Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2014
Met mijn brief van 3 maart 20141 heb ik melding gemaakt van de gesprekken met alle partijen rond de veerdienst naar
Terschelling en Vlieland (de betrokken gemeenten en de rederijen EVT en TSM), om te
verkennen welke andere mogelijkheden er nog zijn om de continuïteit van de veerverbindingen
te garanderen.
Ik heb daarbij ook toegezegd u nader te informeren als er meer duidelijkheid is over
een mogelijke oplossing. Met deze brief geef ik invulling aan die toezegging.
Zes weken lang heeft de Staat onderhandeld met EVT en TSM over mogelijke oplossingen
voor de problemen met de Waddenverenverbinding tussen Harlingen, Vlieland en Terschelling.
Er is hard gewerkt om hier een succes van te maken. Voor deze onderhandelingen heeft
een team mensen zich zes weken lang ingespannen en daarnaast is de Landsadvocaat met
een team aan de slag geweest. Op diverse onderhandeldagen in Den Haag, Harlingen,
Leeuwarden en Wieringerwerf hebben partijen onderhandeld. Tussendoor is er veel onderling
overleg geweest per mail, telefoon en per brief.
Uiteindelijk is toch geen overeenstemming bereikt en is niet over gegaan tot ondertekening
van de al klaar liggende overeenkomsten. Dit lag aan het bedrag aan schadevergoeding
dat EVT eiste. IenM kon daar onmogelijk op ingaan in verband met de regels voor staatssteun.
In verband met vervolgoverleg over andere opties en precedentwerking, kan ik u nu
niks zeggen over de geboden of gevraagde bedragen.
Ik betreur dat het niet is gelukt tot overeenstemming te komen tussen de Staat, TSM
en EVT, omdat dit naar mijn idee de beste oplossing was en is voor de korte en lange
termijn.
TSM heeft nu als tussenoplossing een aangepast versoberingsvoorstel voorgelegd aan
de ODC-partners. In totaal worden in de zomerdienstregeling vier afvaarten met de
snelboot per week geschrapt: twee naar Terschelling, een naar Vlieland en een tussen
beide eilanden.
Er wordt op brandstof bespaard door op de tocht naar Vlieland langzamer te varen.
Dat scheelt een kwartier reistijd. Daarnaast wordt het tarief voor de sneldienst met
€ 0,75 verhoogd. Ten slotte laat TSM het vrachtschip Noord-Nederland verbouwen om
als reserveschip voor passagiers te kunnen inzetten2. Het huidige reserveschip de Midsland wordt verkocht.
Tussen het moment waarop TSM de Midsland afstoot (naar verwachting september 2014)
en het moment waarop de Noord-Nederland als passagiersschip dienst gaat doen (maart
2015), zal rederij Doeksen elders reservematerieel moeten regelen. Dit om aan de verplichtingen
uit de Openbare Dienstcontracten te voldoen. Daarin is vastgelegd dat er bij uitval
van een schip reservematerieel ingezet moet kunnen worden.
De gemeenten hebben aangegeven dit voorstel voor te leggen aan de gemeenteraden voordat
ze begin volgende week een standpunt bepalen. Ik wacht het standpunt van de gemeenteraden
af.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld