33 750 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014

Nr. 109 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2014

Bij de behandeling van de Cultuurbegroting 2014 heeft uw Kamer ingestemd met een motie van het lid Bergkamp (D66) (kamerstuk 33 750-VIII, nr. 58), waarin uw Kamer mij oproept om samen met Huis Doorn te kijken naar de mogelijkheden om te komen tot een brede herdenking van de Eerste Wereldoorlog (hierna WO I). Ik heb geantwoord dat ik in het eerste kwartaal van 2014 met Huis Doorn hierover in gesprek zou gaan, en dat ik daarbij ook het Nederlands Openluchtmuseum (hierna NOM) zou betrekken.

Op 10 april 2014 heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mij verzocht om Uw Kamer te informeren over de uitvoering van bovengenoemde motie. Hierbij informeer ik u over de uitkomsten van het gesprek dat ik heb gevoerd met Huis Doorn en het NOM.

Deze periode is er in Nederland in toenemende mate media-aandacht voor WO I. Door deze aandacht beseffen steeds meer mensen, in alle lagen van de samenleving, hoe groot de impact van deze grote oorlog is geweest op de daaropvolgende gebeurtenissen in de 20e eeuw, in de hele wereld, en daardoor ook in Nederland.

Er is sprake van een breed en groeiend draagvlak voor eigentijdse vormen van herdenken van WO I. Een aanzienlijke hoeveelheid Nederlandse culturele, maatschappelijke en wetenschappelijke organisaties grijpt de komende periode aan om tentoonstellingen, lezingen, debatten, t.v-programma’s, boekpresentaties en symposia te organiseren. Een groot deel van die organiserende instellingen heeft te kennen gegeven dat er behoefte is aan een centraal informatie- en coördinatiepunt dat de verschillende activiteiten met elkaar verbindt en het grotere verhaal van deze oorlog borgt, bundelt en ontsluit.

Dit heeft geleid tot een voorstel van drie partijen die hun expertise bundelen in een herdenkingsplatform, te weten Huis Doorn, het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (hierna NIOD) en het NOM. De voornaamste doelstelling van dit platform is, mede door middel van een duurzaam digitaal platform, om alle belangrijke initiatieven in Nederland met betrekking tot (herdenking van) WO I, te bundelen en te ontsluiten. Het is tevens een internationaal aanspreekpunt op het gebied van de herdenking van WO I in Nederland. Tot slot, niet onbelangrijk, inventariseert het coördinatiepunt de educatieve behoeften rond het thema WO I in primair en voortgezet onderwijs en stimuleert het initiatieven rond WO I die aansluiten bij de kerndoelen geschiedenis en/of kunstzinnige oriëntatie en die passen binnen de onderwijscurricula.

Samen met mijn collega, de minister van Buitenlandse Zaken, heb ik besloten om het initiatief van Huis Doorn, het NIOD en het NOM financieel mogelijk te maken. Het gaat om een projectsubsidie met een looptijd van 4 jaar voor een bedrag van in totaal € 300.000.

Behalve deze financiële bijdrage heb ik reeds in een eerder stadium subsidie verleend aan Huis Doorn voor een project om WO I op een toegankelijke en voor het publiek aantrekkelijke manier onder de aandacht te brengen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven