Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2014
Het afgelopen jaar zijn de Nederlandse inspanningen op het terrein van corruptiebestrijding
geëvalueerd door de Verenigde Naties (VN). Onderwerp van deze evaluatie was de strafbaarstelling
en handhaving van corruptie (hoofdstuk 3 van het VN-Verdrag tegen corruptie) en internationale
(strafrechtelijke) samenwerking (hoofdstuk 4 van het VN-Verdrag tegen corruptie).
De VN-evaluatie resulteert in twee eindproducten: een eindrapport en een samenvatting
van dit eindrapport (de «executive summary»). Op 4 juni 2014 is deze (Engelstalige) samenvatting van het evaluatierapport met
aanbevelingen vastgesteld en is dit document voorts op de website van het United Nations Office on Drugs and Crime (www.unodc.org) gepubliceerd. Het VN-evaluatieteam heeft het volledige evaluatierapport echter nog
niet afgerond; de definitieve versie van dit rapport zal naar verwachting medio juli
2014 beschikbaar zijn.
Nu deze samenvatting de essentie van het evaluatierapport en de conclusies en aanbevelingen
van het VN-evaluatieteam omvat, doe ik u dit document reeds toekomen. De samenvatting
is als bijlage aan deze brief toegevoegd1. Het volledige eindrapport zal u na afronding tevens zo spoedig mogelijk worden toegestuurd.
Internationale anti-corruptie evaluaties, zoals deze VN-evaluatie, zijn een belangrijk
instrument om periodiek het wettelijke en institutionele kader voor corruptiebestrijding
onder te loep te nemen en te bezien waar dit systeem verder kan worden versterkt.
De Nederlandse inspanningen op het terrein van corruptiebestrijding worden in deze
VN-evaluatie positief gewaardeerd. Er wordt gesproken over een «geavanceerd systeem»
voor corruptiebestrijding en internationale samenwerking in strafzaken. Tevens wordt
aandacht besteed aan de Nederlandse «good practices». Het VN-evaluatieteam heeft onder meer uitgebreid stil gestaan bij de aanpak van
witwassen en het ontnemen van crimineel verkregen vermogen. Het evaluatieteam oordeelt
positief over de betrokkenheid van een aanzienlijk aantal instanties bij de aanpak
van witwassen, het relatief hoge aantal vervolgingen en veroordelingen voor dit delict
en de uitgebreide mogelijkheden voor het afpakken van crimineel verkregen vermogen.
Tevens doet het VN-evaluatieteam een aantal aanbevelingen om het huidige systeem verder
te versterken. Nederland wordt, onder andere, aangeraden de strafmaxima te verhogen
voor een aantal omkopingsdelicten in het Wetboek van Strafrecht (art. 177a en 328ter
Sr), alsmede de straffen voor rechtspersonen meer flexibel en daarmee meer proportioneel,
afschrikwekkend en effectief te maken. Deze verhoging van de strafmaxima en het flexibele
boeteplafond voor rechtspersonen maken reeds deel uit van het wetsvoorstel versterking
bestrijding financieel economische criminaliteit.
De Nederlandse aanpak van corruptie is niet alleen in VN-verband geëvalueerd. Recentelijk
hebben ook de Group Staten tegen Corruptie (GRECO) van de Raad van Europa (Kamerstuk
33 400 VII, nr. 78) en de Anti-corruptiewerkgroep van de Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO) (Kamerstuk 29 911, nr. 78) de Nederlandse inspanningen op dit terrein beoordeeld. Bovendien heeft de Europese
Commissie begin 2014 het eerste EU Anti-corruptierapport gepubliceerd, waarin onder
meer aandacht wordt besteed aan de situatie in de 28 lidstaten (w.o. Nederland).
De aanbevelingen uit de VN-evaluatie zullen worden meegenomen in de reeds aan uw Kamer
toegezegde integrale beleidsreactie op deze recente internationale anti-corruptie
evaluaties. Het beleid zal erop zijn gericht naar vermogen en volledig rekening houdende
met Nederlandse rechtsprincipes uitvoering te geven aan de aanbevelingen uit deze
vier gremia. Dit najaar zal ik uw Kamer hier nader over informeren.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten