33 758 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 13 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN A.J.M. VAN O. TE H.2 BETREFFENDE EEN KLACHT OVER BEËINDIGING VAN EEN BETALINGSREGELING DOOR DE BELASTINGDIENST

Vastgesteld 12 december 2013

Klacht

Verzoeker, directeur van een vennootschap, beklaagt zich erover dat zijn beroepsschrift tegen beëindiging van een betalingsregeling voor een belastingschuld door de directeur van de Belastingdienst is afgewezen. Hij verzoekt deze uitspraak nietig te verklaren. Voorts acht verzoeker een objectieve beoordeling van een beroepsschrift door een medewerker van de Belastingdienst niet goed mogelijk.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

In maart 2012 wordt er door de Belastingdienst een betalingsregeling getroffen met de firma die haar fiscale verplichtingen betreffende afdracht van ingehouden loonbelasting en sociale lasten niet nakomt. Aan de betalingsregeling is de voorwaarde gekoppeld dat de belastingschuld, waarvoor geen uitstel is verleend, op tijd betaald zou worden. Omdat aan de gestelde voorwaarde niet is voldaan, wordt de betalingsregeling in maart 2012 beëindigd. Tegen deze beslissing dient verzoeker een beroepsschrift in, dat in juni 2013 gemotiveerd wordt afgewezen.

Overwegingen

Verzoeker, die overigens geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om gehoord te worden, is van mening dat de uitspraak op zijn beroepsschrift geen blijk geeft van een objectieve beoordeling, aangezien daarin niet wordt ingegaan op de door hem genoemde aandachtspunten. Volgens de staatssecretaris betekent dat niet dat de beëindiging van het uitstel van betaling onjuist is. Bij de totstandkoming van de Invorderingswet 1990 werd de beroepsgang bij de directeur vanuit het oogpunt van rechtsbescherming van de burger zonder meer aanvaardbaar geacht.

Het is vast beleid dat geen uistel van betaling wordt verleend als de betalingsproblemen structureel zijn. Er moet worden vastgesteld dat de betalingsachterstand van de firma blijft oplopen. De staatssecretaris ziet dan ook geen aanleiding om de uitspraak van de directeur van de Belastingdienst nietig te verklaren.

Oordeel van de commissie3

Het standpunt van de staatssecretaris kan worden gevolgd.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Jacobi (PvdA), Van Raak (SP), Van Toorenburg (CDA), Schouw (D66), Helder (PVV), Klein (50PLUS), Dik-Faber (CU), Van der Linde (PVV) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD), Kuzu (PvdA), Berndsen-Jansen (D66), Baay-Timmerman (50PLUS) en Litjens (VVD).

Naar boven