33 758 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 30 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN J.H. TE R.2 INZAKE DE AFWIKKELING VAN EEN KLACHT DOOR DE BELASTINGDIENST

Vastgesteld 15 mei 2014

Klacht

Verzoekster beklaagt zich over de handelwijze van de Belastingdienst en is van mening dat een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2003 is verjaard.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoekster ontvangt in juni 2013 een bericht van de Belastingdienst dat de navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2003 is verrekend met een teruggave inkomstenbelasting 2012. Zij beklaagt zich hierover bij de Belastingdienst omdat zij van mening is dat de aanslag over 2003 is verjaard.

Nadat verzoekster in maart 2005 de definitieve aanslag IB 2003 heeft ontvangen, volgt er in september 2006 een navorderingsaanslag 2003. Zij maakt hiertegen tevergeefs bezwaar maar krijgt verder uitstel van betaling als gevolg van een in 2007 gestarte beroepsprocedure. Pas in 2010 wordt het beroep in cassatie door de Hoge Raad ongegrond verklaard. Nadat zij over de jaren 2010 en 2011 nog teruggaven heeft ontvangen, is zij onaangenaam verrast wanneer de ontvanger haar in september 2013 per brief meedeelt dat verder uitstel van betaling niet mogelijk is en dat het restant van de aanslag 2003 binnen 10 dagen moet worden betaald. In december volgt er een dwangbevel met bevel tot betaling binnen 2 dagen van het openstaande bedrag, verhoogd met invorderingskosten en -rente. Uiteindelijk is er alsnog een betalingsregeling getroffen.

Overwegingen

De Staatssecretaris schrijft in zijn reactie dat een nadere beschouwing alsnog tot de conclusie heeft geleid dat de desbetreffende aanslag is verjaard. Aan verzoekster zou inmiddels schriftelijk zijn meegedeeld dat aan haar verzoek is tegemoet gekomen.

Oordeel van de commissie3

Hoewel verzoekster zelf toegeeft dat er van beide zijden fouten zijn gemaakt, verwijt zij de Belastingdienst onzorgvuldig handelen. De commissie is van oordeel dat de onderhavige casus te lang heeft voortgesleept. Naar aanleiding van deze casus bepleit de commissie nogmaals het tijdig en adekwaat afhandelen van klachten door de Belastingdienst en onderstreept zij het belang van zorgvuldige communicatie met belastingplichtigen.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Jacobi (PvdA), Van Raak (SP), Van Toorenburg (CDA), Schouw (D66), Helder (PVV), Klein (50PLUS), Dik-Faber (CU), Van der Linde (PVV) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD), Kuzu (PvdA), Berndsen-Jansen (D66), Baay-Timmerman (50PLUS) en Litjens (VVD).

Naar boven