33 775 Wijziging van de Warenwet in verband met het verhogen van het maximum bedrag van de bestuurlijke boete en enkele andere wijzigingen waaronder regels inzake het aanprijzen van het aanbrengen van een tatoeage of piercing en wijziging van de Warenwet BES in verband met het eenduidig regelen van de bevoegdheden van de toezichthouders en de eilandbesturen

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 mei 2014

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel I, onderdeel C, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Na artikel 7e wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7f

Onze Minister is bevoegd bij een instelling waarvan de aanwijzing krachtens artikel 7a is ingetrokken inzage in en kopieën van alle gegevens en bescheiden te vorderen die samenhangen met de uitgevoerde keurings- of beoordelingsprocedures waarop de ingetrokken aanwijzing betrekking had. Naar keuze van de instelling kunnen in plaats van kopieën de originele bescheiden worden verstrekt.

B

Artikel I, onderdeel H komt te luiden:

H

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 16, derde lid, tweede en derde volzin, komen te luiden:

Aan de aanvrager van een ontheffing kunnen de kosten ten laste worden gebracht die samenhangen met de aanvraag om ontheffing. De bedragen ter vergoeding van de kosten worden bij ministeriële regeling vastgesteld.

2. Het zesde lid vervalt.

C

Artikel I, onderdeel R, komt te luiden:

R

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt na «in acht zijn genomen» toegevoegd: dan wel de documenten die krachtens artikel 5, tweede lid, onderdeel a, onder 2°, voor het gebruik zijn vereist, niet aanwezig zijn.

2. In het tweede lid wordt na «in acht zijn genomen» toegevoegd: dan wel de documenten die krachtens artikel 5, tweede lid, onderdeel a, onder 2°, voor het gebruik zijn vereist, niet aanwezig zijn.

D

Artikel I, onderdeel T, komt te luiden:

T

Artikel 32b komt te luiden:

Artikel 32b

Bij algemene maatregel van bestuur wordt een bijlage vastgesteld, die bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de daarvoor op te leggen boete bepaalt, waarbij de hoogte van het bedrag mede gebaseerd kan worden op het aantal werknemers, de omzet of een gedeelte van de omzet van de desbetreffende natuurlijke persoon of rechtspersoon. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de boetehoogte wordt bepaald.

Toelichting

De nota van wijziging wordt ingediend mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor wat betreft de voor beroepsmatige toepassing bestemde technische voortbrengselen.

A

Een aanwijzing van een aangewezen instantie kan worden ingetrokken als is vastgesteld dat procedures niet behoorlijk zijn uitgevoerd. Om te achterhalen of waren onterecht zijn goedgekeurd, is het nodig om ook na intrekking van de aanwijzing, het recht van inzage te hebben. Om dossiers door een andere aangewezen instelling te laten controleren, is het nodig om ook kopieën van dossiers mee te nemen. Indien de instelling geen belang meer heeft bij de originele bescheiden kunnen in plaats van kopieën, de originele bescheiden worden verstrekt. Dit recht van inzage en het recht op kopieën geldt alleen voor gegevens en bescheiden die betrekking hebben op de uitvoering van keurings- of beoordelingsprocedures waarop de ingetrokken aanwijzing betrekking had. Op grond van artikel 32, onder a, van de Warenwet kan voor uitoefening van deze bevoegdheid een last onder bestuursdwang worden opgelegd. Deze bevoegdheid geldt in aanvulling op artikel 7c, eerste lid, op grond waarvan de Minister inzage kan vorderen in zakelijke gegevens en bescheiden van aangewezen instellingen. Deze bevoegdheid wordt dus uitgebreid naar instellingen waarvan de aanwijzing is ingetrokken.

B

Aan onderdeel H wordt een gedeelte toegevoegd onder 1. Hierin wordt artikel 16, derde lid gewijzigd. Het huidige artikel 16, derde lid, van de Warenwet bepaalt dat voor ontheffingen retributies kunnen worden geheven en dat het daarvoor verschuldigde bedrag bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld. Echter, als het gaat om het vaststellen van dergelijke tarieven is er een zodanige flexibiliteit noodzakelijk, dat het de voorkeur verdient deze bij ministeriële regeling vast te stellen. Dat is in soortgelijke bepalingen ook gebruikelijk. In het voorgestelde derde lid van artikel 16 wordt dit aangepast. Hierin volgt artikel 16 het voorgestelde artikel 33, want ook in het tweede lid daarvan wordt bepaald dat de bedragen ter vergoeding van de kosten bij ministeriële regeling worden vastgesteld.

C

In artikel I, onderdeel R was abusievelijk een incomplete verwijzing opgenomen. Deze wijziging voorziet in het herstellen hiervan. Het betreft een wijziging van zuiver wetstechnische aard.

D

Het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten maakt voor de hoogte van het boetebedrag onderscheid tussen bedrijven met 50 of minder werknemers en bedrijven met meer dan 50 werknemers. Grondslag voor dit onderscheid wordt gevonden in artikel 32a, tweede lid, waarin wordt bepaald dat de hoogte van de bestuurlijke boete wordt bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage bij de betreffende algemene maatregel van bestuur. Voorgesteld wordt deze rechtsgrondslag duidelijkheidshalve nu expliciet op te nemen in artikel 32b en daarnaast de mogelijkheid te creëren om de hoogte van de boete omzetafhankelijk te maken. De omzetafhankelijkheid van de boete maakt een meer passende en evenredige reactie mogelijk. Het bedrag van de boete kan niet hoger zijn dan het ingevolge artikel 32a, tweede lid, bepaalde maximumbedrag.

Voor een verdere toelichting op deze bepaling wordt verwezen naar het onderdeel 1. Verhogen maximaal bedrag voor de bestuurlijke boete van de nota naar aanleiding van het verslag.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven