Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2013
Op grond van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen vindt elke vijf jaar een beoordeling
plaats van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het Commissariaat voor de Media;
het verslag daarvan wordt toegezonden aan beide Kamers der Staten-Generaal. Bijgaand
treft u het tweede evaluatieverslag aan1, dat betrekking heeft op de periode 2007–2011.2
Dit evaluatieverslag heeft drie onderdelen. Ten eerste een beschrijving van werkzaamheden
en taakuitoefening in de periode 2007–2011, opgesteld door het Commissariaat voor
de Media zelf.3 Het geeft een goed overzicht van de diverse taken die het Commissariaat vervult.
Daarnaast heb ik een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren door DSP-Groep met als
centrale vraagstelling of de wettelijke taken goed zijn vervuld in de periode 2007–2011
en of het Commissariaat uitvoering geeft aan zijn missie. Daarbij is onderzocht of
de interne organisatie en bedrijfsvoering adequaat zijn en hoe de diverse stakeholders oordelen over het functioneren van het Commissariaat.4
Tenslotte heb ik het Commissariaat uitgenodigd om zijn reactie te geven op het evaluatierapport
van DSP-Groep. Die reactie gaat als derde bijlage bij deze brief.5
Bevindingen uit het evaluatierapport van DSP-Groep
Vervulling van de wettelijke taken
De vraag of het Commissariaat zijn wettelijke taken goed heeft vervuld, beantwoordt
DSP-Groep over het algemeen positief. Dat blijkt onder meer uit het feit dat alle
sanctiebesluiten van het Commissariaat (63 in deze evaluatieperiode) in bezwaar en
beroep overeind zijn gebleven. In vergelijking met de vorige evaluatieperiode (2003–2006)
is niet alleen het aantal sancties sterk teruggelopen (van 142 naar 63), ook het aantal
bezwaarschriften is sterk gedaald (van 112 naar 10). Dat laatste zou een indicatie
kunnen zijn, dat de nieuwe wijze van toezicht en handhaving – voorlichten en in de
regel eerst waarschuwen om verdere overtredingen te voorkomen – ertoe leidt dat sancties
eerder als «terecht» worden ervaren.
DSP-Groep oordeelt dat het Commissariaat duidelijke inspanningen verricht om een toegankelijke
toezichthouder te worden. Over het algemeen wordt de toegankelijkheid positief gewaardeerd
door stakeholders. Uitzondering hierop vormen de organisaties van regionale en lokale
omroepen (resp. ROOS en OLON), evenals de koepels van gemeenten (VNG) en provincies
(IPO).
DSP-Groep adviseert dat het Commissariaat en deze organisaties een goed en open gesprek
hierover met elkaar aangaan.
Interne organisatie van het Commissariaat
De formatie en financiële middelen van het Commissariaat zijn in de evaluatieperiode
ongeveer gelijk gebleven. Tegelijkertijd nam de werklast toe:
-
– Het aantal omroepen waarop het Commissariaat toeziet, is toegenomen van 501 tot 823,
een relatieve toename met 64%;
-
– Het aantal handhavingsverzoeken is eveneens toegenomen;
-
– Het medialandschap wordt door convergentie en vervaging tussen nationale en internationale
grenzen complexer;
-
– Het aantal meldingen van nevenactiviteiten neemt toe en de toetsing ervan wordt complexer;
-
– Uitbreiding van het toezicht op audiovisuele activiteiten van omroepen op het internet;
-
– Doordat non-lineaire diensten onder het toezicht zijn komen te vallen, betekent dat
een aanmerkelijke uitbreiding van het aantal toezichts-objecten.
Gelet op al deze factoren – en in aanmerking genomen de over het algemeen positieve
waardering van het Commissariaat door zijn stakeholders – meent DSP-Groep dat het
Commissariaat doelmatig en doeltreffend functioneert.
Uitvoering geven aan de missie van het Commissariaat
Het Commissariaat verwoordt zijn missie als volgt: «Met het uitvoeren van zijn taken
beoogt het Commissariaat de onafhankelijkheid, pluriformiteit en toegankelijkheid
van het media-aanbod te beschermen en daarmee de vrije meningsvorming te ondersteunen».6
DSP-Groep concludeert, dat uit de werkzaamheden en de werkwijze van het Commissariaat
valt af te leiden dat het Commissariaat staat voor een onafhankelijk, pluriform en
toegankelijk media-aanbod en daarmee voldoende uitvoering geeft aan zijn eigen missie.
Oordeel van stakeholders over het Commissariaat
DSP-Groep heeft interviews gehouden met een groot aantal stakeholders (o.a. Ministerie
OCW, ACM/OPTA, Nicam, landelijke omroepen, OLON en ROOS, IPO en VNG) en concludeert
dat de relaties tussen de stakeholders en het Commissariaat over het algemeen goed
zijn te noemen, met uitzondering van IPO/ROOS en VNG/OLON, zoals hiervoor al opgemerkt.
Twee dossiers nader onderzocht
Op verzoek van OCW heeft DSP-Groep twee dossiers nader onderzocht en beoordeeld in
termen van doelmatigheid en doeltreffendheid. Het gaat om het advies dat het Commissariaat
aan OCW heeft uitgebracht inzake het vrijgeven van programmagegevens en het terugdringen
van de overschrijdingen van de maximum toegestane hoeveelheid televisiereclame per
uur, door NPO, SBS en RTL.
In beide dossiers komt DSP-Groep tot de conclusie dat het Commissariaat doeltreffend
en doelmatig heeft opgetreden.
Reactie van het Commissariaat op evaluatie DSP-Groep
Het Commissariaat stelt vast dat het rapport een positieve totaalindruk achter laat.
Wat betreft de opmerkingen van provinciebesturen (IPO), ROOS, OLON en VNG ten aanzien
van de toegankelijkheid en de tijdigheid van reacties van het Commissariaat realiseert
het Commissariaat zich dat er verbeteringen aangebracht kunnen worden. Ruimschoots
voor het verschijnen van het evaluatierapport heeft het Commissariaat stappen ondernomen
om reactietermijnen te bekorten en de contacten met het veld verder te intensiveren.
Het Commissariaat acht het van groot belang om contact te hebben met het veld en aanspreekbaar
te zijn voor stakeholders. Voorlichting vormt een belangrijke component in het toezicht.
Ook vinden er zeer regelmatig mondelinge of schriftelijke consultaties plaats en is
het Commissariaat dagelijks bereikbaar via een telefonisch spreekuur.
De aanbeveling van DSP-Groep om een open gesprek aan te gaan met IPO, VNG, ROOS en
OLON heeft het Commissariaat dan ook van harte overgenomen.
Tenslotte
Uit het onafhankelijk onderzoek van DSP-Groep komt een overwegend positief beeld naar
voren over het functioneren van het Commissariaat voor de Media in de periode 2007–2011.
Dat stemt tot tevredenheid.
Uiteraard is dat geen reden om achterover te leunen, noch voor het Commissariaat,
noch voor mij. Het vormt wél een sterke motivatie om gezamenlijk te blijven werken
aan een optimale uitvoering van de belangrijke taken die aan het Commissariaat voor
de Media zijn opgedragen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker