33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

Nr. 111 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2014

Hierbij informeer ik u conform de Rijksbegrotingsvoorschriften over een drietal uitgaven/verplichtingen-mutaties dat na de Najaarsnota 2013 en de bijbehorende 2^e suppletoire wet is opgetreden. Deze mutaties zullen in de slotwet 2013 opgenomen worden.

De administratiekostenvergoeding te innen door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) bij de opgelegde boetes is in de begroting 2013 als een te realiseren bedrag opgenomen in de agentschapsbegroting van het CJIB. Omdat deze administratiekostenvergoeding als een kasbedrag wordt geadministreerd en het CJIB een baten-lastenstelsel voert, wordt de administratiekostenvergoeding 2013 (in totaal € 69,6 mln.) in de slotwet gebruteerd. Dat wil zeggen ze wordt op artikel 34 zowel als ontvangst, en als een betaling aan het CJIB verantwoord.

Bij Najaarsnota 2013 is de afrekening met Dienst Justitiële Inlichtingen (DJI) over het jaar 2012 als een ontvangst groot € 4,4 mln. geboekt. Dit is een saldo-post. Bij de verantwoording is dit bedrag gebruteerd en verdeeld over de artikelen waarop de bijdrage aan DJI wordt geboekt. Dit houdt in dat bij de slotwet de uitgaven op artikel 34 met € 20,3 mln. worden verhoogd en de ontvangsten op artikel 34 en 35 per saldo met in totaal € 24,7 mln. eveneens worden verhoogd.

Een deel van de door de Raad voor Rechtsbijstand (RvR) afgegeven toevoegingen is nog niet vastgesteld. Dit gebeurt zodra de rechtsbijstandsverlener hiertoe bij de RvR een declaratie indient. In verband daarmee neemt de RvR als zelfstandig bestuursorgaan een verplichting op in haar balans. In samenhang met deze verplichting heeft de RvR een vordering op het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Ten einde deze vordering niet teveel te laten oplopen is eind 2013 een betaling aan de RvR gedaan van € 14,4 mln.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten