Klacht
Verzoekster beklaagt zich over de handelwijze van de Belastingdienst en is van mening
dat een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2003 is verjaard.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Verzoekster ontvangt in juni 2013 een bericht van de Belastingdienst dat de navorderingsaanslag
inkomstenbelasting 2003 is verrekend met een teruggave inkomstenbelasting 2012. Zij
beklaagt zich hierover bij de Belastingdienst omdat zij van mening is dat de aanslag
over 2003 is verjaard.
Nadat verzoekster in maart 2005 de definitieve aanslag IB 2003 heeft ontvangen, volgt
er in september 2006 een navorderingsaanslag 2003. Zij maakt hiertegen tevergeefs
bezwaar maar krijgt verder uitstel van betaling als gevolg van een in 2007 gestarte
beroepsprocedure. Pas in 2010 wordt het beroep in cassatie door de Hoge Raad ongegrond
verklaard. Nadat zij over de jaren 2010 en 2011 nog teruggaven heeft ontvangen, is
zij onaangenaam verrast wanneer de ontvanger haar in september 2013 per brief meedeelt
dat verder uitstel van betaling niet mogelijk is en dat het restant van de aanslag
2003 binnen 10 dagen moet worden betaald. In december volgt er een dwangbevel met
bevel tot betaling binnen 2 dagen van het openstaande bedrag, verhoogd met invorderingskosten
en -rente. Uiteindelijk is er alsnog een betalingsregeling getroffen.
Overwegingen
De Staatssecretaris schrijft in zijn reactie dat een nadere beschouwing alsnog tot
de conclusie heeft geleid dat de desbetreffende aanslag is verjaard. Aan verzoekster
zou inmiddels schriftelijk zijn meegedeeld dat aan haar verzoek is tegemoet gekomen.
Oordeel van de commissie3
Hoewel verzoekster zelf toegeeft dat er van beide zijden fouten zijn gemaakt, verwijt
zij de Belastingdienst onzorgvuldig handelen. De commissie is van oordeel dat de onderhavige
casus te lang heeft voortgesleept. Naar aanleiding van deze casus bepleit de commissie
nogmaals het tijdig en adekwaat afhandelen van klachten door de Belastingdienst en
onderstreept zij het belang van zorgvuldige communicatie met belastingplichtigen.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Roovers