Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2014
Hierbij bied ik uw Kamer het jaarverslag 2013 van Staatstoezicht op de Mijnen aan1.
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) is de inspectiedienst die onder mijn verantwoordelijkheid
toezicht houdt op de naleving van wettelijke regelingen die van toepassing zijn op
het opsporen, winnen en transporteren delfstoffen, het opslaan van stoffen en het
winnen van aardwarmte.
Het jaarverslag geeft inzicht in de wijze waarop SodM haar toezicht in 2013 heeft
uitgevoerd, de samenwerking van SodM met andere toezichthouders nationaal en internationaal
en het presteren van SodM zelf.
In haar jaarverslag doet SodM een drietal aanbevelingen. Zij pleit er voor om op land
grotendeels dezelfde veiligheidseisen te hanteren als op zee, om de financiële draagkracht
van vergunninghouders strenger te toetsen en om een landelijk risicobeleid op te stellen
voor calamiteiten met grotere gevolgen, zoals aardbevingen.
De eerste aanbeveling wordt meegenomen in het wetsvoorstel ter implementatie van de
offshore safety richtlijn (2013/30/EU) dat nu bij de Raad van State ligt. Voorgesteld
wordt om een deel van de maatregelen, die krachtens de richtlijn alleen op zee hoeven
te gelden, ook te laten gelden voor installaties en putten op land. Ik verwacht dat
ik dit wetsvoorstel dit najaar aan uw Kamer kan aanbieden.
Ook de financiële draagkracht van vergunninghouders wordt deels meegenomen in dit
wetsvoorstel. In het kader van de implementatie van de offshore safety richtlijn worden
de eisen aan de financiële draagkracht van vergunninghouders op zee al aangescherpt.
Ik onderzoek nu of het wenselijk is om de eisen voor financiële draagkracht ook aan
te scherpen voor vergunningen op land. In dat geval zal de Mijnbouwwet ook op dit
punt worden aangescherpt.
De aanbeveling om te komen tot een landelijk risicobeleid voor calamiteiten met grote
gevolgen wordt opgepakt in een interdepartementale werkgroep onder leiding van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze werkgroep werkt een
coherente visie uit op risicobeleid en de verantwoordelijkheid van de overheid daarin.
Deze visie kan vervolgens worden toegepast op concrete cases, zoals de risico’s rondom
de gaswinning in Groningen.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp