33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 april 2014

In antwoord op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 28 januari 2014 over nadere informatie over de externe deskundigen in het kader het onderzoek treinkaping De Punt, bericht ik u, mede namens de Minister van Defensie, als volgt.

Zoals vermeld in mijn brief van 20 december 2013, is nader archiefonderzoek nodig teneinde uw vragen te beantwoorden. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een ambtelijke werkgroep bestaande uit medewerkers van onze ministeries. Waar dit voor de interpretatie van archiefstukken nodig is, zullen deskundigen worden geraadpleegd.

Ik heb daarnaast, zoals aangekondigd in voornoemde brief, drie externe deskundigen bereid gevonden om toe te zien op de volledigheid en zorgvuldigheid van het onderzoek. Dit zijn mr. F.W.H. van den Emster, senior rechter bij de rechtbank Rotterdam en oud-voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, prof. dr. J.Th.J. van den Berg, emeritus-hoogleraar parlementaire geschiedenis en Luitenant-generaal b.d. A.C. Oostendorp, voormalig inspecteur-generaal der Krijgsmacht. Deze externe deskundigen zullen gedurende het onderzoek regelmatig worden geïnformeerd over de bevindingen van de werkgroep en de voortgang. Vanzelfsprekend hebben deze deskundigen te allen tijde toegang tot de beschikbare archiefstukken.

De inventarisatie en het beschikbaar maken van het archiefmateriaal en de nadere analyse daarvan kost meer tijd dan verwacht. Ik zal uw vragen voor 1 december 2014 beantwoorden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven