33 776 (R2015) Intrekking van de Machtigingswet instelling visserijzone en wijziging van enkele andere wetten die verband houden met de vaststelling van de zeegrenzen van het Koninkrijk

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING1

Artikel I

Met de inwerkingtreding van de Rijkswet instelling exclusieve economische zone voor Aruba en de Nederlandse Antillen op 1 september 2010 krachtens artikel 4 van het Besluit grenzen Caribische exclusieve economische zone is de noodzaak voor de Machtigingswet instelling visserijzone komen te vervallen. Voor Nederland is de rijkswet op 28 april 2000 in werking getreden krachtens artikel 2 van het Besluit grenzen Nederlandse exclusieve economische zone. Met de intrekking van de Machtigingswet instelling visserijzone komen ook de daarop gebaseerde besluiten te vervallen. Dit betreft het Besluit van 23 november 1977 tot uitvoering van de artikelen 1, 2 en 3 van de Machtigingswet instelling visserijzone en het Visserijzonebesluit van het Caribische deel van het Koninkrijk.

Op grond van het op 10 december 1982 te Montego Bay totstandgekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83; hierna het VN Zeerechtverdrag) bezit de kuststaat in de exclusieve economische zone soevereine rechten ten behoeve van onder meer de exploratie en exploitatie en het behoud en beheer van de levende natuurlijke rijkdommen van de wateren boven de zeebodem (artikel 56, eerste lid, onder a, VN Zeerechtverdrag). Het regime van de exclusieve economische zone omvat derhalve het visserijregime (zie ook al Kamerstuk 25 446 (R 1594), nr. 3, p. 7). De bevoegdheden van het Koninkrijk ten aanzien van visserijaangelegenheden in de visserijzone kunnen derhalve tevens op grond van de Rijkswet instelling exclusieve economische zone worden uitgeoefend. Deze bevoegdheden worden uitgeoefend door de individuele landen, gelet op de taakverdeling die in het Statuut voor het Koninkrijk is neergelegd.

De exclusieve economische zone van het Koninkrijk omvat nagenoeg geheel het gebied van de visserijzone. Het enkele verschil tussen de oppervlakte van het gebied van de visserijzone en de exclusieve economische zone betreft de visserijzone voor de Nederlandse kust in de Noordzee. De visserijzone strekt zich uit vanaf de basislijnen van de territoriale zee, terwijl de exclusieve economische zone zich uitstrekt vanaf de grens van de territoriale zee van Nederland, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee (zie artikel 1, onderdeel a, van het Besluit grenzen Nederlandse exclusieve economische zone). Aangezien de uitoefening van bevoegdheden ten aanzien van visserijaangelegenheden in de territoriale zee niet de instelling van een visserijzone vereist, blijft deze gebiedsaanpassing zonder gevolgen. Wat betreft Nederland zijn de buitengrenzen van de visserijzone en de exclusieve economische zone identiek. De buitengrenzen van beide zones volgen de grenzen van het aan Nederland toekomende gedeelte van het continentaal plat (zie artikel 1, onderdeel b, van het Besluit grenzen Nederlandse exclusieve economische zone en artikel 1 van het Besluit van 23 november 1977 tot uitvoering van de artikelen 1, 2 en 3 van de Machtigingswet instelling visserijzone (Stb. 1977, 665)).

Wat betreft de Caribische delen van het Koninkrijk volgen de buitengrenzen van beide zones de met andere Staten overeengekomen grenslijnen of, indien nog geen grenslijn met andere Staten is overeengekomen, de middellijn (artikel 2 van het Besluit grenzen exclusieve economische zone en artikel 1, tweede en derde lid, van het Visserijzonebesluit van het Caribische deel van het Koninkrijk). De middellijn is de door het Koninkrijk in deze besluiten vastgelegde lijn die is gebaseerd op equidistantie. De binnengrenzen van beide zones worden gevormd door buitengrenzen van de territoriale zee van de Caribische delen van het Koninkrijk (artikel 1, tweede lid, van de Rijkswet instelling exclusieve economische zone en artikel 1, eerste lid, van het Visserijzonebesluit van het Caribische deel van het Koninkrijk).

De interne zeegrens tussen Aruba en Curaçao, bedoeld in artikel 1, vierde lid, van het Visserijzonebesluit Nederlandse Antillen en Aruba is vastgelegd in de Rijkswet vaststelling zeegrens tussen Aruba en Curaçao. Deze interne grenslijn verdeelt de exclusieve economische zone tussen deze twee landen en het vervallen van het Visserijzonebesluit van het Caribische deel van het Koninkrijk doet daar niet aan af. De verdeling van de exclusieve economische zone tussen Curaçao en Bonaire onderscheidenlijk Sint Maarten en Saba is geregeld in de Rijkswet vaststelling zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba.

Artikelen II, III en IV

De intrekking van de Machtigingswet instelling visserijzone en het vervallen van de daarop gebaseerde besluiten heeft gevolgen voor andere regelgeving waarin hiernaar wordt verwezen. In voorkomende gevallen zullen verwijzingen naar deze wet en de daarop gebaseerde besluiten moeten worden vervangen door verwijzingen naar de Rijkswet instelling exclusieve economische zone en de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee en de daarop gebaseerde besluiten.

Door middel van de in deze artikelen opgenomen wijzigingen worden in de Visserijwet 1963, Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967 en Visserijwet BES de visserijzones opnieuw gedefinieerd als zijnde de zones die bestaan uit de territoriale wateren en de exclusieve economische zone. De gewijzigde definitie heeft dezelfde reikwijdte als de bij en krachtens de Machtigingswet instelling visserijzone vastgestelde visserijzones voor Nederland en Caribisch Nederland.

In de nationale en internationale visserijregelgeving wordt het begrip «visserijzone» vaak gebruikt en is het inmiddels geïnstitutionaliseerd als een aanduiding van een bepaald gebied. Ondanks dat de instelling van een visserijzone niet vereist is voor de uitoefening van bevoegdheden in deze wateren, is ervoor gekozen het begrip «visserijzone» in deze regelgeving te handhaven. Het begrip is immers welbekend bij de doelgroep en wordt ook internationaal vaak gebruikt om het gebied bestaand uit de territoriale zee en de exclusieve economische zone te omschrijven.

Artikelen V en VI

Deze wijzigingen strekken tot herstel van een omissie. Bij gelegenheid van totstandkoming van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen is verzuimd om de Rijkswet instelling exclusieve economische zone en artikel 8, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen aan te passen. Dit verzuim wordt hersteld, met terugwerkende kracht tot en met de transitiedatum, 10 oktober 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven