33 781 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering van de rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid (T-rijbewijs)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 21 november 2013

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Het is belangrijk dat het aantal ongelukken waarbij land- en bosbouwtrekkers (LBT’s) en motorrijtuigen met beperkte snelheid (MMBT’s) betrokken zijn, net als alle andere ongelukken, wordt teruggebracht. Het toetsen van kennis en kunde van bestuurders door middel van een rijbewijsplicht voor deze voertuigen zou daarbij kunnen helpen. De leden van de VVD-fractie hebben nog wel enkele vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met enthousiasme kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering van de rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid.

De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat het verstandig is dat de rijbewijsplicht wordt ingevoerd voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid omdat er jaarlijks gemiddeld vijftien doden en honderd ziekenhuisgewonden vallen bij verkeersongevallen met deze voertuigen.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel om te komen tot een rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid.

De leden van de SP-fractie staan positief tegenover de invoering van het T-rijbewijs, maar hebben hierover nog wel enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering van de rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid (T-rijbewijs). Zij hebben hierover enkele vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel dat invoering van het T-rijbewijs mogelijk maakt. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij dat het T-rijbewijs eindelijk wordt ingevoerd.

Aanleiding en noodzaak

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat de aanleiding voor het wetsvoorstel is gelegen in het aantal ongelukken dat plaatsvindt met LBT’s en MMBT’s op de Nederlandse wegen. Uit het advies van de Raad van State blijkt echter dat de ongelukken met dergelijke voertuigen niet zozeer worden veroorzaakt door onkundig besturen als wel door de fysieke kenmerken van het voertuig. Graag vernemen de leden van de VVD-fractie dan ook van de regering waarom het T-rijbewijs desondanks leidt tot een substantiële daling van het aantal doden en gewonden waarbij LBT’s en MMBT’s betrokken zijn.

De leden van de VVD-fractie vragen waarom de regering het noodzakelijk vindt om de invoering van het trekkerrijbewijs nu al ter hand te nemen en niet te wachten tot de invoering van de kentekenplicht zodat één integraal pakket naar de Kamer gestuurd wordt. Indien de regering voornemens is het traject separaat door te zetten (dus apart een wetsvoorstel voor de invoering van een trekkerrijbewijs en een wetsvoorstel voor een kentekenplicht), is zij dan bereid om eerst te evalueren of de invoering van het trekkerrijbewijs daadwerkelijk bijdraagt aan het verbeteren van de verkeersveiligheid voordat wordt overgaan op de kentekenregistratie, zo vragen zij.

De leden van de SP-fractie zien de invoering van de kentekenplicht voor LBT’s en MMBS-en ook als een belangrijke maatregel die niet los gezien kan worden van het invoeren van het T-rijbewijs. De leden vragen daarom waarom deze twee wetsaanpassingen niet gelijktijdig worden ingediend.

Ook zijn de leden van de SP-fractie benieuwd in hoeverre er met de invoering van het T-rijbewijs een afname wordt verwacht van het aantal verkeersongevallen met deze voertuigen en hoe deze verwachting is onderbouwd.

De leden van de CDA-fractie constateren dat momenteel iedereen vanaf zestien jaar op een LBT of een MMBS mag rijden zonder rijbewijs. Alleen voor zestien- en zeventienjarigen die beroepsmatige arbeid verrichten met een LBT, is een trekkercertificaat vereist. Deze leden zien graag een onderbouwing van de gedachte dat door de invoering van een T-rijbewijs het relatief hoge aantal verkeersdoden en gewonden zal afnemen. Hoeveel minder doden of gewonden zal dit tot gevolg hebben, zo vragen zij.

De leden van de CDA-fractie vragen verder wat de visie van de regering is ten aanzien van het advies van de Commissie-Peijs, waarin de invoering van de rijbewijsplicht gekoppeld was aan de kentekening en snelheidsverhoging. Zij vragen dit in het licht van het besluit van de regering om, met het oog op een snelle uitvoering, het voorliggende wetsvoorstel te beperken tot de invoering van het trekkerrijbewijs.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat de planning is van de overige maatregelen zoals aanscherping van de voertuigeisen, kentekening en verhoging van de maximumsnelheid voor daarvoor geschikte landbouwtrekkers.

Hoofdlijnen van het voorstel

De leden van de PvdA-fractie vragen waarom er niet voor is gekozen om personen die wel in bezit zijn van een trekkercertificaat maar niet van een rijbewijs-B, opnieuw een examen af te laten leggen. Daarnaast verzoeken de leden van de PvdA-fractie de regering om nadere informatie over de omvang van deze groep.

Verhouding tot bestaande regelgeving

De leden van de VVD-fractie zien graag dat LBT’s en MMBT’s in de toekomst op bepaalde wegen in plaats van vijfentwintig kilometer per uur, veertig kilometer per uur kunnen rijden, zoals de Kamer in de motie-De Rouwe (33 750 XII, nr. 36) ook heeft verzocht. Graag vernemen deze leden dan ook van de regering wat de mogelijkheden zijn om hier al tijdens de behandeling van het voorliggende wetsvoorstel een mogelijkheid voor te scheppen.

De leden van de VVD-fractie merken tevens op dat de Europese Unie (EU) geen regels heeft opgesteld ten aanzien van het T-rijbewijs. De leden vragen de regering of zij bereid is in EU-verband te pleiten voor aanpassing van richtlijn 2006/126/EG1 zodat de invoering van het T-rijbewijs voor de gehele EU geldt en daarmee een gelijk speelveld ontstaat. Zo nee, waarom niet?

Uitvoering en handhaving

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen op welke punten het T-rijbewijs inhoudelijk zal verschillen van het huidige certificaat. Wat betekent invoering van het T-rijbewijs concreet voor de exameneisen en wat betekent dit voor de benodigde opleidingstijd, zo vragen deze leden.

Financiële gevolgen voor burgers en bedrijven

De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat bij totstandkoming van het wetsvoorstel uitgebreid aandacht is geschonken aan het minimaliseren van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Wel zouden deze leden nog graag nader toegelicht zien waarom er niet voor gekozen wordt om ook na de overgangsperiode bij het behalen van een B-rijbewijs een T-rijbewijs te verstrekken, zoals wel bij het C-rijbewijs het geval is.

Ook zouden de leden van de VVD-fractie zich kunnen voorstellen dat het mogelijk is om het theoriecertificaat voor het T-rijbewijs ook te gebruiken voor een enkele jaren later te behalen B-rijbewijs, zulks ter vermijding van de situatie dat er binnen een periode van slechts enkele jaren meermaals een examen voor het theoriecertificaat dient te worden afgelegd. Ziet de regering hier mogelijkheden toe?

De leden van de SP-fractie zouden graag meer inzicht krijgen in de kosten voor het behalen van het T-rijbewijs. De leden vinden het goed dat er een overgangsregeling komt voor bestuurders die al in het bezit zijn van een B-rijbewijs, maar verzoeken de regering een nadere toelichting te geven over de reden dat een B-rijbewijs niet automatisch een vrijstelling voor het T-rijbewijs kan zijn.

De leden van de CDA-fractie zijn geen voorstanders van een extra kenteken, mede in verband met de hoge kosten. Waar kunnen de kosten ten gevolge van het voorliggende wetsvoorstel verlaagd worden, vragen deze leden. Is het bijvoorbeeld denkbaar dat vrijstellingen verleend worden als iemand al een certificaat heeft, zo vragen zij.

Overgangsrecht

De leden van de VVD-fractie constateren dat er mensen zijn die jarenlang zonder trekkerrijbewijs en zonder gewoon B-rijbewijs een trekker besturen. De leden van de VVD-fractie vragen waarom Ervaring Verworven Competenties-certificaten (VEC’s) niet kunnen worden omgezet voor een bepaalde groep mensen, zoals bijvoorbeeld de groep 50-plus, die al jarenlang een trekker besturen. Kan de regering voorts aangeven hoe de varianten in de omliggende landen eruit zien, zo vragen zij.

Overig

De leden van de SP-fractie hebben vernomen dat normale personenauto’s soms worden omgebouwd en vervolgens bij de Dienst Wegverkeer (RDW) worden goedgekeurd als landbouwvoertuig. De leden vragen in hoeverre het wenselijk is om dit te faciliteren.

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Het is belangrijk dat het aantal ongelukken waarbij land- en bosbouwtrekkers (LBT’s) en motorrijtuigen met beperkte snelheid (MMBT’s) betrokken zijn, net als alle andere ongelukken, wordt teruggebracht. Het toetsen van kennis en kunde van bestuurders door middel van een rijbewijsplicht voor deze voertuigen zou daarbij kunnen helpen. De leden van de VVD-fractie hebben nog wel enkele vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met enthousiasme kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering van de rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid.

De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat het verstandig is dat de rijbewijsplicht wordt ingevoerd voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid omdat er jaarlijks gemiddeld vijftien doden en honderd ziekenhuisgewonden vallen bij verkeersongevallen met deze voertuigen.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel om te komen tot een rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid.

De leden van de SP-fractie staan positief tegenover de invoering van het T-rijbewijs, maar hebben hierover nog wel enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering van de rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid (T-rijbewijs). Zij hebben hierover enkele vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel dat invoering van het T-rijbewijs mogelijk maakt. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij dat het T-rijbewijs eindelijk wordt ingevoerd.

Aanleiding en noodzaak

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat de aanleiding voor het wetsvoorstel is gelegen in het aantal ongelukken dat plaatsvindt met LBT’s en MMBT’s op de Nederlandse wegen. Uit het advies van de Raad van State blijkt echter dat de ongelukken met dergelijke voertuigen niet zozeer worden veroorzaakt door onkundig besturen als wel door de fysieke kenmerken van het voertuig. Graag vernemen de leden van de VVD-fractie dan ook van de regering waarom het T-rijbewijs desondanks leidt tot een substantiële daling van het aantal doden en gewonden waarbij LBT’s en MMBT’s betrokken zijn.

De leden van de VVD-fractie vragen waarom de regering het noodzakelijk vindt om de invoering van het trekkerrijbewijs nu al ter hand te nemen en niet te wachten tot de invoering van de kentekenplicht zodat één integraal pakket naar de Kamer gestuurd wordt. Indien de regering voornemens is het traject separaat door te zetten (dus apart een wetsvoorstel voor de invoering van een trekkerrijbewijs en een wetsvoorstel voor een kentekenplicht), is zij dan bereid om eerst te evalueren of de invoering van het trekkerrijbewijs daadwerkelijk bijdraagt aan het verbeteren van de verkeersveiligheid voordat wordt overgaan op de kentekenregistratie, zo vragen zij.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, P. Jansen

Adjunct-griffier van de commissie, Miserus


X Noot
1

Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad, van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs

Naar boven