33 750 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2014

Nr. 93 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2014

Het kabinet acht het van belang de effecten van ombuigingsmaatregelen goed te monitoren en de Tweede Kamer hierover tijdig en volledig te informeren. Het kabinet heeft besloten om de verantwoording over ombuigingsmaatregelen primair via de reguliere begrotingsstukken te laten verlopen. In aanvulling hierop stelt het Ministerie van Veiligheid en Justitie tweejaarlijks het Rijksbreed Wetgevingsoverzicht op, waarmee inzicht gegeven wordt in de voortgang van de ombuigingsoperatie van het kabinet.

Het kabinet is positief over de bijdrage die de Algemene Rekenkamer door middel van aanvullend onderzoek levert aan het inzichtelijk maken van de voortgang en de effecten van de ombuigingen. Recentelijk heeft de Algemene Rekenkamer het onderzoek afgerond naar de effecten van de maatregel tot het bevriezen van de doelgroep van de zorgtoeslag. Met belangstelling heb ik kennis genomen van de uitkomsten van dit onderzoek. In deze brief geef ik uw Kamer, mede namens de Minister van Financiën, mijn reactie. Hiermee beantwoord ik tevens de vragen van het lid Siderius (SP), gesteld tijdens de regeling van werkzaamheden van 18 februari jongstleden.

Gerealiseerde besparing

Bij de ombuigingsmaatregel bij de zorgtoeslag wordt een verlaging van het uitgavenniveau van deze regeling beoogd van € 0,6 miljard in 2012, los van overige (economische) ontwikkelingen. Uit een analyse van het CPB, waarin economische effecten worden uitgeschakeld, blijkt dat de uitgaven aan zorgtoeslag met € 548 miljoen zijn gedaald als gevolg van de maatregel de doelgroep zorgtoeslag te bevriezen. De Ministers van VWS en Financiën zijn dan ook van mening dat de geraamde besparing op de zorgtoeslag in 2012 vrijwel volledig is behaald.

In het rapport hanteert de Algemene Rekenkamer een andere methode om te beoordelen in hoeverre de beoogde besparing gerealiseerd is. De Algemene Rekenkamer vergelijkt de uitgaven aan zorgtoeslag in 2012 (uit het jaarverslag 2012 van VWS) met die in de geraamde uitgaven in de middellangetermijnverkenning. Het verschil daartussen bedraagt circa € 0,1 miljard. Op basis hiervan concludeert de Algemene Rekenkamer dat de voorgenomen besparing voor slechts 16% behaald is. Het kabinet acht deze conclusie evenwel onjuist, omdat in deze vergelijking zowel effecten van het beleid als de doorwerking van macro-economische ontwikkelingen vermengd zijn.

De nuancering die volgt uit de analyse van het CPB presenteert de Algemene Rekenkamer ook in haar rapport, maar de conclusie van het CPB komt onvoldoende naar voren. Het CPB concludeert dat de beoogde uitgavenvermindering als gevolg van het bevriezen van de doelgroep van de zorgtoeslag vrijwel volledig is behaald. Immers, als het kabinet voornoemde maatregel niet genomen had, dan was er € 548 miljoen additioneel aan zorgtoeslag besteed. Het kabinet meent dan ook dat de besparing vrijwel volledig behaald is, en dat tegelijkertijd de uitgaven aan zorgtoeslag – door economische ontwikkelingen – op een hoger niveau zijn uitgekomen dan ten tijde van het treffen van de maatregel geraamd.

Deze hogere uitgaven aan de zorgtoeslag als gevolg van macro-economische ontwikkelingen zijn overigens in eerdere begrotingsstukken (o.a. Jaarverslag 2012, Ontwerpbegroting 2013) reeds in beeld gebracht en aan uw Kamer gemeld. Dat, naast het effect van beleid, ook macro-economische ontwikkelingen effect hebben op de hoogte van de zorgtoeslag is een feit. Een beoordeling van die effecten hoort in de optiek van het kabinet niet thuis in een beoordeling van maatregelen. Zou de redenering van de Algemene Rekenkamer worden gevolgd dan had het kabinet de zorgtoeslag met totaal € 1,2 miljard moeten reduceren; € 0,6 miljard om de voorgenomen besparing te realiseren en nogmaals € 0,6 miljard vanwege (vooral) macro-economische ontwikkelingen.

Informatie in begroting en jaarverslag

De Algemene Rekenkamer concludeert dat er weinig informatie over de voortgang en de effecten van de maatregel bevriezen doelgroep zorgtoeslag in de begroting en het jaarverslag beschikbaar is. Deze conclusie is voor het kabinet aanleiding om in het vervolg meer aandacht te besteden aan het effect van deze maatregel. In de verantwoording zal meer worden stilgestaan bij het aantal huishoudens met zorgtoeslag, het gemiddelde bedrag aan zorgtoeslag dat zij ontvangen en de invloed van beleidsmatige aanpassingen op de totale uitgaven aan zorgtoeslag.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven