernomen dat momenteel nader overleg gaande is – op zowel interdepartementaal niveau als met de betrokkenen in de sector – over in het bijzonder de financiële en praktische aspecten van de invoering van het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel inzake het T-rijbewijs².

Naar aanleiding daarvan heeft zij de Minister van Infrastructuur en Milieu op 25 juni 2014 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 29 augustus 2014 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, De Boer

BRIEF AAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Den Haag, 25 juni 2014

De vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) heeft vernomen dat momenteel nader overleg gaande is – op zowel interdepartementaal niveau als met de betrokkenen in de sector – over in het bijzonder de financiële en praktische aspecten van de invoering van het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel inzake het T-rijbewijs³.

In haar vergadering van 24 juni 2014 heeft de commissie daarom besloten de besluitvorming inzake de nadere procedure van dit wetsvoorstel op te schorten totdat zij door u is geïnformeerd over de uitkomsten van het nader overleg.

De commissie ziet uw spoedige reactie met belangstelling tegemoet.

De Voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, T.P.A.M. Reynaers

BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 augustus 2014

U heeft de nadere procedure van wetsvoorstel 33 781 inzake het T-rijbewijs opgeschort om overleg te laten plegen tussen de AOC raad en EZ. In dit overleg, dat heeft plaatsgevonden op 30 juni jl. zijn de financiële en praktische consequenties van de invoering van het T-rijbewijs voor de Agrarisch Opleidingscentra (AOC’s) en hun deelnemers aan de orde gekomen. Ik wil u in deze brief informeren over de uitkomsten van dit overleg, zodat uw Kamer verder kan met de procedure.

Na het overleg heeft de voorzitter van de AOC raad het standpunt nogmaals duidelijk gemaakt. De brief⁴ is bijgevoegd. Daarin geeft de voorzitter van de AOC raad aan dat zij onderstaande passage uit de memorie van toelichting onduidelijk blijft vinden. Zij vreest als gevolg daarvan geconfronteerd te worden met ongewenste kostenverhogingen. Zoals ik hierna zal toelichten, is deze zorg ongegrond.

«De opleiding voor het T-rijbewijs is een vrije marktactiviteit, conform andere (rijbewijs)opleidingen in Nederland. Wel wordt de opleiding geïntegreerd in het agrarisch onderwijs. Dit maakt het mogelijk de huidige praktijk voort te zetten, waarin kandidaten die een agrarische opleiding volgen, tijdens deze opleiding het T-rijbewijs kunnen behalen. Dit houdt de kosten voor de kandidaat zo laag mogelijk. De zogenaamde «groene scholen» kunnen ook de opleiding van kandidaten verzorgen die geen agrarische opleiding volgen. Uiteraard kan de opleiding voor het T-rijbewijs ook door reguliere rijscholen worden verzorgd. Het CBR verzorgt als exameninstituut de examinering voor het T-rijbewijs.»

AOC’s zullen trekkerlessen blijven geven

De theorie- en praktijklessen van de huidige trekkerlessen bestaan in hoofdzaak uit technische en praktische aspecten van het beroepsmatig werken met tractoren, zoals het bewerken van het land en het (ont)koppelen van aanhangers. De AOC’s verzorgen deze opleiding nu binnen de reguliere opleidingen, op grond van de wettelijke bekostiging van EZ. De kosten van het examen voor het trekkercertificaat zijn, ook nu, voor rekening van de deelnemer.

Na invoering van het T-rijbewijs kan het deel van de opleiding dat samenhangt met de beroepskwalificatie als zodanig onderdeel blijven van de bekostigde opleidingen. In bijgevoegde brief heeft de voorzitter van de AOC raad bevestigd dat de AOC’s hun trekkerlessen in de huidige vorm en omvang ook in de toekomst zullen continueren.

Faciliteren AOC’s om T-rijbewijs lessen te geven

Met het T-rijbewijs komen er eisen aan het rijden op de openbare weg. Waar bij het trekkercertificaat een paar uur zelfstandig oefenen op de openbare weg voldoende was, wordt er nu opgeleid voor een volwaardig rijexamen. Daarom zijn de AOC’s vanaf het begin betrokken bij de invoering van het T-rijbewijs. Ik waardeer het dat een aantal van deze centra bereid zijn om (eventueel in samenwerking met rijscholen) ook de lessen voor het T-rijbewijs te gaan geven als onderdeel van het agrarisch onderwijs.

Om de AOC’s hierin te faciliteren heb ik, mede op basis van de adviezen van de AOC’s en de AOC raad, de volgende maatregelen genomen:

• Docenten die uitsluitend rijonderricht voor trekkers willen geven hoeven niet eerst het basis WRM-certificaat B te halen en daarna een aanvullend WRM-certificaat T, maar kunnen volstaan met het WRM-certificaat T.

• Er komt een overgangstermijn van 2 jaar voor de AOC docenten die nu gecertificeerd zijn voor het examen voor het trekkercertificaat, zodat zij instructie kunnen blijven geven in de periode dat ze het WRM-certificaat T halen.

• Het CBR zal gebruik maken van de reeds opgebouwde ervaring, kennis en waar mogelijk en gewenst van de AOC locaties als examenlocaties.

Wie betaalt het T-rijbewijs?

In tegenstelling tot de aanname van de AOC raad, zoals beschreven in bijgevoegde brief, is het T-rijbewijs geen «diplomavoorwaarde». In de door EZ vastgestelde kwalificaties is dit niet vastgelegd. Het T-rijbewijs is uitsluitend bedoeld om met een tractor met aanhanger op de openbare weg te mogen rijden. Het T-rijbewijs zal een «extra faciliteit» zijn in de zin van de Kamerbrief Schoolkosten en vrijwillige ouder- of deelnemersbijdrage in het mbo van 15 mei 2012. Het is dus aan de AOC’s zelf om te bepalen of zij deze extra faciliteit willen aanbieden en doorberekenen aan de deelnemer. Er treedt dus ook geen verhoging van kosten ten laste van de AOC’s op. Ik heb begrepen dat er inmiddels ook verschillende rijscholen, verspreid over het hele land, klaarstaan om de opleiding voor het T-rijbewijs aan te bieden.

In de memorie van antwoord van 13 juni 2014 had ik u al aangegeven dat er vanuit het Ministerie van IenM geen afzonderlijke bekostiging komt voor het verzorgen van de opleiding voor het T-rijbewijs. Een dergelijke bekostiging is er ook niet voor de andere rijbewijscategorieën die beroepsmatig worden gebruikt, zoals het vrachtautorijbewijs. In Nederland is de opleiding voor rijbewijzen een marktactiviteit. De kosten van de rijopleiding zijn voor rekening van degene die het rijbewijs wil behalen en niet voor de opleider. Een inschatting van de kosten staat in de memorie van toelichting, pagina 10.

Vanzelfsprekend kan bijvoorbeeld de (toekomstige) werkgever, het stagebedrijf of anderszins een bijdrage in die kosten leveren.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

---

1 Samenstelling: Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), Essers (CDA), Kox (SP), Slagter-Roukema (SP), Engels (D66), vacature PvdA, Nagel (50PLUS), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), (vicevoorzitter), Koffeman (PvdD), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Martens (CDA), Van Boxtel (D66), Vos (GL), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Vlietstra (PvdA), Reynaers (PVV), (voorzitter), Ester (CU), Schouwenaar (VVD) Van Beek (PVV), Duivesteijn (PvdA), Koning (PvdA), Kops (PVV) en Meijer (SP).

2 Wetsvoorstel 33 781: Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering van de rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid (T-rijbewijs).

3 Wetsvoorstel 33 781: Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering van de rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid (T-rijbewijs).

4 Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 155419.01.