33 752 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2014)

Nr. 81 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2014

In de regeling van werkzaamheden van dinsdag 4 maart jl. (Handelingen II 2013/14, nr. 58) heeft de heer Omtzigt gevraagd om een brief voor 10 maart met daarin de opbrengsten van de accijns op diesel, benzine, lpg, wijn, bier, sterke drank en de verbruiksbelasting op frisdranken over de maand januari. Daarbij vraagt de heer Omtzigt ook de volumes en de accijns waarop de opbrengsten zijn gebaseerd, een en ander voor de maanden januari 2012, januari 2013 en januari 2014. De heer Omtzigt heeft daarbij aangegeven dat een analyse van de cijfers achterwege kan blijven.

In de tweede helft van maart ontvang ik cijfers van de Belastingdienst gegroepeerd op het niveau waarop wij ook op andere momenten over de accijnsontvangsten rapporteren en publiceren. Dat is het niveau conform Miljoenennota en Financieel Jaarverslag waarin ramingen respectievelijk realisaties van de accijnsontvangsten op jaarbasis worden gepresenteerd. De processen bij Belastingdienst en Ministerie van Financiën zijn op dit niveau ingericht. Dit betekent dat ik in de tweede helft van maart cijfers beschikbaar heb met betrekking tot de accijns van lichte olie (benzine) en accijns van overige minerale oliën. Onder overige minerale oliën vallen dieselolie (zowel bestemd voor wegverkeer als voor verwarmingsdoeleinden), LPG, LNG, methaan, zware stookolie en kerosine. Het is niet mogelijk deze cijfers op korte termijn nauwkeurig toe te delen aan de verschillende oliën. Een voldoende betrouwbare opgave van de cijfers zoals gevraagd door de heer Omtzigt is derhalve niet beschikbaar voor eind maart.

De nadruk bij de Belastingdienst ligt bij het correct vastleggen van de te betalen accijns en de juistheid van de kasontvangsten. Een toedeling van dat opbrengstcijfer naar de onderscheiden brandstoffen en de bijbehorende volumegegevens maakt daarom deel uit van de analyse die noodzakelijk is om conclusies te kunnen trekken over de eventuele effecten van de accijnsverhoging. In de rapportage die ik voor mei 2014 heb toegezegd zal ik deze toedeling laten zien.

Ook voor de accijns op tabaksproducten, alcoholhoudende dranken, bier en wijn en de verbruiksbelasting op frisdranken zijn alleen gegroepeerde gegevens beschikbaar. Zo bevat de opbrengst van de tabaksaccijns het totaal van de ontvangen accijns van sigaretten, shag en sigaren. De opbrengst van de accijns van wijn omvat tevens de opbrengst van sherry en port en de opbrengst van de accijns van bier heeft betrekking op de verschillende biersoorten van verschillende sterkten die alle onder de accijnsnoemer «bier» worden begrepen.

Bovendien lenen gegevens over een periode van slechts één maand zich niet voor een ordentelijke oordeelsvorming omdat deze, onder meer als gevolg van maandelijkse fluctuaties in de kasontvangsten, niet representatief zijn. Ik hecht er dan ook aan om op basis van naar categorieën toegedeelde gegevens over ten minste drie maanden een onderzoek te doen naar de ontwikkeling van de accijnzen op brandstoffen. Om die reden stel ik u opnieuw voor dat ik medio mei met een evaluatie kom om vervolgens op basis hiervan het debat met u te voeren.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Naar boven