33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

W BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2014

Tijdens het overleg met uw kamer over de staat van de rechtstaat op 11 maart jl. heeft het lid van uw kamer, mevrouw Duthler, enige vragen opgeworpen over de rechtsbescherming van de burger in het nieuwe informatie-ecosysteem. Ik heb bij die gelegenheid toegezegd deze vragen mee te nemen in de adviesaanvraag die het kabinet als uitvloeisel van de kabinetsnotitie «Vrijheid en veiligheid in de digitale samenleving, Een agenda voor de toekomst» wilde voorleggen aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Op 16 mei jl. heeft de ministerraad met deze adviesaanvraag ingestemd. Zoals ik uw kamer ook heb toegezegd, zend ik u hierbij ter kennisneming een afschrift van deze adviesaanvraag1 toe, die ik heden naar de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid heb gezonden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 155226.

Naar boven