33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

Nr. 121 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2014

In antwoord op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 23 april 2014 om een toelichting op mijn mededeling dat de inventarisatie, het beschikbaar maken van het archiefmateriaal en de nadere analyse daarvan, meer tijd kost dan verwacht, bericht ik u mede namens de Minister van Defensie als volgt.

De vaste commissie voor Defensie heeft 32 gedetailleerde vragen gesteld waarbij diverse aspecten van de treinkaping bij De Punt in 1977 aan de orde komen. Teneinde deze vragen zo nauwkeurig en volledig mogelijk te beantwoorden, is nader archiefonderzoek nodig.

In dat kader heeft de ingestelde werkgroep de afgelopen maanden archiefmateriaal over de treinkaping bij De Punt in 1977 getraceerd, geïnventariseerd en, indien relevant voor de beantwoording van uw vragen, geselecteerd. Het bronmateriaal bevond zich in meer dan 20 archieven. Ontsluiting van dit materiaal kostte enige tijd, ook al omdat voor een groot deel ervan bijzondere procedures gelden ingevolge de Archiefwet. Het archiefmateriaal heeft een omvang van meer dan tienduizend pagina’s. Het verzamelen en verwerken van dit materiaal kost tijd door de omvang en de inhoud. Voor sommige archiefstukken is de schaarse en bijzondere expertise van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) nodig.

Ik hecht aan een zorgvuldige beantwoording van uw vragen. In dat kader raadpleeg ik ook drie externe deskundigen. Mede op hun aandringen heb ik u bericht meer tijd nodig te hebben. Ik zal uw vragen uiterlijk 1 december 2014 beantwoorden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven